Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 01-04-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:1891, 23/3775

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 01-04-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:1891, 23/3775

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
1 april 2025
Datum publicatie
7 april 2025
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2025:1891
Zaaknummer
23/3775
Relevante informatie
Art. 67f AWR, Art. 20 AWR

Inhoudsindicatie

Omzetbelasting. Vergrijpboete

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummer: BRE 23/3775

[belanghebbende] B.V., gevestigd te [plaats] , belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 16 juni 2023.

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd over het tijdvak 1 april 2017 tot en met 31 december 2017 van € 48.024 (de naheffingsaanslag).

1.2.

Gelijktijdig met de vaststelling van de naheffingsaanslag heeft de inspecteur € 8.053 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking) en een vergrijpboete van € 24.012 opgelegd (de vergrijpboete).

1.3.

De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.

1.4.

De rechtbank heeft het beroep op 26 februari 2025 op zitting behandeld gelijktijdig met de zaak met nummer 24/3427. Hieraan heeft belanghebbende deelgenomen. Namens de inspecteur hebben mr. [inspecteur 1] , [inspecteur 2] , [inspecteur 3] , mr. [inspecteur 4] deelgenomen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

Beoordeling door de rechtbank

Feiten

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep