Kijk eens naar art. 1 lid 6 BPM. Ik vermoed dat iedereen wel weet dat je tegen belastingproblematiek aan loopt wanneer je een auto uit het buitenland importeert. Wie dat doet, schakelt doorgaans een specialist in of duikt ter voorbereiding in de geldende regelgeving. Maar ik vermoed dat niet iedereen weet dat je ook onbewust een auto kunt importeren. Dit doe je door als inwoner van Nederland (ex art. 4 AWR) van de Nederlandse weg gebruik te maken in een auto zonder Nederlands kenteken. Kortom, zit jij in Nederland achter het stuur van een buitenlandse auto (dit is per slot van rekening een auto zonder Nederlands kenteken), dan importeer je een auto tenzij 1) je daarvoor een vergunning hebt of 2) de eigenaar van deze auto zich bij jou in de auto bevindt. In art. 1 lid 6 BPM staat namelijk:
‘Ingeval een niet ingeschreven (…) auto (…) feitelijk ter beschikking staat van een in Nederland wonende natuurlijke persoon of gevestigd lichaam, is de belasting (HE: BPM) verschuldigd (…).’
Let wel: het is voor de heffing dus niet relevant of je de eigenaar van de auto bent. Met andere woorden: de heffing is zelfs verschuldigd wanneer je de auto gehuurd, geleend of gestolen hebt. Eenieder wordt geacht de wet te kennen, toch? En dan heb ik het nog niet eens gehad over de 100% boete die je krijgt opgelegd wanneer je niet zelf BPM-aangifte hebt gedaan van dit belastbare feit. Bovendien loop je het risico dat je een naheffingsaanslag MRB krijgt voor de vijf afgelopen jaren, tenzij je aannemelijk kunt maken dat deze auto jou een kortere periode ter beschikking heeft gestaan. Ook hier is de boete 100%, hoewel in de MRB heel af en toe het begrip ‘menselijke maat’ wordt toegepast door de rechter en door sommige inspecteurs. Uiteraard zijn er bestuurders die welbewust de kans nemen op deze aanslag, maar in mijn praktijk ben ik ook eens een negentienjarig meisje tegengekomen dat met een aantal andere jongeren aan het carpoolen was naar Polen in een auto met een Pools kenteken. Bij een douanecontrole zat dat meisje aan het stuur en zij werd vervolgens verblijd met een naheffingsaanslag van een paar duizend euro. Omdat zij te laat was met haar bezwaarschrift, heb ik dit niet voor haar uit kunnen vechten, en dat zit mij nog steeds dwars. Aan de andere kant heb ik ook het nodige leedvermaak over een Nederlandse autodief die er na de diefstal van een Belgische auto achter kwam dat misdaad niet altijd loont. De aan hem opgelegde naheffingsaanslag kwam inclusief de 100% boete vermoedelijk ruimschoots uit boven de door hem verwachte opbrengst van het gestolen goed. In dit kader beveel ik het lezen van art. 1 lid 6 BPM dan ook van harte aan aan alle ambtenaren die een eind willen maken aan het in Nederland rondscheuren met in het buitenland gehuurde luxe bolides. Nu moet ik in dit kader wel melden dat er geen eer te behalen valt aan elektrische auto’s omdat daarvoor geen BPM en MRB verschuldigd is, maar bij een niet elektrische bolide is het meestal prijsschieten, tenzij men vooraf een vergunning heeft aangevraagd.
Is hier dan helemaal niets aan te doen? Jawel, maar op grond van het herstelbeleid als genoemd in het laatste Kaderbesluit bpm zijn de mogelijkheden voor de Belastingdienst redelijk beperkt. Rijd je als inwoner van Nederland zonder vergunning in een buitenlandse auto, dan moet de inspecteur onderzoeken of je eventueel in aanmerking komt voor de speciale regeling die geldt voor werknemers of eigenaren van een buitenlands bedrijf. That’s it.
In dit kader pleit ik dan ook voor herinvoering van het tot 2010 geldende waarschuwingsbeleid: toen kreeg je alleen te maken met deze – soms torenhoge – aanslagen wanneer je al eerder schriftelijk gewaarschuwd was voor deze gevolgen of wanneer je beroepshalve op de hoogte had kunnen zijn van deze regeling. Natuurlijk zijn er dan mensen die het er bewust op aan laten komen, maar het negentienjarige meisje uit mijn praktijk zou je hier wel mee kunnen ‘redden’. En die autodief? Tja, die was wel zo slim om een beroep te doen op dat toen geldende waarschuwingsbeleid. De rechter oordeelde echter dat hij als autodief werkzaam was in de autobranche en derhalve beroepshalve op de hoogte had moeten zijn van deze regelgeving. Game, set and match voor de Belastingdienst!