Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 06-01-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:16, 23/11093
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 06-01-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:16, 23/11093
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 6 januari 2025
- Datum publicatie
- 9 januari 2025
- Annotator
- Zaaknummer
- 23/11093
- Relevante informatie
- Art. 4.17a Wet IB 2001, Art. 4.39a Wet IB 2001, Art. 26a Uitv reg IB 2001
Inhoudsindicatie
Hoogte verkrijgingsprijs aanmerkelijk belang. Artikel 4.17a Wet IB 2001.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/11093
[belanghebbende] , uit [plaats 1] , belanghebbende,
(gemachtigde: mr. A. Deckers),
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 18 oktober 2023.
De inspecteur heeft aan belanghebbende over het jaar 2020 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 366.513, naar een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 116.500 en naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 181.
Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de inspecteur belanghebbende € 1.993 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep op 18 december 2024 op zitting behandeld. Hieraan heeft belanghebbende deelgenomen, bijgestaan door de gemachtigde. Namens de inspecteur hebben [inspecteur 1] MSc en mr. [inspecteur 2] deelgenomen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat met deze uitspraak wordt meegezonden.