Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 09-01-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:86, BRE 23/9686
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 09-01-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:86, BRE 23/9686
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 9 januari 2025
- Datum publicatie
- 13 januari 2025
- Annotator
- Zaaknummer
- BRE 23/9686
- Relevante informatie
- Art. 18a Wet LB
Inhoudsindicatie
vennootschapsbelasting, foutenleer, pensioenvoorziening
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/9686
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 januari 2025 in de zaak tussen
[belanghebbende] BV, statutair gevestigd te [plaats] , belanghebbende,
(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 9 augustus 2023.
De inspecteur heeft aan belanghebbende over het jaar 2019 een aanslag in de vennootschapsbelasting (Vpb) opgelegd naar een belastbaar bedrag van € 95.702 (de aanslag). Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de inspecteur belanghebbende € 2.982 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep op 28 november 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben namens de inspecteur deelgenomen: mr. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] .
Namens belanghebbende is, met bericht van verhindering, niemand verschenen.