NTFR 2022/2651 - Corruptie en de fiscaliteit
NTFR 2022/2651 - Corruptie en de fiscaliteit
$ 3.6 biljoen
Volgens de World Bank verteert corruptie jaarlijks $ 3,6 biljoen. Voor de duidelijkheid: dat is $ 3.600 miljard per jaar, circa 5% van het wereldwijde bruto nationaal product, ofwel de omvang van de Duitse economie.1 En dit is dodelijk.
Zo berekende het International Institute for Sustainable Development dat het maximaal $ 11 miljard per jaar zou kosten om een einde te maken aan ‘World Hunger’.2 Dat betekent dat we de ruim 800 miljoen medemensen die vandaag aan acute honger lijden, duurzaam kunnen redden voor 3 promille van het jaarlijkse corruptieverteer. Naast het humanitaire element heeft dit legio positieve bijeffecten. Lokale (voedsel)markten worden ondersteund en mensen kunnen de ‘subsistence’ voorbij, lokale private bestedingen nemen toe en mensen kunnen volwaardige levens leiden.
Maar naast een indirecte mortaliteit die samenhangt met de omleiding van publieke gelden naar private handen, is corruptie ook een directe moordenaar; staat in causaal verband tot sterfgevallen, zo u wilt. Een voorbeeld is de explosie in de haven van Beirut, waar onveilig opgeslagen ammoniumnitraat de sterkste non-nucleaire explosie ooit veroorzaakte. En daarmee 216 directe doden. Het was menig hooggeplaatste bekend dat de opslag onveilig was en niet aan de normen voldeed. Maar de envelopjes die hun links en rechts werden toegestopt, weerhielden hen ervan in te grijpen. Nu het kwaad is geschied en Libanon letterlijk en figuurlijk in puin ligt, zorgt een verstrengeld netwerk binnen de overheidsgelederen ervoor dat de betreffende envelopjesontvangers nog altijd niet ter verantwoording worden geroepen.3
Nu zijn de geschetste vergezichten nogal breed voor het begin van wat slechts een fiscale Opinie is, maar als Wij Fiscalisten niet af en toe een bredere context in ons vak zagen, zouden we ons slechts breedsprakige administratieve krachten achten. En met dat gebrek aan zelfimportantie kan ik niet leven. Daarom dus de vraag: hoe zit het met corruptie en de fiscaliteit?
Allereerst: wat is corruptie?
De Verenigde Naties stelden het bekendste internationale traktaat op dat zich richt op de uitroeiing van corruptie: de ‘United Nations Convention Against Corruption’ ofwel de NCAC.4 Dit traktaat werd in oktober 2003 door de General Assembly aangenomen, en is thans door 181 landen ondertekend. Waaronder Nederland.
Curieus genoeg wordt het begrip ‘corruptie’ niet gedefinieerd in het verdrag zelf. Maar: er worden wel bepaalde voorbeelden genoemd, die in ieder geval als species van het genus corruptie moeten worden aangenomen door de ‘signatories’ (en overigens ook strafbaar moeten worden gesteld). Onder andere: omkoping, verduistering, geldomleiding, samenspanning, de handel in invloed, misbruik van functie, onrechtmatige verrijking en het hinderen van de rechtsgang.
Verder stelt het verdrag preventieve normen voor openbare besturen en instituties. Voorbeelden hiervan zijn 1) het bespoedigen van onafhankelijkheid tussen instituties, 2) het creëren van zo objectief mogelijke ‘HR-raamwerken’ voor onverkozen personen in publieke dienst en een publieke ‘code of conduct’ die is geënt op integriteit, eerlijkheid en verantwoordelijkheid, en 3) het verzorgen van effectieve inzage in en controle van publieke financiën en openbare aanbestedingen.
Teodorin
Als men zich met deze grootse termen een voorstelling probeert te maken van corruptie, zijn hoog-zichtbare voorbeelden van ‘Grand Corruption’ doorgaans het meest duidelijk; publieke figuren die een proleterig leven leiden op de zak van hun doorgaans zeer arme mensen. Neem bijvoorbeeld het vulgaire voorbeeld van Teodorin Obiang, de vicepresident van Equatoriaal Guinea en zoon van ‘s lands eerste autoritaire leider Teodoro Obiang.
Het land van de Obiangs doet het qua GDP per capita nog aardig, maar dat komt vooral doordat het olie exporteert. De baten daarvan komen echter niet zozeer bij de inwoners terecht, maar vooral bij de Obiangs en de hunnen. En zo groeide het land tot de wereld-GINI -lijstaanvoerder en 145e op de Human Development Index.
De inwoners hebben het op zijn zachtst gezegd dus niet zo goed. Teodori, daarentegen, blijkt in bezit van onder andere een superjacht (ca. $ 100 miljoen), een Gulf Stream privéjet, meerdere huizen in Zuid-Afrika en Malibu, Maserati’s en Lamborghini’s, en zelfs een hiphop-platenlabel.5 Geen van de Obiangs heeft ooit private rijkdom vergaard. Zulke leiders noemt men dan ook wel ‘kleptocraten’ – een categorie waartoe Poetin en de zijnen ook worden gerekend. Kun je nagaan.6
We zijn het erover eens dat we die moeten bevechten. Zoals minister Hoekstra het samenvatte tijdens de rondetafel over een anti-corruptiehof (zo mogelijk in Den Haag): ‘Public figures can inflate the costs of government projects, and make their profits disappear. Kleptocrats can manipulate elections, repress journalists, and silence civil society. Government officials can embezzle donor money and distribute these funds to friends and families. But corruption is about more than the extortion of money. It’s an assault on the fabric of society, on its stability, prosperity, and security.’
Systemische corruptie
De kosmos van corruptie bevat ook kleinere sterren dan kleptocraten, want deze omvat eigenlijk alle vormen van, excuseer mij voor het Engels: ‘the abuse of public power for private gains’.7 En dat spectrum glijdt van Grand Corruption via Systemic Corruption (patronen die het handelen van een orgaan corrupt maken) tot Petty Corruption (de flapjes in het paspoort bij een exotische verkeersaanhouding). Aldus kan corruptie ook bestaan in de feitelijke straffeloosheid van de steeds centraal staande ‘public officials’,8 een excessieve ‘Public Premium’ of willekeur in wetten en hun toepassing.
Hoe corrupt is Nederland?
Nederland is zo’n kleiner sterretje en doet het internationaal gezien goed: we staan achtste (van de 180) op de jaarlijkse wereldranglijst van Transparency International,9 maar we laten daarop helaas wel een neerwaartse trend zien. En dat komt niet per se doordat andere landen nou zulke enorme stappen hebben gezet. Zoals de – ironisch genoeg lager geplaatste – Amerikanen zouden zeggen: ‘If you ain’t first, you’re last.’ En als we het gastland van een te vormen Anti-Corruptiehof willen zijn, moeten we ons dat zeer aantrekken.
Wat zijn onze knelpunten dan? Volgens TI zelf: ‘De toeslagenaffaire, corruptie bij politie en de douane, gebrek aan openheid bij COVID-aanbestedingen, nog te veel voorbeelden van belangenverstrengeling in de politiek[;] er is nog veel werk te verzetten in Nederland. Te vaak staan Nederlandse banken en bedrijven centraal bij grote witwasschandalen en is er weinig toezicht op internationale geldstromen. Integriteit van overheid, politiek en bedrijfsleven is een essentiële voorwaarde voor een sterke economie, een betrouwbare rechtstaat en een sterke democratie. Als we hier echt werk van maken, kan Nederland veel beter scoren op de internationale ranglijsten.’10
Waar we dan vaststellen dat corruptie het uitroeien waard is, en het bovenstaande een lijst van Nederlandse corruptievoorbeelden bevat, is de vraag wat Nederland kan doen om beter te scoren. En aangezien wij fiscalisten ons dan toch vooral kunnen toespitsen op aanbevelingen in het fiscale en perifiscale domein, doe ik hierbij een ‘borrelnotenvoorzet’.