NTFR 2020/873 - MEGA: Make Europe Great Again!

NTFR 2020/873 - MEGA: Make Europe Great Again!

mFvH
mr. F. van HorzenPartner bij Meijburg & Co belastingadviseurs te Amstelveen.
Bijgewerkt tot 30 maart 2020

Op 22 januari van dit jaar publiceerde de Volkskrant een artikel van Europarlementariër Paul Tang, getiteld ‘EU moet via belastingen vuist maken tegen Trump’.1 In het artikel beschrijft Tang de druk die door Trump op Macron wordt uitgeoefend om de Franse belasting op digitale diensten terug te draaien, onder andere door met hoge Amerikaanse importtarieven op Franse wijn en handtassen te dreigen. ‘Alleen als we ons als Europa niet uit elkaar laten spelen, kunnen we Trump op andere gedachten brengen en een complete botsing voorkomen’, aldus Tang. Tang schakelt vervolgens door naar het initiatief van de OECD inzake ‘the Tax Challenges Arising from the Digitalisation of the Economy’. Tang roept de Europese landen op zich in te zetten voor een ambitieus internationaal akkoord. ‘Lukt dat niet? Dan moeten we snel met onze eigen, liefst EU-brede maatregelen komen. Alleen op deze manier blijven we pestkoppen zoals Trump de baas.’ De oproep van Tang had niet het gewenste effect. Op 23 januari berichtte nrc.next dat Macron tijdens een telefoongesprek met Trump de Franse ‘digitaks’ had weggeven, althans niet zou heffen over 2020, in ruil waarvoor Trump af zou zien van nieuwe importheffingen op Franse exportproducten. Of de Franse heffing in de toekomst actueel zou worden, eventueel met terugwerkende kracht, zou afhangen van het lot van het voorstel van de OECD in 2020.2 Op de dag dat de oproep van Tang werd gepubliceerd, kwam ook de Fransman Thomas Piketty in het nieuws. Niet vanwege zijn nieuwste werk, Kapitaal en Ideologie, maar vanwege huiselijk geweld. In 2009 had hij zijn toenmalige echtgenote het huis uit geduwd waarbij zij kennelijk tegen het deurslot was gevallen. Volgens zijn toenmalige echtgenote was het geen eenmalig, ongelukkig incident. Piketty zou haar een jaar lang regelmatig hebben geslagen.3 Toen in de loop van februari 2020 in Nederland het publicitaire geweld losbarstte naar aanleiding van het nieuwste boek van Piketty, kwam het thema huiselijk geweld opvallend genoeg niet meer aan bod.

De band tussen Tang en Piketty

Wat Tang en Piketty verbindt zijn de thema’s Europa en belastingen. Eind 2018, in de aanloop naar de verkiezingen voor het Europese Parlement in mei 2019, was Piketty een van de initiatiefnemers van het zogenoemde Manifest voor de democratisering van Europa. Het manifest en de daarbij horende ontwerptekst voor een Verdrag inclusief diverse toelichtingen, is te vinden op de site www.tdem.eu. Het in 2019 verschenen boek How to Democratize Europe bevat ook een hoofdstuk dat aan het manifest is gewijd.4 Het initiatief heeft in de aanloop naar de verkiezingen voor het Europese Parlement niet of nauwelijks aandacht gekregen in Nederland. Dat is naar mijn mening met name veroorzaakt door het feit dat de initiatiefnemers een samenvatting van het manifest wel in bijvoorbeeld Britse, Franse, Duitse, Spaanse en Italiaanse dagbladen hebben gepubliceerd, maar voor zover ik weet niet in Nederlandse dagbladen. Wat ook niet zal hebben geholpen, is het feit dat de site, die pretendeert zich tot alle Europeanen te richten, in veel taalversies kan worden gelezen, bijvoorbeeld in het Frans, Duits, Engels, Italiaans, Spaans, Portugees, Zweeds, Pools, Tsjechisch en Grieks, maar niet in het Nederlands. Dit geeft mijns inziens ook wel aan dat Piketty c.s. in Nederland geen vruchtbare bodem voor hun initiatief dachten te kunnen vinden. Het manifest is het vervolg op een initiatief van veertien Franse intellectuelen uit 2014 waaronder Piketty.5 De Fransen reageerden daarmee op een eerder gelijksoortig initiatief van Duitse intellectuelen uit 2013, de zogenoemde Glienicker Gruppe.6 De titel van het manifest uit 2018 is gelijkluidend aan een in 2016 door Yanis Varoufakis gelanceerd manifest.7 Er is echter geen aantoonbaar verband tussen het initiatief van Varoufakis uit 2016 en het initiatief van Piketty c.s. uit december 2018.

Wat houdt T-Dem in?

Volgens de initiatiefnemers is het project van de EU in een kritieke fase beland. Zij wijzen op de Brexit, de toename van de onderlinge competitie tussen de lidstaten, de opkomst van het populisme dat aan de Europese fundamenten zaagt, het gevoel bij de burgers dat de EU een ondemocratische ‘ver-van-mijn-bed-show’ is en het ontbreken van een gevoel van onderlinge solidariteit. Ook wijzen zij op het achterblijven van investeringen in de publieke sector. Verder wijzen de initiatiefnemers op het feit dat huns inziens de huidige EU niet in staat is antwoord te bieden op sociale kwesties zoals ongelijkheid en om existentiële problemen zoals massa-immigratie en de klimaatverandering aan te pakken. Hun voorstel is niet om de huidige EU en haar instellingen op te doeken, maar om te streven naar een nieuwe Europese basis op het terrein van politiek, sociale zaken en het milieu, gericht op een rechtvaardige en duurzame sociale ontwikkeling van de Europese burgers. Om dat te bereiken stellen zij voor om een Europese Assemblee te creëren. Om een wettelijke basis daarvoor te bieden hebben de initiatiefnemers een ontwerptekst voor een verdrag opgesteld, getiteld Verdrag voor de democratisering van het economische en sociale bestuur van de EU, afgekort T-Dem. De huidige EU-lidstaten kunnen op vrijwillige basis toetreden tot het verdrag. De hoop van de initiatiefnemers is dat Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje de ‘first movers’ zullen zijn. Met als motivering dat alle vier de landen onderdeel uitmaken van de eurozone, meer dan 70% van de bevolking van alle eurolanden in deze vier landen woont en deze landen goed zijn voor meer dan 70% van het GDP van alle landen uit de eurozone. De Assemblee zal maximaal vierhonderd leden hebben. Van deze leden zal 80% bestaan uit personen die lid zijn van de nationale parlementen van de aan het verdrag deelnemende lidstaten. De resterende 20% zal bestaan uit zittende Europarlementariërs.8 De Assemblee zal, in samenwerking met de regeringen van de eurolanden, belast zijn met het aansturen en controleren van het economische en sociale beleid van de Unie. In dat kader krijgt de Assemblee eigen budgettaire rechten, waaronder het recht om belastingen te heffen ten behoeve van een ‘democratiseringsbudget’.9 Uit het budget zullen maatregelen om ongelijkheid weg te nemen worden gefinancierd, maatregelen om duurzame groei te realiseren, tax justice, werkgelegenheid, sociale cohesie en een betere convergentie van economisch en begrotingsbeleid binnen de EU.10 In dat kader krijgen de deelnemende landen ook het recht om een viertal specifieke Europese belastingen te heffen, waarover zo dadelijk meer.11 Verder wordt voorzien in de mogelijkheid dat de deelnemende landen hun publieke schulden die een bepaalde drempel overschrijden onderling gaan ‘poolen’.12

De T-Dem-belastingen

De deelnemende landen mogen vier typen belastingen invoeren met het oog op het democratiseringsbudget als aanvulling op hun reguliere heffingen.

1. Een aanvullende belasting op winsten van lichamen

De deelnemende lidstaten mogen een aanvullende belasting heffen over de winst van lichamen met een aanwezigheid in hun land naar een zodanig tarief dat de effectieve druk op de aan die lidstaat toe te rekenen winst 37% gaat bedragen. Wat betreft de winstallocatie is het de gedachte dat de wereldwijde winst als uitgangspunt wordt genomen die vervolgens op basis van een op verkopen gebaseerde verdeelsleutel over alle relevante landen wordt verdeeld. Bij deze heffing heeft men in het bijzonder Google, Apple, Facebook, Amazon en Microsoft in het vizier.13

2. Een aanvullende progressieve inkomstenbelasting over hoge inkomens

Het doel van deze maatregel is om ervoor te zorgen dat het marginale tarief over een belastbaar inkomen voor zover dat meer bedraagt dan € 100.000 (€ 200.000 voor gehuwden/samenwonenden) ten minste 50% zal bedragen. Voor zover het belastbare inkomen meer dan € 200.000 bedraagt (€ 400.000 voor gehuwden/samenwonenden), zal het marginale tarief meer dan 60% bedragen.

