Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 03-01-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:11, 24/2641
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 03-01-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:11, 24/2641
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 3 januari 2025
- Datum publicatie
- 3 februari 2025
- Annotator
- Zaaknummer
- 24/2641
- Relevante informatie
- Art. 8:61 Awb, Art. 6.33 Wet IB 2001, Art. 6.34 Wet IB 2001
Inhoudsindicatie
IB/PVV, giftenaftrek
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 24/2641 tot en met 24/2644
[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 19 januari 2024.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor de jaren 2017 tot en met 2020 aanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd (de aanslagen). Gelijktijdig met de aanslag IB/PVV voor het jaar 2020 is aan belanghebbende een bedrag van € 4 aan belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).
Belanghebbende heeft in een schrijven van 22 mei 2023 aangegeven het niet eens te zijn met de aan hem opgelegde aanslagen IB/PVV voor de jaren 2017 tot en met 2020.
De inspecteur heeft het schrijven van belanghebbende van 22 mei 2023 aangemerkt als verzoeken om ambtshalve vermindering van de aanslagen IB/PVV voor de jaren 2017 tot en met 2020. De verzoeken om ambtshalve vermindering zijn afgewezen.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van de verzoeken om ambtshalve vermindering. De bezwaren van belanghebbende zijn afgewezen.
De inspecteur heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.
De inspecteur heeft bij de rechtbank een verzoek ingediend tot het geheimhouden van de namen van degenen die namens de inspecteur op zitting zullen verschijnen.
De geheimhoudingskamer van de rechtbank heeft het verzoek om geheimhouding van de namen van de inspecteurs toegewezen bij uitspraak van 18 november 2024.1
De rechtbank heeft de beroepen op 22 november 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende en twee personen namens de inspecteur. De namen van degenen die namens de inspecteur zijn verschenen worden niet in deze uitspraak opgenomen vanwege de beslissing van de geheimhoudingskamer daarover (zie 1.7). De voorzitter van de geheimhoudingskamer heeft voorafgaand aan de zitting vastgesteld dat de personen die namens de inspecteur ter zitting optreden de personen zijn die zijn genoemd in de geheimgehouden mandaatbesluiten.