NTFR 2013/1162 - Manwatching op het VTO
NTFR 2013/1162 - Manwatching op het VTO
In 1979 verscheen Manwatching: A Field Guide to Human Behavior1 van de Britse zoöloog Desmond Morris. In dit boek onderzoekt Morris verschillende aspecten van het menselijk (groeps)gedrag, zoals lichaamstaal, hiërarchische verhoudingen en natuurlijk paringsrituelen.
Manwatching is één van mijn lievelingsboeken. Eind jaren tachtig vond ik een exemplaar in de boekenkast van mijn grootouders. Op regenachtige dagen bestudeerde ik het aandachtig met – zou ik haast zeggen – alle gevolgen van dien.
Een tijdje terug moest ik weer denken aan Manwatching. Wat zou er gebeuren als de zoölogische methode z0u worden toegepast op mijn eigen habitat, de Nederlandse fiscaliteit van de vroeg eenentwintigste eeuw? De alfamannetjes kan ik er zelf wel uitvissen, maar hoe opereren fiscalisten over het overige in groepsverband? Ik besloot deze vragen te onderzoeken.
Omdat je nu eenmaal niet overal op kunt focussen, moest ik mijn werkgebied afbakenen. De keuze viel uiteindelijk op een veelvoorkomende fiscaal groepsritueel: het vaktechnisch overleg (VTO). Ook bekend onder de noemers ‘jurisprudentielunch’ of ‘Vakstudie vergadering’, biedt dit een uitgelezen kans om mijn onderzoekssubjecten in hun natuurlijke omgeving te observeren.
Hieronder volgt een verkorte versie van het verslag dat ik binnenkort aan The American Journal for Fiscal Zoology zal aanbieden onder de titel: ‘The Treatment of Technical Literature in Advanced Tax Communities – A Preliminary Study’.
Inleiding
Vaktechniek is een belangrijk aspect van het leven van elke fiscalist. Elke week verschijnt een enorme hoeveelheid vakliteratuur en hoewel deze van wisselende kwaliteit is en soms zelfs van een twijfelachtige relevantie. Toch dient alles steeds bekeken en gelezen te worden. Binnen de fiscaliteit rust nog steeds een groot taboe op ‘iets missen’.
Omdat veel fiscalisten in groepsverband werken, ligt het voor de hand dat zij hun krachten bundelen en de vakliteratuur op collectieve wijze te lijf gaan. Het zogeheten ‘vaktechnisch overleg’ speelt hierbij een centrale rol. Deze bijeenkomsten bieden een kans om de wekelijkse stukken te bespreken en komen in alle lagen van de fiscaliteit voor.
Zoals iedereen weet, verschillen deelnemers nogal in hun houding ten opzichte van en participatie aan het VTO. Het is zelfs mogelijk om – met toepassing van de beginselen van manwatching– afzonderlijke vaktechnische profielen te identificeren.
Met dit als uitgangspunt, wordt in het onderstaande een rudimentair classificatiesysteem voor VTO-deelnemers gepresenteerd. Dit systeem berust allereerst op een fundamenteel onderscheid tussen ‘actieve’ en ‘passieve’ deelnemers. Deze groepen worden vervolgens onderverdeeld in subgroepen op basis van specifieke vaktechnische voorkeuren.
De onderlinge verhouding tussen de groepen is fascinerend, maar valt buiten de reikwijdte van dit stuk. Dit laatste geldt ook voor de normatieve vraag of een bepaald profiel beter of slechter is dan een ander. Hieronder volgt een bespreking van de zeven vaktechnische profielen.
Profiel 1: Allrounders
Allrounders zijn generalisten die behoren tot de actieve VTO-deelnemers. Een Allrounder is een fiscalist met een brede (maar in beginsel niet bovengemiddelde) belangstelling voor meerdere facetten van het belastingrecht en een inherente juridische interesse. Een VPB-Allrounder ‘pikt graag een graantje mee’ bij de btw en de overdrachtsbelasting. Andersom vindt een Allrounder die normaliter met indirecte belastingen werkt de innovatiebox ook ‘best grappig’.
Bij de bestudering van vakliteratuur is de Allrounder competent op het saaie af. Elke week scant hij de Vakstudie Nieuws en het NTFR en leest voor de belangrijkste stukken achtereenvolgens de samenvatting, de brontekst en de noot of het commentaar. Als een nieuwe regeling wordt ingevoerd, zijn het de Allrounders die als eerste de memorie van toelichting uit hebben.
Een ander trekje van dit type is het bestellen van allerlei vakliteratuur en studiemateriaal. Ook het roulerende kantoorexemplaar van de BNB ligt het vaakst bij hem of haar op het bureau, al ontbreekt soms de tijd om het echt te lezen. De Allrounder heeft een positieve grondhouding ten aanzien van zowel het internationale belastingrecht als het EU-recht maar vindt het naar eigen zeggen ‘wel heel erg ingewikkeld, hoor’. Hij maakt dankbaar gebruik van de conclusies van de Nederlandse advocaten-generaal of zoekt elders hulp.
Onder bepaalde omstandigheden kan een Allrounder (met behoud van zijn primaire Allround–identiteit) geboeid raken door een specifiek onderwerp. Typische voorbeelden zijn de toepassing van een bepaalde renteaftrekbeperking of een internationaal thema als beneficial ownership. Hier stort de Allrounder zich met ongekende passie op. Onder bepaalde omstandigheden kan dit zelfs uitmonden in een WFR–artikel of een stuk in het MBB, dat dan weer door andere Allrounders gelezen zal worden.
Profiel 2: Pragmatici
Net als de Allrounders zijn de Pragmatici generalisten uit de familie van de actieve VTO-deelnemers. Dit is één van de grootste groepen, want in de meeste vaktechnische overleggen hebben óf de Pragmatici óf de Allrounders de overhand.
Pragmatici vinden vaktechniek eigenlijk niet leuk. Ze zien weliswaar de noodzaak van al het leeswerk en de ellelange vergaderingen, maar vinden het recht zelf nogal droog. Hierin schuilt het grootste verschil met de Allrounders. In een ideale wereld zou de Pragmaticus zijn wekelijkse vakliteratuur als podcast in de auto ontvangen of anders in bullet points per sms.
De relatie tussen de Pragmaticus en zijn vakliteratuur is bovenal pragmatisch met telkens als centrale vraag: ‘Wat betekent dit nou voor de fiscale praktijk?’ Als een Pragmaticus vermoedt dat een ontwikkeling direct relevant is voor iets waar hij toevallig mee bezig is, is de kans groot dat hij zich er opeens in vast bijt. Hij wil dan letterlijk alles weten over dat specifieke vraagstuk en stelt vraag na vraag aan de Traditionalist.
Tijdens een vaktechnisch overleg is de Pragmaticus meestal degene die vraagt: ‘Maar kan het nou wel of niet?’ of ‘Wat moet ik er dan mee?’ Hiermee kan hij vooral de Exoten op de kast jagen.2 Het is namelijk niet altijd duidelijk of de Pragmaticus oprecht op zoek wil naar nieuwe inzichten of dat hij eigenlijk vindt dat ‘vage’ of ‘onpraktische’ onderwerpen niet geagendeerd moeten worden (‘is alleen maar tijdsverspilling’).
Het is tot slot interessant om te zien dat zelfs het taalgebruik van een Pragmaticus zijn gebrek aan juridische interesse verraadt. Uitlatingen als ‘dan wordt de receivable3 toch gewoon ge-assigned en ge-novate’ of ‘dat ragt dus als een malloot door de P&L’ zijn onmiskenbaar van een Pragmaticus afkomstig.
Profiel 3: Traditionalisten
De Traditionalisten zijn specialisten en horen bij de actieve VTO deelnemers.
Traditionalisten vormen een veel kleinere groep dan de Allrounders of de Pragmatici. Hun voornaamste kenmerk is een focus op één deelgebied van het Nederlands belastingrecht of zelfs een sub-element daarvan (bijvoorbeeld een bepaald leerstuk of zelfs bepaling). Sporadisch kan sprake zijn van een uitstap naar een flankerend rechtsgebied (vaak het formeel belastingrecht of het burgerlijk recht).
Traditionalisten worden geboeid door alles wat hun expertisegebied(je) aangaat. Het stadium van ‘inherente interesse’ is de Traditionalist al lang gepasseerd; hij houdt echt van het recht. Dit sijpelt door naar het dagelijkse taalgebruik, want onder Traditionalisten is Hoge Raads4 nog steeds de lingua franca. Traditionalisten omringen zich het liefst met andere Traditionalisten. Samen kunnen ze zich eindeloos verbazen over de vaktechnische capriolen van de andere profielen.
Een schaduwzijde van een zodanig intense relatie met het recht is dat een Traditionalist vreselijk gekwetst raakt als de Hoge Raad iets beslist dat (volgens hem) niet binnen de doctrinaire kaders past. Het aller-, allerergste wat een Traditionalist kan overkomen is dat een nietsvermoedende collega dan monter zegt: ‘Nou, dit is zeker niet onbegrijpelijk…’ Het is niet te voorspellen of de Traditionalist zich dan zachtjes kermend terugtrekt of zijn verdriet juist externaliseert. Indien het laatste: zoek dekking!
Aangaande de vakliteratuur hebben Traditionalisten alleen oog voor arresten van de Hoge Raad, noten in de BNB en soms een stukje in een liber amicorum. Al het overige, inclusief uitspraken van lagere rechters en alles wat afkomstig is uit Luxemburg, dreigt zo aan ze voorbij te gaan. Iets dergelijks speelt ook bij de tweede specialisten groep, de Exoten. Regelmatig contact met alle andere actieve VTO-deelnemers (maar vooral de Allrounders) is de oplossing.