NTFR 2018/971 - Kabinet laat MKB in de kou staan!

NTFR 2018/971 - Kabinet laat MKB in de kou staan!

pdmEH
prof. dr. mr. E.J.W. HeithuisProf.dr.mr. E.J.W. Heithuis is hoogleraar fiscale economie en fiscaal recht Universiteit van Amsterdam respectievelijk Open Universiteit en wetenschappelijk adviseur BDO Belastingadviseurs.
Bijgewerkt tot 26 april 2018

Op 10 oktober 2017 heeft het kabinet in het regeerakkoord 2017-2021, getiteld ‘Vertrouwen in de toekomst’, zijn plannen voor de toekomst gepresenteerd. Op fiscaal terrein bevat het regeerakkoord meer voorstellen dan menigeen zal hebben verwacht. Ik noem de volgende: in de vennootschapsbelasting stelt het kabinet een verlaging van de VPB-tarieven voor naar 21% (bij meer dan € 200.000 winst) respectievelijk 16% (tot € 200.000 winst) alsmede de afschaffing van de dividendbelasting (behalve in misbruiksituaties en naar zogenoemde ‘low tax jurisdictions’). Hiervan profiteert vooral het grote internationaal opererende bedrijfsleven. In de inkomstenbelasting worden de huidige vier belastingtarieven – materieel zijn het er overigens drie, want het (effectieve) tarief in de tweede en derde schijf is (al jaren) gelijk – teruggebracht tot twee tarieven van 37% (afgerond) en 49,5%, een zogenoemde vlaktaks plus. Hiervan profiteren vooral de werknemers. De vraag is hoe dit nu zit voor het midden- en kleinbedrijf, zeg maar de IB-ondernemers en directeuren-grootaandeelhouders. Daarover gaat deze opinie, maar de titel ervan maakt al duidelijk dat zij er bekaaid vanaf komen.

IB-ondernemers

Op het eerste oog zou gedacht kunnen worden dat de ondernemers in de inkomstenbelasting ook profiteren van de tariefverlaging in box 1 in de IB, want hun winst uit onderneming wordt in box 1 belast en die tarieven gaan omlaag. Maar dat blijkt bij nadere beschouwing een misverstand. In het regeerakkoord staat namelijk ook dat alle aftrekposten in de IB voortaan nog maar aftrekbaar zullen zijn tegen het laagste tarief van 37% (afgerond). Op dit moment is dit al enige jaren geleden in gang gezet voor de eigenwoningrenteaftrek, die met een beperking van een 0,5%-punt per jaar naar het laagste IB-tarief kruipt. Dit tempo zal worden versneld, want dat wordt 3%-punt per jaar. Over zo’n vier à vijf jaar zitten we met deze aftrekpost dan op het laagste belastingtarief. Maar dit geldt dus voor alle aftrekposten in de IB. Het regeerakkoord noemt de zelfstandigenaftrek met naam en toenaam, maar inmiddels is gebleken dat dit ook zal gelden voor de MKB-winstvrijstelling. Met name die laatste aftrekpost is voor IB-ondernemers substantieel, en dan maakt het nogal wat uit of je die tegen 49,5% mag vergelden of slechts tegen 37% (afgerond). Effect van deze aftrekbeperking is echter dat de tariefverlaging voor IB-ondernemers zo geheel wordt geneutraliseerd, zodat IB-ondernemers nauwelijks profiteren van de tariefverlaging in box 1. Onderstaande tabel laat dit zien:

Nu 44,72%
Straks 44,32%
Verschil00,40%

Ten opzichte van nu leidt het regeerakkoord dus slechts tot een marginale belastingdrukverbetering van 0,4%-punt, en deze is derhalve verwaarloosbaar. Dit, terwijl werknemers met een vergelijkbaar inkomen er in de tweede schijf 2,5%-punt op vooruitgaan, te weten van 52% naar 49,5%. Dat is een verschil van meer dan een factor 6! De vraag is voor mij dan toch hoe dit enorme verschil kan worden gerechtvaardigd.