3. Een aanvullende progressieve vermogensbelasting over hoge vermogens

Voorgesteld wordt een jaarlijkse heffing van 1% over vermogens voor zover die meer bedragen dan € 1 miljoen en 2% over vermogens voor zover die meer bedragen dan € 5 miljoen. Onder het begrip vermogen valt ook ondernemingsvermogen.

4. Een CO2–heffing ten bedrage van ten minste € 30 per ton aan CO2–uitstoot

Ter onderbouwing van de progressieve heffingen op winst, inkomen en vermogen wordt door de opstellers van het manifest gewezen op de hoge tarieven die tot ver na de Tweede Wereldoorlog hebben gegolden. Tijdens die periode groeide de welvaartstaat en waren de inkomens en vermogens rechtvaardiger verdeeld dan aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Sinds de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw leidde de vrijheid van kapitaalverkeer in combinatie met belastingvlucht er echter toe dat lidstaten hun tarieven verlaagden om kapitaalvlucht tegen te gaan en om binnenlandse investeringen aan te trekken.14 Op deze redenering, waarbij de schuld wordt gelegd bij de vrijheid van kapitaalverkeer, valt mijns inziens het nodige af te dingen. De Oostenrijkse historicus Walter Scheidel is op basis van onderzoek van mening dat de kloof tussen arm en rijk alleen significant smaller wordt als zich bijzondere situaties voordoen. Scheidel verwijst daarbij naar pandemieën zoals de Zwarte Dood in de middeleeuwen, transformatieve revoluties zoals de Russische Revolutie van 1917, het ineenstorten van naties zoals het westelijke Romeinse Rijk alsmede bepaalde typen van oorlog, zoals de Eerste en de Tweede Wereldoorlog (‘mass mobilization wars’). Na afloop van dit soort disruptieve gebeurtenissen verbreedt de kloof tussen arm en rijk zich geleidelijk aan weer.15 De Tweede Wereldoorlog werd gevolgd door de Koude Oorlog, ‘toen dwars door Europa het IJzeren Gordijn hing waarachter – dat wist een kind – Stalin in-gemeen naar ons zat te grinniken’.16 De door Piketty c.s. in de toelichting op het T-Dem-budget beschreven idylle van de naoorlogse Europese welvaartstaat heeft waarschijnlijk een andere oorzaak dan de vrijheid van kapitaalverkeer. Na afloop van de Tweede Wereldoorlog werd mede als gevolg van de Koude Oorlog in de westerse landen een feitelijke oorlogsbegroting met de daarbij behorende hoge en progressieve belastingtarieven gehandhaafd. Ook slaagden de vakbonden er in die periode nog in om invloed uit te oefenen op het overheids- en het ondernemingsbeleid. Die invloed hadden de vakbonden tijdens de oorlog gekregen omdat rust aan het arbeidsfront cruciaal was voor de oorlogseconomie en daarmee voor het welslagen van de oorlogsinspanning. Na afloop van de oorlog konden zij die invloed behouden of alsnog verkrijgen omdat rust aan het arbeidsfront nodig was in verband met de wederopbouw.17 Dit resulteerde erin dat de als gevolg van de Tweede Wereldoorlog plaatsgevonden hebbende verkleining van de afstand tussen ‘rijk’ en ‘arm’ na 1945 nog een aantal decennia in stand bleef. Daaraan kwam een einde na de val van het communisme vanaf het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw, met de opkomst van wat men neoliberalisme noemt. Een overtuigende verklaring voor de omslag die toen plaatsvond is te vinden bij Peter Sloterdijk: ‘Wat men neoliberalisme noemt is in feite niets anders dan een herberekening van de kosten van de interne vrede in de landen van de kapitalistisch-sociaaldemocratische “gemengde economie” van het Europese type of van het “gereguleerde kapitalisme” à la de VS. Deze herberekening leidde tot de onvermijdelijke conclusie dat de westerse ondernemers onder tijdelijke politieke en ideologische druk vanuit het Oosten te veel hadden betaald voor de sociale vrede. Men achtte de tijd rijp voor kostendrukkende maatregelen, die uiteindelijk tot doel hadden het accent van het primaat van de volledige werkgelegenheid te verschuiven naar de voorrang van de dynamiek van het ondernemen. Dit had een regelrechte ommezwaai van de tijdgeest tot gevolg.’18 Bevangen door de nieuwe tijdgeest, die ook de overheid niet onberoerd liet, begonnen vanaf het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw in Nederland de IB- en VPB-tarieven gestaag te dalen en zette Wim Kok eigenhandig de zaag in het Nederlandse socialezekerheidsstelsel. Overheidsbedrijven werden met gezwinde spoed geprivatiseerd. Op mondiaal niveau nam internationale belastingplanning, die op zich van alle tijden is, industriële vormen aan met het oog op het creëren van ‘shareholder-value’. Het kapitalisme schoot wortel in Rusland en China, ook op staatsniveau. Wereldwijd is het huidige beeld niet Capitalism First maar Capitalism, Alone, aldus de titel van het recente boek van Branko Milanovic.19 De vraag is of de EU na de Brexit gewoon voort kan blijven bestaan als machtsblok ondanks het onder druk van het populisme toenemende nationalisme in de EU-lidstaten, of dat de EU uiteindelijk zal worden vermalen tussen Amerika en de grootmachten uit het Oosten indien geen actie wordt ondernomen. De vraag is of het uit elkaar vallen van de EU hetzelfde effect zou hebben als destijds de val van het westelijke Romeinse Rijk. Mogelijk zou dan, in lijn met de analyse van Walter Scheidel, de kloof tussen arm en rijk krimpen. Maar die val leidde er volgens Scheidel uiteindelijk toe dat de Europese vorstendommen en latere staten, gedreven door onderlinge concurrentie op politiek, economisch, wetenschappelijk en technologisch gebied, gezamenlijk een enorme voorsprong konden nemen op de rest van de wereld, waar de dynamiek ontbrak die in Europa tot de versnelling op allerlei terreinen leidde, een dynamiek die volgens Scheidel terug te voeren is op de val van Rome.20 De val van de EU is echter niet het doel van de initiatiefnemers van T-Dem. De onderlinge concurrentie die dan zal ontstaan tussen de voormalige lidstaten en de daarbij horende ‘race to the bottom’ qua tarieven zal naar alle waarschijnlijkheid een snel toenemende kloof tussen rijk en arm veroorzaken. T-Dem staat voor een sterkere Europese Unie, gesteund ook door de onderdanen van de EU, een Unie die de tijden van de naoorlogse welvaartstaat kan laten herleven.

De roep om een sterk Europa: een echo uit het verleden

Hoewel T-Dem een Frans initiatief is, hebben Piketty c.s. de ‘credits’ voor hun idee van een democratischer en sterker Europa gegeven aan een groep Duitse intellectuelen die in 2013 hun ideeën ontvouwden. De roep om een sterk Europa heeft mijns inziens inderdaad Duitse wortels, maar die gaan veel verder terug dan tot 2013. De wortels gaan terug naar de tweede helft van de negentiende eeuw, naar Friedrich Nietzsche. Omdat Nietzsche in januari 1889 waanzinnig werd, is hij er niet aan toegekomen om een alomvattende politieke filosofie te schrijven. Aan de hand van passages uit zijn gepubliceerde werk en uit nagelaten tekstfragmenten kan met creatief en selectief knip- en plakwerk wel een bepaald beeld van de contouren van een Nietzscheaanse politieke filosofie worden gecreëerd.21 Volgens Nietzsche is staatvorming noodzakelijk om het maatschappelijke proces af te dwingen. Onder verwijzing naar Leviathan van Hobbes zou er volgens Nietzsche zonder een staat sprake zijn van een oorlog van allen tegen allen.22 De maatschappij zou in het geheel niet op grote schaal en boven de familie uit wortel kunnen schieten.23 Anders dan bijvoorbeeld Rousseau gelooft Nietzsche niet in de theorie dat een sociaal contract tot staatvorming heeft geleid. Volgens Nietzsche is het idee van een sociaal contract ‘aanstellerij’. Nietzsche hekelde het ‘bijgeloof’, de ‘gepassioneerde dwaasheden’ en ‘halve leugens’ van Rousseau.24 Staten zijn volgens Nietzsche gevormd door veroveraars die het vermogen hadden om te organiseren, ‘die hun vreselijke klauwen op een in getal misschien veruit superieure maar nog vormeloze, nog dwalende bevolking legden’. De staat was echter wel in staat ‘de stralende bloem van het genie te laten ontluiken’.25 Het is de taak van de staat dat er in de staat in principe goed en mooi kan worden geleefd: dat hij de basis levert voor een cultuur.26 In de laatste jaren voordat hij waanzinnig wordt, maakt Nietzsche zich echter grote zorgen over de toekomst van de Europese staten. De op platonische en christelijke moraal27 gebouwde staten zijn volgens Nietzsche in een existentiële crisis beland als gevolg van het verdwijnen van het geloof.28 Europa stond volgens hem voor een existentiële keuze. Doorgaan op de oude voet zou tot een catastrofe leiden. In een niet verzonden brief aan keizer Wilhelm II waarschuwt hij begin december 1888 dat men snel afstevent op verschrikkelijke, nog nooit ervaren oorlogen.29 Ook voorzag Nietzsche dat particuliere maatschappijen heel geleidelijk de staatstaken zouden overnemen. Ook ‘voor het taaiste restant dat van het regeringswerk overblijft (zoals de activiteiten die de particulieren tegen de particulieren moeten beveiligen), zal ten langen leste ooit door particuliere ondernemers gezorgd worden’.30 Ook noteerde hij: ‘We bevinden ons middenin een gevaarlijk carnaval van nationaliteiten-waanzin, waarbij de fijnzinnige redelijkheid het veld heeft geruimd en de ijdelheid van de ergste boerenpummels uit alle windstreken schreeuwt om het recht op onafhankelijkheid en zelfbeschikking.’31 Volgens Nietzsche zou de economische eenwording van continentaal Europa er noodzakelijkerwijs komen. ‘Wat voor waarde zou het in deze tijd kunnen hebben om, nu alles in de richting van grotere en gemeenschappelijke belangen wijst, deze pummelige gevoelens van eigenwaarde aan te wakkeren.’32 Aan economische eenwording ligt volgens hem een simpel economische feit ten grondslag: de ministaten van continentaal Europa moeten wel doordat het grote verkeer en de handel onstuitbaar in de richting gaan van een laatste grens, van wereldverkeer en wereldhandel, als gevolg waarvan zij binnen de kortste keren economisch onhoudbaar worden. Het geld alleen al dwingt Europa zich vroeg of laat tot één macht samen te ballen.33 Maar de Europese wil tot eenwording wordt gefrustreerd ‘door de ziekelijke vervreemding die de nationalistische waanzin tussen de volkeren van Europa heeft gesticht’.34 Amerika mocht echter niet als voorbeeld dienen voor het nieuwe Europa: ‘Geen Amerikaanse toekomst!’35 Wat betreft bezit verwerpt Nietzsche zowel een gelijke verdeling alsook de opheffing van eigendom. Gelijke verdeling is volgens Nietzsche onmogelijk. Nog nooit hebben er twee werkelijk gelijke kavels bestaan. En bij een recht op gebruik zonder eigendom zal de mens geen zorg en opoffering besteden aan hetgeen in pacht word gehouden voor de staat. Alle werkwegen naar een klein vermogen dienen volgens Nietzsche open te worden gehouden. Maar takken van transport en handel die het vergaren van grote vermogens begunstigen, zullen uit de handen van particulieren en particuliere vermogens moeten worden getrokken.36 Met betrekking tot de heffing van belastingen merkt Nietzsche op dat als het volk eenmaal de belastingschroef in handen heeft, het volk met de progressieve belastingen de kapitalisten, kooplieden en beursspeculanten te lijf zal gaan en langzaam een middenstand zal voortbrengen die het doorstane socialisme als een ziekte kan vergeten. Het praktische resultaat van de democratisering zal een Europese Volkenbond zijn, waarin de verschillende volken ieder de positie van een kanton innemen met de bijbehorende privileges.37 Tot slot bepleitte Nietzsche het zwaarder belasten van erfenissen.38 Al deze voorstellen van Nietzsche waren geen doel op zich. Zij vormden het fundament voor het creëren van een partij van het leven, sterk genoeg voor een nieuwe, grote politiek die erop is gericht alle waarden te herwaarderen. Een partij waarvan Nietzsche zichzelf als de blijde boodschapper zag.39 De partij van het leven zou moeten resulteren in de ontwikkeling van de krachtige en geniale nieuwe mens.

Europa naar voren!