NTFR 2014/1340 - Zaklopen

NTFR 2014/1340 - Zaklopen

mBvH
mr. B.F.A. van HuijgevoortRaadsheer bij Hof Arnhem-Leeuwarden.
Bijgewerkt tot 15 mei 2014

Nee … nee … nee … het is niet wat u denkt! U dacht natuurlijk meteen aan het spel (bijna een sport, als men de ernst ziet waarmee het soms wordt beoefend), waarbij de deelnemers een bepaald parcours moeten afleggen met hun benen in een zak (meestal een jute aardappelzak) gestoken (Wikipedia).

Waar ik op doel, is het arrest van 7 maart 2014, nr. 13/01494, NTFR 2014/1044, met commentaar van Rolleman. In dit arrest had iemand zijn auto stilgezet op een parkeerplaats gelegen voor een wasserette en, zonder eerst parkeerbelasting te voldoen, daar een zak met wasgoed met een gewicht van twaalf kilo ter reiniging afgegeven. De verbalisant toverde een naheffingsaanslag parkeerbelasting uit zijn zak.

Art. 225, lid 2, Gem.w., bepaalt onder meer dat onder parkeren wordt verstaan het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk laden of lossen van zaken. Is hier sprake geweest van lossen?

Uit het arrest kan worden afgeleid dat zal moeten worden vastgesteld:

I. of het voertuig uitsluitend heeft stilgestaan zo lang als nodig was voor het ononderbroken verrichten van het geheel van handelingen dat redelijkerwijs noodzakelijk is om zaken ter plaatse in ontvangst te nemen en in het voertuig te brengen, dan wel uit het voertuig te halen en aan de geadresseerde af te geven en dat tot de handelingen ook de afgifte van een ontvangstbewijs kan behoren; en

II. dat het gaat om zaken van een zodanige omvang of gewicht dat zij niet of bezwaarlijk op een andere wijze dan per voertuig ter plaatse kunnen worden gehaald of gebracht.

Ik zal deze punten hierna uitwerken.

I. Wat als men zaken ophaalt of wegbrengt en dan ook nog moet betalen? Het lijkt mij verdedigbaar dat betaling ook tot de handelingen behoort. Maar hoe zit het dan als men wil pinnen en het pinapparaat van de winkel kapot is. Snel even lopen naar een geldautomaat om contanten te pinnen, met het risico van een naheffingsaanslag parkeerbelasting? Of bij binnenkomst constateren dat de winkel helemaal geen pinapparaat heeft. Ter voorkoming van iedere discussie is het verder zeer aan te raden om in de winkel in ieder geval niet de mobiele telefoon op te nemen want dan zou het zo kunnen zijn dat hierdoor geen sprake meer is van het ononderbroken verrichten van handelingen. Verder zou een ieder alert moeten worden als er in de winkel tien wachtenden zijn. Is er dan nog sprake van laden of lossen? Ook dat is natuurlijk een glijdende schaal. Wat bij drie wachtenden of bij vijf wachtenden? Of hangt het niet af van het aantal wachtenden, maar van de verwachte wachttijd? Een en ander doet mij ook denken aan een eigen situatie waarbij ik in een stomerij ook altijd de tijd nam om de hond te aaien. Hierbij lijkt een naheffingsaanslag parkeerbelasting een reële mogelijkheid te zijn, maar gelukkig ging ik bijna altijd op de fiets. En, als je bij een vriend/kennis ‘even’ iets ophaalt of afgeeft, zeker geen koffie gaan drinken!

II. In de jurisprudentie is een bonte verzameling van gevallen aan de orde geweest over de vraag of het gaat om zaken van een zodanige omvang of gewicht dat zij niet of bezwaarlijk op een andere wijze dan per voertuig ter plaatse kunnen worden gehaald of gebracht. Ik verwijs voor een overzicht naar de conclusie van 30 oktober 2013 voor het hiervoor genoemde arrest (NTFR 2014/437 met commentaar van Rolleman). Zo is uit jurisprudentie af te leiden dat de volgende zaken niet van een zodanige omvang of gewicht zijn: post, ook die niet door een brievenbusopening past, kledingstukken, een SD-geheugenkaart, gezuiverd water, drie boeken, een sleutel, een taart en het oordeel dat omdat het een kleine personenauto betrof waarin geen grote voorwerpen zoals grote meubels kunnen zijn vervoerd. Zaken die volgens jurisprudentie wel van een zodanige omvang of gewicht zijn: een in een doos verpakte combimagnetron van ongeveer 70 x 50 cm met een gewicht van vijftien kilo, twee in dozen verpakte beeldschermen, een in een doos verpakte stereo-installatie en twee luidsprekers van ongeveer 40 cm x 30 cm x 100 cm met een gewicht van vijftien kilo, promotiemateriaal waarbij zeven- à achtmaal heen en weer is gelopen, een antiek tafeltje van 57 cm x 30 cm met een gewicht van zeven kilo, een omvangrijke bestelling broodjes (hoeveel dat er waren, is niet uit de uitspraak af te leiden) en twintig liter vloerverzorging én vloersponsen. Uit het hiervoor genoemde arrest zou kunnen worden afgeleid dat twaalf kilo van een zodanig gewicht is aangezien anders, naar ik aanneem, de zaak door de Hoge Raad niet zou zijn verwezen. Maar waar ligt nu de grens? Vijf kilo? Acht kilo? Tien kilo? Het ophalen van een taart is dus geen laden, maar hoe zit het dan met bijvoorbeeld een bruidstaart? Afhankelijk van de diameter? Of wat als je twee taarten ophaalt (kan men mogelijk wel stapelen)? Een andere discussie die aan de orde kan komen, is bijvoorbeeld het ophalen van een zak hondenvoer. Is het een grote zak (vijftien tot twintig kilo) of een kleine zak (vijf kilo)? Misschien een reden bij de keuze voor een hond? Of het ophalen van bier; toch maar twee kratten meenemen? Andere vraag: moet je kijken of je de zaken met een fiets kunt ophalen, met een scooter, te voet of nog op andere wijze? En wat als iemand een bakfiets heeft? En speelt misschien een rol wie de eventuele belastingplichtige is. Is het een krachtpatser of een besje van negentig?

Wellicht kunt u ook nog een duit in het zakje doen met het verzinnen van een situatie. Lukt dat niet, dan hoeft u niet in de piepzak te zitten, ook niet in zak en as en u krijgt ook niet de zak. Dat alles kunt u in uw zak steken.

Ik realiseer mij dat in het voorgaande misschien ietwat te sterk is aangezet. Toch sluit ik zeker niet uit dat sommige gevallen in de jurisprudentie aan de orde zullen komen. Ik verheug me erop, eens zien of ik voorspellende gaven heb. U bent in ieder geval gewaarschuwd!