Dit is des te opmerkelijker als wordt bedacht waarom de MKB-winstvrijstelling in 2007 ook alweer was ingevoerd. Dat was namelijk omdat in 2007 bij de Wet werken aan winst de VPB-tarieven drastisch gingen dalen naar de huidige 25% respectievelijk 20%. Het toenmalige kabinet was daarom bevreesd voor een vlucht in de bv. En om dat te voorkomen heeft het de MKB-winstvrijstelling voor IB-ondernemers ingevoerd (van destijds 10%). Dat destijds in 2007 is gekozen voor een grondslagmaatregel in de bron ‘winst uit onderneming’ en niet voor een algemene tariefmaatregel in box 1, komt omdat bij een algemene tariefverlaging in box 1 ook reguliere werknemers (die loon genieten) hiervan zouden profiteren, en dat was onnodig. Werknemers ondervinden immers geen aantrekkingskracht van de bv en de toen voor bv’s doorgevoerde VPB-tariefverlaging deerde hen dus niet. Daarom is destijds volkomen logisch gekozen voor een specifiek op IB-ondernemers gerichte grondslagmaatregel. Dat de MKB-winstvrijstelling als een tariefmaatregel moet worden beschouwd, maar dus vermomd is als een grondslagmaatregel, blijkt ook en juist uit het feit dat de IB-ondernemer een ondernemingsverlies eveneens slechts voor 86%, dus na aftrek van de MKB-winstvrijstelling van 14%, kan verrekenen. Een ondernemingsverlies is dus ook 14% minder ‘waard’. Interessante vraag is overigens nog wel hoe dit straks, mocht het kabinetsplan doorgaan, wordt vormgegeven. Als het kabinet consequent is, zal de ‘waarde’ van het ondernemingsverlies weer moeten toenemen. Maar ik zie nog niet voor me hoe dit (wet)technisch moet worden vormgegeven.

Wat er van dit laatste ook zij, mede hieruit blijkt reeds dat de MKB-winstvrijstelling buiten het kabinetsvoorstel om alle aftrekposten in de IB te vergelden tegen het tarief in de eerste schijf van (afgerond) 37% moet blijven. Dit doet geen recht aan de ratio van de MKB-winstvrijstelling als tariefmaatregel. Sterker nog, aangezien de VPB-tarieven nu opnieuw flink gaan dalen, had met betrekking tot de MKB-winstvrijstelling eerder een tegengestelde beweging voor de hand gelegen: Geen (effectieve) vermindering ervan, maar juist een verhoging! Dit laatste hoeft van mij nu ook weer niet, maar laat de MKB-winstvrijstelling dan in elk geval ongewijzigd in stand.

Directeuren-grootaandeelhouders

Voor directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) geldt iets soortgelijks. Weliswaar profiteren zij van de tariefverlaging in box 1 over hun (gebruikelijke) salaris. Maar daar staat tegenover dat het kabinet voor hen een tariefverhoging in box 2 (aanmerkelijk belang) in petto heeft. Aangekondigd is namelijk dat het aanmerkelijkbelangtarief in twee stapjes zal stijgen tot 28,5% in 2021. Deze ab-tariefverhoging in box 2 neutraliseert voor de dga geheel de VPB-tariefverlaging, want zijn cumulatieve IB+VPB-tarief blijft daardoor vrijwel ongewijzigd, zoals onderstaande tabel laat zien:

Nu43,75%
Straks43,52%
Verschil 00,23%

Dus ook voor de dga is er nauwelijks enig voordeel van het kabinetsbeleid. En dat is ook om een andere reden opmerkelijk. Destijds is in 2007, zoals gezegd, als tegenmaatregel voor IB-ondernemers gekozen voor invoering van de MKB-winstvrijstelling. Er is toen dus nadrukkelijk níét gekozen voor een verhoging van het ab-tarief van box 2, wat toen uiteraard ook mogelijk was. Ik zie niet in waarom die afweging nu anders zou moeten zijn dan destijds in 2007. Destijds lag de keuze voor een verhoging van het ab-tarief in box 2 als tegenmaatregel zelfs meer voor de hand dan nu, aangezien toen het algemene IB-tarief in box 1 op maximaal 52% bleef gehandhaafd. Nu is in het regeerakkoord echter voorzien in een verlaging van het algemene IB-tarief in box 1 naar maximaal 49,5%, waardoor het globale evenwicht tussen de IB-ondernemer enerzijds en de dga anderzijds min of meer automatisch blijft gehandhaafd. Een specifieke tegenmaatregel, gericht op de dga, is nu dus niet nodig.

Dit wordt nog pregnanter als wordt bedacht dat oude winsten bij de bv in het verleden belast zijn geweest tegen het huidige VPB-tarief van maximaal 25%. Wordt dit ook in bovenstaande tabel verwerkt, dan is voor die oude winsten, ervan uitgaande dat er geen compartimenteringsregeling komt, zelfs sprake van een stijgende (!) belastingdruk:

Nu 43,75%
Straks46,38%
Nadeel 02,63%

Ruim 2,5 %-punt hoger dan nu dus! En dan volhouden dat dit kabinet, met nota bene de VVD als grootste en belangrijkste coalitiepartner, ondernemingsvriendelijk is!

Niets doen

Hoe ziet het beeld er nu uit als we niets doen en de aftrek van de MKB-winstvrijstelling tegen het geldende box 1-tarief handhaven én het ab-tarief niet verhogen? Dan luidt de tabel als volgt:

 NuStraksVerschil
IB-ondernemer44,72%42,57%2,15%
DGA43,75%40,75%3,00%
Verschil 00,97%01,82%00,85%

Zowel de IB-ondernemer als de dga gaat er dan op vooruit, maar dat is ook het doel van het kabinet, althans dat zou het moeten zijn. Wel geldt dit voor de dga iets meer dan voor de IB-ondernemer. Het verschil tussen de IB-ondernemer en de dga loopt namelijk iets op – van ongeveer 1%-punt nu naar 1,8%-punt straks – maar is naar mijn mening nog steeds globaal in evenwicht. Dit is zeker het geval als we wat verder terugkijken in de tijd. In het verdere verleden, vóór 2007, toen het algemene VPB-tarief al flink aan het dalen was zonder de tegenmaatregel van de MKB-winstvrijstelling voor IB-ondernemers in box 1. In die jaren was het verschil in maximale belastingdruk tussen de IB-ondernemer en de dga namelijk (veel) groter dan nu en dat was voor de toenmalige kabinetten geen reden om het ab-tarief in box 2 te verhogen. Om een voorbeeld te geven: in 2006 – dus één jaar vóór de VPB-tariefverlaging per 1 januari 2007 – bedroeg het algemene VPB-tarief 25,5% en het algemene IB-tarief in box 1 maximaal 52%. De MKB-winstvrijstelling bestond toen nog niet. De maximale belastingdruk op de overwinst bedroeg voor IB-ondernemers toen dus maximaal 52% en voor dga’s maximaal 44,125%. Ergo, een verschil van maar liefst bijna 8%-punt ten voordele van de dga. Toch was dit relatief grote verschil toen geen reden voor het toenmalige kabinet om het ab-tarief te verhogen. De verschillen blijven in de jongste voorstellen van het kabinet, als we niets doen, aanzienlijk kleiner dan destijds, namelijk slechts 1,8%-punt, dus ik zie niet in waarom nu het ab-tarief in box 2 opeens wél zou moeten worden verhoogd.

Daarbij komt dat het iets oplopende verschil in maximale belastingdruk tussen de IB-ondernemer enerzijds en de dga anderzijds – met 0,85%-punt, namelijk van 0,97%-punt naar 1,82%-punt (zie hiervóór) – naar mijn mening ook is te rechtvaardigen als naar de andere in het regeerakkoord voorgestelde maatregelen wordt gekeken:

  • Verdere beperking van de afschrijving op gebouwen in eigen gebruik tot op 100% van de WOZ-waarde (thans 50% van de WOZ-waarde) voor alleen de VPB-plichtigen;

  • Verdere verkorting van de voorwaartse verliesverrekening in alleen de VPB van de huidige negen jaren tot zes jaren.

Deze maatregelen worden niet voorgesteld voor de IB-ondernemer en raken dus enkel de dga. De IB-ondernemer kan zijn gebouwen in eigen gebruik dus blijven afschrijven tot op (de huidige) 50% van de WOZ-waarde en de IB-ondernemer houdt zijn voorwaartse verliesverrekening van thans negen jaren. En er bestaat nu al een verschil met de dga met betrekking tot de achterwaartse verliesverrekening, ook ten voordele van de IB-ondernemer, want de IB-ondernemer kan zijn ondernemingsverliezen nog steeds drie jaren achterwaarts verrekenen, terwijl de dga dit slechts één jaar kan. Dit reeds bestaande verschil blijft in de kabinetsplannen in stand. En tot slot mag ook niet onvermeld blijven dat dga’s reeds de nadelen hebben ondervonden van het inmiddels verhoogde effectieve tarief van de innovatiebox van 5% naar thans 7%. Is het tegen de achtergrond van al deze verschillen, allemaal ten nadele van de dga, dan zo erg dat bij niets doen het verschil tussen de dga en de IB-ondernemer iets oploopt tot 1,8%-punt, ten voordele van de dga? Mijn antwoord zal duidelijk zijn. Maar vindt men dit verschil van 1,8 %-punt toch te groot, dan kan dit eenvoudig worden ‘gerepareerd’ door bijvoorbeeld de MKB-winstvrijstelling te verhogen naar bijvoorbeeld 15% of 16%. In elk geval sluit zo’n maatregel (in plaats van een ab-tariefverhoging) veel beter aan bij het kabinetsbeleid om alle werkenden – waaronder ook IB-ondernemers en dga’s vallen! – erop vooruit te laten gaan.

