Aflevering 14

Gepubliceerd op 2 april 2020

NTFR 2020/873 - MEGA: Make Europe Great Again!

Aflevering 14, gepubliceerd op 02-04-2020 geschreven door mr. F. van Horzen
Op 22 januari van dit jaar publiceerde de Volkskrant een artikel van Europarlementariër Paul Tang, getiteld ‘EU moet via belastingen vuist maken tegen Trump’.De Volkskrant, Opinie en Debat, p. 20, 22 januari 2020. In het artikel beschrijft Tang de druk die door Trump op Macron wordt uitgeoefend om de Franse belasting op digitale diensten terug te draaien, onder andere door met hoge Amerikaanse importtarieven op Franse wijn en handtassen te dreigen. ‘Alleen als we ons als Europa niet uit elkaar laten spelen, kunnen we Trump op andere gedachten brengen en een complete botsing voorkomen’, aldus Tang. Tang schakelt vervolgens door naar het initiatief van de OECD inzake ‘the Tax Challenges Arising from the Digitalisation of the Economy’. Tang roept de Europese landen op zich in te zetten voor een ambitieus internationaal akkoord. ‘Lukt dat niet? Dan moeten we snel met onze eigen, liefst EU-brede maatregelen komen. Alleen op deze manier blijven we pestkoppen zoals Trump de baas.’ De oproep van Tang had niet het gewenste effect. Op 23 januari berichtte nrc.next dat Macron tijdens een telefoongesprek met Trump de Franse ‘digitaks’ had weggeven, althans niet zou heffen over 2020, in ruil waarvoor Trump af zou zien van nieuwe importheffingen op Franse exportproducten. Of de Franse heffing in de toekomst actueel zou worden, eventueel met terugwerkende kracht, zou afhangen van het lot van het voorstel van de OECD in 2020.Nrc.next, Buitenland, p. 12, 23 januari 2020. Op de dag dat de oproep van Tang werd gepubliceerd, kwam ook de Fransman Thomas Piketty in het nieuws. Niet vanwege zijn nieuwste werk, Kapitaal en Ideologie, maar vanwege huiselijk geweld. In 2009 had hij zijn toenmalige echtgenote het huis uit geduwd waarbij zij kennelijk tegen het deurslot was gevallen. Volgens zijn toenmalige echtgenote was het geen eenmalig, ongelukkig incident. Piketty zou haar een jaar lang regelmatig hebben geslagen.Frank Renout, ‘Franse topeconoom Piketty praat over zijn eigen #metoo-schandaal’, NOS Nieuws, buitenland, 22 januari 2020. Toen in de loop van februari 2020 in Nederland het publicitaire geweld losbarstte naar aanleiding van het nieuwste boek van Piketty, kwam het thema huiselijk geweld opvallend genoeg niet meer aan bod.

NTFR 2020/874 - Publicatie Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19 (TOGS)

Aflevering 14, gepubliceerd op 02-04-2020
De vergaande gezondheidsmaatregelen ter bestrijding van de verspreiding van het coronavirus (COVID-19) van het kabinet hebben enorme consequenties voor de inkomsten van ondernemers in een aantal sectoren in het bijzonder. Om deze ondernemingen snel een eerste helpende hand te bieden, heeft het kabinet besloten om een noodmaatregel in te richten. Ondernemingen uit deze specifieke sectoren kunnen een eenmalige tegemoetkoming van € 4.000 ontvangen als zij verwachten gedurende de periode vanaf 16 maart 2020 tot en met 15 juni 2020 een omzetverlies van ten minste € 4.000 te zullen realiseren en ten minste € 4.000 aan vaste lasten te hebben. Bij het bepalen van de doelgroep die in aanmerking komt voor de eenmalige tegemoetkoming, is als criterium gehanteerd dat het moet gaan om ondernemingen die:

NTFR 2020/875 - Kamerbrief Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo)

