Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 24-02-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:999, 23/10786
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 24-02-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:999, 23/10786
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 24 februari 2025
- Datum publicatie
- 27 februari 2025
- Annotator
- Zaaknummer
- 23/10786
- Relevante informatie
- Art. 4.16 Wet IB 2001
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. Fictief vervreemdingsvoordeel aanmerkelijk belang bij emigratie. Naar het oordeel van de rechtbank staat het belastingverdrag tussen Nederland en België er niet aan in de weg dat de inspecteur inkomen uit aanmerkelijk belang vanwege een fictieve vervreemding van een in België gevestigde vennootschap in een conserverende aanslag begrijpt.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/10786
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
(gemachtigde: mr. drs. R. van Scharrenburg),
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 6 oktober 2023.
De inspecteur heeft aan belanghebbende over het jaar 2018 een conserverende aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een te conserveren inkomen uit aanmerkelijk belang van € 3.157.086 (de aanslag).
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende gegrond verklaard en de conserverende aanslag verminderd tot een berekend naar een te conserveren inkomen uit aanmerkelijk belang van € 2.653.085.
De rechtbank heeft het beroep op 14 januari 2025 op zitting behandeld. Hieraan heeft de gemachtigde deelgenomen, bijgestaan door [naam] en mr. L.C.H.N. Kuivenhoven. Namens de inspecteur hebben mr. [inspecteur 1] , mr. [inspecteur 2] , [inspecteur 3] en [inspecteur 4] deelgenomen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.