MKB-winstvrijstelling ten onrechte ook over ondernemerssalaris

Maar, zo kan men riposteren, de dga profiteert toch van de verlaging van het box 1-tarief naar 49,5% in de hoogste schijf, waar dat nu 52% is? Dat is wel zo, maar ik zie dat niet als een voordeel maar als een beperking van een nadeel, welke beperking ruim tien jaar te laat komt. Dit komt door het volgende. Ik memoreerde al dat de MKB-winstvrijstelling destijds in 2007 is ingevoerd om een vlucht in de bv te voorkomen. Daarbij is toen echter een kapitale fout gemaakt. De MKB-winstvrijstelling is namelijk gaan gelden voor de gehele winst uit onderneming van de IB-ondernemer, ook voor het ondernemerssalaris dat een onderdeel is van die winst. Verzuimd is toen om het ondernemerssalaris uit te zonderen van de MKB-winstvrijstelling. Dat is merkwaardig, want voor het ondernemerssalaris ging helemaal geen aanzuigende werking uit van de verlaging van de VPB-tarieven, aangezien salaris aftrekbaar is van de winst van de bv en daarop dus geen VPB drukt. Die aanzuigende werking van de bv beperkte zich tot de overwinst, zodat de MKB-winstvrijstelling zich tot die overwinst had moeten beperken. Effect hiervan is geweest dat de IB-ondernemer echter al sinds 2007, dus ruim tien jaren, over zijn ondernemerssalaris in vergelijking met de dga én met reguliere werknemers te weinig IB betaalt, namelijk ‘maar’ maximaal 44,72%, terwijl de dga over zijn salaris, net als iedere andere werknemer, maximaal 52% IB (en LB) betaalt. Dat is dus bijna 8%-punt te veel en dat dus al ruim tien jaar lang. Al die jaren is daar niets aan gedaan, ondanks het voorstel van de commissie-Van Weeghel om voor de dga in de loonbelasting de zogenoemde ‘aftrek arbeidsbeloning dga’ in te voeren teneinde dit verschil te mitigeren. Dat voorstel is in de spreekwoordelijke diepe la verdwenen. Naar mijn mening is het nu dus volkomen terecht dat de dga straks minder belasting gaat betalen over zijn salaris dan nu. Maar het is in vergelijking met de IB-ondernemer nog steeds te veel.

Kortom: in de voorstellen van het kabinet blijft de belastingdruk over het ondernemersloon voor IB-ondernemers achter bij dat over het (gebruikelijk) loon van dga’s en van reguliere werknemers, zoals onderstaande tabel laat zien:

IB-ondernemer 44,32%
Dga en werknemer49,50%
Nadeel 05,18%

De IB-ondernemer betaalt straks in de plannen van het kabinet dus nog steeds ruim maximaal 5%-procentpunt minder belasting over zijn ondernemersloon dan de dga en andere werknemers. Ook om deze reden zie ik dus geen enkele noodzaak het ab-tarief van box 2 te verhogen. Sterker nog, naar mijn mening moet er nog meer worden gedaan aan het – dus al sinds 2007 (!) – bestaande grote verschil in belastingdruk over het ondernemersloon ten nadele van de dga. Als het kabinet een globaal evenwicht nastreeft, waarvan ik ook een groot voorstander ben, geldt dat niet alleen voor de belastingdruk over de overwinst maar evenzeer voor de belastingdruk over het ondernemersloon. Aan dit laatste schort het al jaren, en dat blijft in de kabinetsplannen ongewijzigd.

Vergelijking met particuliere belegger in box 3

Conclusie