Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 19-12-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:8872, 21/4109 en 21/5930 tot en met 21/5934

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 19-12-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:8872, 21/4109 en 21/5930 tot en met 21/5934

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
19 december 2024
Datum publicatie
27 december 2024
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:8872
Zaaknummer
21/4109 en 21/5930 tot en met 21/5934
Relevante informatie
Art. 16 AWR, Art. 27e AWR

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummers: BRE 21/4109 en 21/5930 tot en met 21/5934

[belanghebbende] , uit [plaats 1] , belanghebbende

(gemachtigden: mr. G.J.M.E. de Bont en mr. C.J.M. Perraud, tezamen de gemachtigde),

en

de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 18 augustus 2021 en 8 december 2021.

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende de volgende navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd – met daarbij genoemd het belastbaar inkomen uit werk en woning – en tot de volgende bedragen heffings-/belastingrente in rekening gebracht (de rentebeschikkingen):

Jaar

Belastbaar inkomen uit werk en woning

Heffings-/belastingrente

Zaaknummer

2009

821.706

173.657

21/5930

2012

1.130.838

180.365

21/5931

2013

2.196.020

317.211

21/5932

2014

3.347.367

415.750

21/5933

2015

805.369

68.860

21/4109

2016

5.513.044

457.124

21/5934

1.2.

De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbende ongegrond verklaard. De inspecteur heeft daarbij de navorderingsaanslagen en de rentebeschikkingen gehandhaafd.

1.3.

Ter zake van de beroepen heeft de griffier van belanghebbende zesmaal een griffierecht geheven van € 49.

1.4.

De inspecteur heeft op de beroepen gereageerd met verweerschriften.

1.5.

Partijen hebben nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

1.6.

De rechtbank heeft de beroepen op 7 november 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende, tot bijstand vergezeld van de gemachtigde, en namens de inspecteur: mr. [inspecteur 1] , mr. [inspecteur 2] , mr. [inspecteur 3] , mr. [inspecteur 4] , drs. [inspecteur 5] en mr. dr. [inspecteur 6] . Van hetgeen op de zitting is besproken is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan de rechtbank gelijktijdig met de uitspraak een afschrift naar partijen heeft verzonden.

Beoordeling door de rechtbank

Feiten

Motivering

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep