NTFR 2013/1693 - Fiscale mist

NTFR 2013/1693 - Fiscale mist

dFS
dr. F.P.J. SnelAls belastingadviseur verbonden aan Snel Corporate Tax & Law in Amsterdam.
Bijgewerkt tot 5 september 2013

Prinsjesdag nadert. Ik ben nieuwsgierig, er lijken flinke fiscale veranderingen op til. Onze economie is in crisis. Duidelijk is dat de politiek op zoek is naar geld. Daarbij zullen ze hun kiezers zoveel mogelijk willen ontzien. Of in ieder geval de indruk wekken dat te doen.

Tegelijkertijd zullen diverse economische goeroes in de verschillende media hun ‘stuurlui-aan-de-wal’-gelijk met enige of zelfs veel stelligheid onder uw aandacht brengen.

Maar, sommige onderdelen van het grotere verhaal, krijgen weinig tot geen aandacht.

Verborgen belastingen

Niet alles wat de Belastingdienst heft, is een belasting. Maar ook het omgekeerde is waar. Er zijn vele vormen van overheidsfinanciering die in economische zin als belastingheffing kunnen gelden, maar die als het ware onzichtbaar zijn.

Van een afstand bezien zullen uiteindelijk vrijwel alle echte overheidsuitgaven gefinancierd worden uit belastingen. Het geld dat de overheid nu leent om haar uitgaven te financieren, zal ooit (met rente) terugbetaald moeten worden. Als we dus willen weten hoe hoog de belastingdruk is, moeten we kijken naar de overheidsuitgaven als percentage van het bruto binnenlands product.

Wat zijn veel voorkomende vormen van verborgen belastingheffing?

De belangrijkste verborgen belastingheffing is inflatie. Als de overheid ‘geld bijdrukt’ zonder dat het binnenlands product gegroeid is, vermindert de waarde van het geld dat al in omloop was. In feite is inflatie een algemene bezitsbelasting van de bezitters van geld. Een voordeel van inflatie is, dat het ook zwart geld treft. Het was, wellicht daarom, voor de invoering van de euro populair in Zuid-Europese landen. Toen ze na de invoering van de euro die mogelijkheid grotendeels kwijt waren, kwamen ze in tien jaar in de problemen. In diverse landen is het weer populair. Juist ook in de VS, waar formele belastingverhoging onbespreekbaar is.

Binnen de eurozone is inflatoire overheidsfinanciering weliswaar beperkt, maar wordt de rente door de ECB kunstmatig laag gehouden. Ook dit is een vorm van verkapte belastingheffing. Het houdt de kosten van de staatsschulden kunstmatig laag, onder andere door staatsobligaties op te kopen en door hun officiële rentetarieven. Maar dat het in feite belasting is, laat zich gemakkelijk zien: In plaats van 4% rente waarover 50% belasting wordt geheven, gewoon maar 2% rente betalen komt voor de houder van een staatsobligatie op hetzelfde neer. Deze verkapte heffing komt vooral neer bij spaarders en pensioenfondsen. Zou de ECB de rente weer laten oplopen, dan zouden de dekkingsgraden snel stijgen en hoefden huidige en toekomstige pensioen niet gekort te worden.

Veel onder toezicht staande investeerders (bank, verzekeringsmaatschappijen, lagere overheden, publieke beleggingsfondsen en pensioenfondsen) zijn formeel of feitelijk verplicht om staatsobligaties van hun land te kopen. Het maakt de vraag groot en houdt daarmee de rente laag. Veilig? Vraag dat maar aan de Griekse, Italiaanse, Portugese en Spaanse banken. Naast echte staatsobligaties, zijn er ook verkapte staatsobligaties: door de staat gegarandeerde schulden van anderen.

Wie draagt de lasten

Niet alleen zijn belastingen soms verstopt, ook van de niet-verstopte belastingen weten we niet of nauwelijks wie de werkelijke last draagt.

Jort Kelder ging laatst eloquent tekeer tegen de hoge belastingdruk voor hem, vooral tegen de 16%-crisisheffing.

‘(...) De crisisheffing komt bovenop de € 162.256 inkomstenbelasting en € 59.849 winstbelasting die ik in 2012 al gireerde aan de Ontvanger der Rijksbelastingen.(...) Belasting betalen stemt mij trots en treurig tegelijk. Trots, omdat ik als kleine neringdoende toch maar mooi in staat ben zulke sommen bij te dragen aan het nut van het algemeen. Treurnis omdat ik die crisisheffing liever aan Het Beloofde Varkensland, Wakker Dier of een ander door mij aan te wijzen goed doel schenk, dan dat mijn duiten te zien verdampen in een bodemloze put te ’s-Gravenhage, Athene of Nicosia. Sta ik alleen in mijn twijfel? Bezondig ik mij aan onbeschaafde gedachtes als ik die ene allesoverheersende vraag stel: wat krijg ik als burger eigenlijk terug voor die € 248.840 betaalde belastingen? (...) Ironisch genoeg zal die groep van overbetaalde functionarissen in loondienst het bonnetje ongezien doorsturen naar de afdeling boekhouding. Blijven over: een onbekend aantal duizenden ondernemers die hun eigen werkgever zijn’

(http://www.jortkelder.nl/artikel/rijk_rechts_en_radeloos).

Het gaat mij vooral om de laatste twee zinnen. Ik begrijp Jorts uitbarsting. Maar, ... Iedereen (dus ook Jort Kelder) die belastingen in rekening gebracht krijgt, zal proberen die door te berekenen. Óf door een lagere prijs te betalen, óf door een hogere prijs te vragen. Elke belastingheffing wordt (gedeeltelijk) afgewenteld. Echter, het is niet met voldoende nauwkeurigheid vast te stellen hoeveel en op wie. Ook degene op wie een deel van de belastingheffing wordt afgewenteld, zal zelf weer proberen dat weer verder af te wentelen op een derde. Pogingen om afwenteling in economische modellen te vatten leveren wel enig inzicht op, maar bieden uiteindelijk geen exacte weergave van de werkelijkheid – laat staan dat ze een betrouwbare toekomstvoorspelling zijn.

We nemen ons hier en nu dus als vanzelfsprekend uitgangspunt. Sterker nog, we nemen onszelf impliciet als uitgangspunt. We praten tegen onze computer, bomen en muren, we zijn verliefd op auto’s, huizen en onze iPad. Vroeger zagen we goden in de hemel, de zee en de rotsen. We kleden hondjes als kinderen, knuffelen paarden en zwemmen met dolfijnen. En we zagen (en zien) grote bedrijven als een inhalige meneer met een hoge hoed en een jacquet. Kortom, we hebben de neiging om alles als een (soort) mens te zien. In ouderwets jargon: een antropomorfe benadering. Ook (grote) ondernemingen worden aangezien voor mensen. We dichten hun een moraal toe. We dichten hun beslissingen toe. En we dichten hen belastingheffing toe.

Maar die redenering is onzinnig. Ondernemingen zijn geen personen. Rechtspersonen worden voor sommige rechtsgebieden, zoals het vermogensrecht, behandeld als personen. Maar het zijn geen personen. Ze kunnen niet denken of voelen. Ze kunnen niet sterven en zich niet voortplanten. Ze hebben geen stemrecht, mogen niet trouwen en hebben geen recht op een bijstandsuitkering. We moeten onze antropomorfe grondhouding dus laten varen, (een groep van) rechtspersonen kunnen we niet hetzelfde behandelen als een mens, omdat het er geen is. Dat is ook economisch contraproductief en het dient ook geen hoger doel van rechtvaardigheid. Belasting die wordt geheven van rechtspersonen, drukt uiteindelijk op mensen.

Gratis geld bestaat niet, het kan ook niet bestaan!

We weten dus nooit wie de lasten echt draagt. Maar we weten wel dat elke wijziging in belastingheffing gevolgen heeft voor allerlei anderen dan de ‘geadresseerde van de blauwe enveloppe’.

De wereld is niet onveranderlijk. Sterker nog, de wereld verandert voortdurend. Wijzigingen in belastingheffing beïnvloeden talloze beslissingen en daarmee de economie. En die economie wordt ook door allerlei andere factoren beïnvloed. Daardoor zijn de gevolgen van willekeurig welke belastingmaatregel niet nauwkeurig in te schatten.

Wat in ieder geval niet mogelijk is, is extra belasting heffen zonder dat iemand het merkt. Als er € 1.000 miljard belasting wordt ontweken en ontdoken binnen de EU en we zouden dat tot de helft verminderen, dan betekent dit ook dat burgers en bedrijven € 500 miljard minder hebben om uit te geven of te besparen. Als we € 1 miljard extra willen heffen van werkgevers via de crisisheffing, dan hebben de werkgevers een extra personeelslast van € 1 miljard. Dat merken de belanghebbenden bij die ondernemingen: werknemers, leveranciers, klanten, schuldeisers en eigenaars.

Afronding

Zoals uit het bovenstaande blijkt, de werkelijkheid is weerbarstig en lastig te vatten.

Talloze verborgen belastingen worden niet als zodanig benoemd. En dat (verborgen) belastingen voor een deel worden afgewenteld op anderen, wordt ook niet genoemd. Kortom, wie welke lasten werkelijk draagt, wordt niet helder. En de (neven)effecten van bepaalde belastingen worden onderbelicht. Maar vooral: gratis geld kan niet bestaan.

De keizer heeft vaak weinig kleren aan, en ik ben het jongetje langs de kant dat het hardop zegt.