NTFR 2022/3740 - Boetes, burgers en buitenland (De Nederlandse autobelastingen zijn duidelijk niet voor watjes)
Aflevering 48, gepubliceerd op 30-11-2022 geschreven door mr. H.A. ElbertQuasi voor de grap poneer ik weleens de stelling dat er twee soorten autobelastingen zijn: de autobelastingen voor watjes en de echte autobelastingen. Met de ‘autobelastingen voor watjes’ doel ik dan met name op de bijtelling c.q. de toepassing van het autokostenforfait en de omzetbelastingregels zoals de btw-correctie op het privégebruik van de auto van de zaak. Natuurlijk zitten daar ook de nodige haken en ogen aan. Denk alleen al aan het verschil in de bewijslastproblematiek (doen blijken versus aannemelijk maken) en het verschil in de behandeling van het woon-werkverkeer. Waarom makkelijk doen als het moeilijk kan, nietwaar? Waarom ik dit dan toch autobelastingen voor watjes noem? Dat is omdat deze fiscale regels omkleed zijn met het aura van redelijkheid en billijkheid en dan ook nog het doel en de strekking van de wet lijken te dienen. Nee, dan de ‘echte’ autobelastingen: de motorrijtuigenbelasting (Wet MRB 1994, hierna: MRB) en de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (de BPM)! Daar hebben ze nog nooit gehoord van redelijkheid en billijkheid. En – hoewel ik toegeef dat ik iets overdrijf voor het dramatische effect – bij de MRB en de BPM is het gewoon een kwestie van ‘betalen en niet zeuren’! Gaat er iets niet helemaal goed? Bam! Daar doen we dan gewoon standaard 100% boete bovenop, en klaar is Kees. Leuker kunnen we het niet maken, rechtvaardiger zeker niet.