Aflevering 14, gepubliceerd op 02-04-2020
Staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid informeert de Tweede en Eerste Kamer over de uitwerking van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). De Tozo is tijdelijk en geldt voor drie maanden (maart, april en mei 2020). Een aanvraag voor levensonderhoud kan tot en met 31 mei 2020 worden ingediend. De uitkering voor levensonderhoud duurt maximaal drie maanden. Een aanvraag voor een uitkering voor levensonderhoud kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd tot en met 1 maart 2020. Terugwerkende kracht is mogelijk voor alle aanvragen die zijn ingediend binnen de looptijd van de regeling (1 maart tot en met 31 mei 2020). Op dit moment wordt hard gewerkt om de regeling zoals hierboven beschreven in een algemene maatregel van bestuur (AMvB) te vatten. Het vergt naar verwachting enige weken voordat deze AMvB geformaliseerd kan worden. De Tozo geldt voor zelfstandig ondernemers die in de knel komen door de coronacrisis. Voor hen heeft het kabinet financiële ondersteuning beschikbaar gesteld. Het kabinet doet een moreel appel op ondernemers om zich alleen in die situatie te melden. Zo voorkomen we onbedoeld gebruik van publieke middelen en onnodige druk op de uitvoering.

NTFR 2020/876 - Belastingdienst vraagt werkgevers tijdig aangifte loonheffing te versturen

Aflevering 14, gepubliceerd op 02-04-2020
De Belastingdienst vraagt inhoudingsplichtigen hun aangifte loonheffingen op tijd te versturen. Juist nu, tijdens de coronacrisis. Want het UWV heeft de gegevens uit de aangiften loonheffingen nodig voor de Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid (NOW)-regeling. Dit noodfonds is bedoeld om werkgevers met omzetverlies te compenseren, zodat zij hun werknemers kunnen doorbetalen. Als het UWV ook de meest actuele gegevens uit de aangiften loonheffingen heeft, krijgt de werkgever snel waar hij recht op hebt. En de werknemers die thuis komen te zitten, of ziek worden, ook.

NTFR 2020/877 - Verruiming garantstelling overheid voor kredietverstrekking door banken aan (middel)grote ondernemers

Aflevering 14, gepubliceerd op 02-04-2020
Vanwege de effecten van de coronacrisis worden de subsidiemodules Garantie ondernemingsfinanciering en Garantstelling gericht op bankgaranties (GO) aangepast. Deze GO-regeling is gericht op ondernemingen met substantiële activiteiten in Nederland en goede rentabiliteits- en continuïteitsperspectieven. Onder de regeling worden leningen en bankgarantiefaciliteiten gegeven voor leningen van minimaal € 1,5 miljoen per onderneming.

NTFR 2020/878 - Verzoeken aan de Belastingdienst liefst niet per e-mail

Aflevering 14, gepubliceerd op 02-04-2020
Op dit moment ontvangt de Belastingdienst veel verzoeken per e-mail. Deze e-mail moet worden doorgezet naar de administratie. De verzoeken moeten worden overgenomen in een bestand waarbij fouten kunnen ontstaan. Tevens kunnen verzoeken digitaal zoekraken. Daarom worden verzoeken die niet op de voorgeschreven wijze worden ingediend, niet verwerkt. De aanvrager ontvangt een afwijzingsbrief.

NTFR 2020/882 - Aanpassen ODV-uitkeringsperiode na verlagen AOW-leeftijd

Aflevering 14, gepubliceerd op 02-04-2020 geschreven door mr. J.Th. Gommer MPLA CCFP
Omdat de verhoging van de AOW-leeftijd is getemporiseerd als gevolg van het Pensioenakkoord, wordt de facto de periode dat een ODV ingaat vóór de AOW-leeftijd korter dan vijf jaar. Daarom mag de hoogte van de ODV-uitkering daarop worden aangepast, maar dit hoeft niet.

NTFR 2020/883 - Niet-tijdig indienen garantieverklaring leidt niet tot beëindiging eigenrisicodragerschap WGA I

ECLI:NL:HR:2020:520, datum uitspraak 27-03-2020, publicatiedatum 27-03-2020
Aflevering 14, gepubliceerd op 02-04-2020 met annotatie van mr. J.D. Schouten
Belanghebbende was tot en met 2016 een zogenoemde eigenrisicodrager voor de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (hierna: WGA). Dit had betrekking op het risico van betaling van WGA-uitkeringen aan personeel in vaste dienst (WGA vast). Als belanghebbende vanaf 2017 eigenrisicodrager wenst te blijven, dient op grond van art. 122e Wfsv uiterlijk 31 december 2016 een nieuwe garantieverklaring in het bezit te zijn van de inspecteur. Belanghebbende is ook vanaf 2017 privaat verzekerd bij een verzekeraar, voor zowel WGA vast als voor het risico van betaling van WGA-uitkeringen aan flexibele arbeidskrachten (WGA flex). Door een vergissing van de verzekeraar zijn de nieuwe garantieverklaringen pas in februari 2017 door de inspecteur ontvangen. Volgens de inspecteur heeft het niet-tijdig indienen van de garantieverklaringen geleid tot het verval van de status van eigenrisicodrager. Belanghebbende is dus premieplichtig voor de WGA. Hof Den Haag (28 augustus 2018, nrs. 18/00504 en 18/00505, NTFR 2018/2244) heeft de inspecteur in het ongelijk gesteld en heeft belanghebbende per 1 januari 2017 als eigenrisicodrager voor WGA vast en WGA flex aangemerkt. De Hoge Raad onderschrijft dat oordeel. Het voorschrift van art. 122e Wfsv is in de kern van administratieve aard, waarmee voor bestaande eigenrisicodragers eenmalig een eenvoudige overgang werd gefaciliteerd naar eigenrisicodragerschap voor zowel WGA vast als WGA flex met ingang van 1 januari 2017. Gelet daarop valt niet in te zien dat belanghebbende geen beroep op herstelbaarheid van het verzuim kon doen toen haar duidelijk werd dat haar garantsteller door een omissie haar nieuwe garantieverklaringen niet uiterlijk 31 december 2016 aan de inspecteur had overgelegd. Uit de feiten volgt dat belanghebbende zo spoedig als redelijkerwijs van haar kon worden verlangd alsnog bewijs aan de inspecteur heeft verstrekt dat zij vanaf 1 januari 2017 was verzekerd voor het risico van WGA vast en WGA flex. Het cassatieberoep van de staatssecretaris wordt ongegrond verklaard.

NTFR 2020/884 - Niet-tijdig indienen garantieverklaring leidt niet tot beëindiging eigenrisicodragerschap WGA II

ECLI:NL:HR:2020:439, datum uitspraak 27-03-2020, publicatiedatum 27-03-2020
Aflevering 14, gepubliceerd op 02-04-2020 met annotatie van mr. J.D. Schouten
Belanghebbende was tot en met 2016 een zogenoemde eigenrisicodrager voor de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (hierna: WGA). Als belanghebbende vanaf 2017 eigenrisicodrager wenst te blijven, dient op grond van art. 122e Wfsv uiterlijk 31 december 2016 een nieuwe garantieverklaring in het bezit te zijn van de inspecteur. Belanghebbende is ook vanaf 2017 privaat verzekerd bij een verzekeraar. Door een vergissing van de verzekeraar zijn de nieuwe garantieverklaringen pas in februari 2017 door de inspecteur ontvangen. Volgens de inspecteur heeft het niet-tijdig indienen van de garantieverklaringen geleid tot het verval van de status van eigenrisicodrager. Belanghebbende is dus premieplichtig voor de WGA. Hof Arnhem-Leeuwarden (15 januari 2019, nr. 18/00906, NTFR 2019/476) heeft de inspecteur in het gelijk gesteld en heeft belanghebbende per 1 januari 2017 niet als eigenrisicodrager aangemerkt. Het niet-tijdig indienen van de nieuwe garantieverklaringen leidt wettelijk tot verval van het eigenrisicodragerschap met ingang van 1 januari 2017, aldus het hof. De Hoge Raad vernietigt dat oordeel. Het voorschrift van art. 122e Wfsv is in de kern van administratieve aard, waarmee voor bestaande eigenrisicodragers eenmalig een eenvoudige overgang werd gefaciliteerd naar eigenrisicodragerschap voor zowel WGA vast als WGA flex met ingang van 1 januari 2017. Gelet daarop valt niet in te zien dat belanghebbende geen beroep op herstelbaarheid van het verzuim kon doen toen haar duidelijk werd dat haar garantsteller door een omissie haar nieuwe garantieverklaringen niet uiterlijk 31 december 2016 aan de inspecteur had overgelegd. Uit de feiten volgt dat belanghebbende zo spoedig als redelijkerwijs van haar kon worden verlangd alsnog bewijs aan de inspecteur heeft verstrekt dat zij vanaf 1 januari 2017 was verzekerd voor het risico van WGA vast en WGA flex. Het cassatieberoep van belanghebbende wordt gegrond verklaard.

NTFR 2020/886 - Herziening van verliesverrekeningsbeschikking mogelijk

ECLI:NL:HR:2020:482, datum uitspraak 20-03-2020, publicatiedatum 20-03-2020
Aflevering 14, gepubliceerd op 02-04-2020 met annotatie van mr. N.I. Groenland
Belanghebbende had in 2010 een belastbare winst van € 15 miljoen. Uit het verleden had belanghebbende nog verrekenbare verliezen van € 42 miljoen. In de aanslag VPB 2010 is echter niet alleen het belastbare bedrag (na verliesverrekening) vastgesteld op nihil, maar ook de belastbare winst. Vervolgens heeft de inspecteur een navorderingsaanslag opgelegd waarbij een belastbare winst van € 15 miljoen is vermeld en eenzelfde bedrag aan verrekende verliezen, zodat het belastbare bedrag nihil bedraagt. Volgens belanghebbende ligt in de aanslag een verliesverrekeningsbeschikking van nihil besloten en biedt art. 21a, lid 1, Wet VPB 1969 niet de mogelijkheid om deze beschikking te herzien. Hof Den Haag (18 april 2018, nr. 17/00709, NTFR 2018/1715) is belanghebbende niet gevolgd in dit betoog. Ook de Hoge Raad doet dat niet. De omstandigheid dat art. 21a Wet VPB 1969 niet voorziet in herziening, doet niet eraan af dat bij het opleggen van een navorderingsaanslag het verrekende verlies moet worden vastgesteld bij een nadere voor bezwaar vatbare beschikking. Dit is inherent aan het systeem van navordering en verliesverrekening. Daarbij moet wel zijn voldaan aan de voorwaarden voor navordering. In dit geval is niet in geschil dat daaraan is voldaan.

NTFR 2020/889 - Zorgvrijstelling voor diensten van particuliere zorginstelling ondanks standstillclausule (Idealmed III)

Aflevering 14, gepubliceerd op 02-04-2020 met annotatie van mr. C.C. van den Berg
Idealmed is een vennootschap met winstoogmerk die vijf zorginstellingen beheert en exploiteert. Deze instellingen bieden onder meer medische diensten, verpleegkunde, diensten voor diagnose, klinische analyse en fysiotherapie aan. Op 6 januari 2012 heeft Idealmed door middel van een verklaring van aanvang van activiteit te kennen gegeven te willen kiezen voor de normale btw-regeling. Vanaf september 2012 heeft Idealmed diverse overeenkomsten met overheidsinstanties gesloten op basis waarvan zij tegen vooraf vastgestelde prijzen zorgdiensten zou verrichten.

NTFR 2020/890 - Telefonische diensten kunnen onder medische vrijstelling vallen, kwaliteitsniveau zorgverlener moet door lidstaat worden getoetst (X GmbH)

Aflevering 14, gepubliceerd op 02-04-2020 met annotatie van mr. C.C. van den Berg
X GmbH heeft voor rekening van de wettelijke ziekenfondsen telefonische consultaties over verschillende gezondheidsonderwerpen uitgevoerd en programma’s verzorgd die bestaan in de telefonische begeleiding van patiënten die lijden aan een chronische of langdurige ziekte. Deze diensten werden verricht door verpleegkundigen en medisch assistenten die grotendeels ook waren opgeleid tot gezondheidscoach. Daarnaast werd vaak een beroep gedaan op een arts, die de consultatie overnam of die in geval van een verzoek om nadere informatie aanwijzingen of een second opinion gaf. De verpleegkundigen en medisch assistenten gaven de verzekerde advies over zijn situatie, mede aan de hand van een computerondersteunde beoordeling van de medische context van de verzekerde. De verwijzende rechter vraagt zich enerzijds af of deze telefonische dienstverlening valt onder de medische vrijstelling en anderzijds of voor toepassing van deze vrijstelling is vereist dat er aanvullende vereisten gelden ten aanzien van de beroepskwalificaties van de verpleegkundigen en medisch assistenten.

NTFR 2020/891 - Nieuwe EU-regels voor kleine ondernemers

Aflevering 14, gepubliceerd op 02-04-2020 geschreven door prof. mr. dr. R.A. Wolf
De regeling voor de kleineondernemersregeling wordt per 1 januari 2025 in de Btw-richtlijn gewijzigd. In de nieuwe regeling wordt het onder meer mogelijk om gebruik te maken van de kleineondernemersregeling in een andere EU-lidstaat dan de lidstaat van vestiging. Verder mogen de lidstaten zelf hun nationale drempel voor de vrijstelling vaststellen tot een maximum van € 85.000. Ook mogen de lidstaten verschillende omzetdrempels hanteren voor verschillende bedrijfssectoren.

NTFR 2020/892 - 21% btw voor schminken tijdens evenementen

Aflevering 14, gepubliceerd op 02-04-2020
Op de site van de Belastingdienst staat dat het schminken van personen tijdens evenementen is belast met 21% btw. Optredens door uitvoerende kunstenaars zijn ingevolge tabelpost b.17 belast met 9% btw. Maar het schminken van personen in opdracht van bijvoorbeeld organisatoren van evenementen is in de regel geen optreden. Het voornaamste doel is immers niet om op te treden, maar om een persoon op zijn/haar verzoek te schminken. Het schminken van personen tijdens evenementen is daarom volgens de Belastingdienst belast met 21% btw.

NTFR 2020/898 - Antwoorden Kamervragen over zwartboek Stichting Afkoop Belastingschulden

Aflevering 14, gepubliceerd op 02-04-2020 geschreven door mr. J.D. Schouten
De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst beantwoordt vragen van het lid Leijten (SP) over het Zwartboek van de Stichting Afkoop Belastingschulden. De antwoorden schetsen een zeer globaal beeld van het verloop van procedures. Er wordt niet inhoudelijk op de problematiek ingegaan. De staatssecretaris is niet bereid een onderzoek in te stellen.

NTFR 2020/899 - Besluit WOB-verzoek over aftrek elders belast bij bijgeschreven rente of royalty's

Aflevering 14, gepubliceerd op 02-04-2020
Naar aanleiding van een WOB-verzoek zijn enkele documenten openbaar gemaakt over de toepassing van de aftrek elders belast in geval van bijgeschreven rente of royalty’s onder (bilaterale) belastingverdragen. Het gaat om een aan de Belastingdienst voorgelegde casus, een vraag en antwoord, een memo over een timingscasus bij de verrekening van buitenlandse bronbelasting en om hoofdstuk 3.3 van de Syllabus VVV-IBR. Van de eerste drie documenten zijn echter belangrijke delen weggelakt. Het gaat in de stukken in het bijzonder om de toepassing van de zogenoemde eerste en tweede limiet voor de verrekening van de buitenlandse belasting bij timingsverschillen tussen het tijdstip waarop die buitenlandse rente en royalty’s in de Nederlandse heffing worden betrokken en het moment waarop hierover in het buitenland een bronbelasting wordt geheven (in de regel het moment van betaling).