Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 09-01-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:114, 23/9100

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 09-01-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:114, 23/9100

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
9 januari 2025
Datum publicatie
20 januari 2025
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2025:114
Zaaknummer
23/9100
Relevante informatie
Art. 13bis Wet LB, Art. 55 AWR

Inhoudsindicatie

Correctie privégebruik auto. Rittenadministraties niet sluitend. Beroep ongegrond.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummer: BRE 23/9100

[belanghebbende] , uit [plaats 1] , belanghebbende,

(gemachtigde: mr. D.J.E. de Kruif, verbonden aan De Bont Advocaten)

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 6 juli 2023.

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2018 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 205.749 (de aanslag). Gelijktijdig heeft de inspecteur belastingrente in rekening gebracht naar een bedrag van € 8.945 (de belastingrentebeschikking).

1.2.

De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.

1.3.

De rechtbank heeft het beroep op 17 oktober 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende, de gemachtigde van belanghebbende bijgestaan door mr. A.W.C. Peeters en namens de inspecteur, mr. [inspecteur 1] , mr. [inspecteur 2] , drs. [inspecteur 3] en drs. [inspecteur 4] . Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgesteld waarvan een afschrift gelijktijdig met de uitspraak naar partijen wordt verzonden.

Beoordeling door de rechtbank

Feiten

Overwegingen

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep