NTFR 2023/387 - Beroepseed voor belastingadviseurs?

NTFR 2023/387 - Beroepseed voor belastingadviseurs?

mFvH
mr. F. van Horzenof counsel bij KPMG Meijburg & Co Amstelveen
Bijgewerkt tot 14 maart 2023

Op 14 december 2022 publiceerden de leden van de Tweede Kamer Van der Lee (GroenLinks) en Nijboer (PvdA) de ‘Initiatiefnota Aanpak van Nederland als belastingparadijs’.1 Het doel van de initiatiefnota is om de aanpak van belastingontwijking verder te brengen en ervoor te zorgen dat Nederland niet langer spil is in het internationale web van belastingontwijking. De nota bevat daartoe verschillende voorstellen. Enerzijds gaat het om voorgestelde wijzigingen in het Nederlandse fiscale stelsel zelf. Anderzijds gaat het om voorstellen om de fiscale transparantie en integriteit te verhogen. Een van de voorstellen om de integriteit te verhogen is de invoering van een beroepseed voor belastingadviseurs.2 In deze opinie ga ik nader in op de voorgestelde beroepseed.

De initiatiefnota constateert dat veel belastingadviseurs integer hun werk doen. Zo wordt gewezen op het ondersteunen van mkb’ers om gebruik te maken van fiscale regelingen die de overheid voor het mkb heeft gecreëerd. Er wordt echter ook gewezen op het verschijnsel van adviseurs die het als kunst zien nog complexere constructies te bedenken waarmee op agressieve wijze belasting kan worden ontweken. Volgens de initiatiefnota is het onwenselijk dat belastingadviseurs bijdragen aan agressieve fiscale constructies, omdat dit de belastingmoraal en het vertrouwen in de beroepsgroep ondermijnt. Als oplossing voor dit probleem wordt de beroepseed genoemd. Een dergelijke eed zou eraan bijdragen dat wordt gehandeld met integriteit, zorgvuldigheid en een maatschappelijk kompas. Belastingadviseurs die de beroepseed hebben afgelegd, worden opgenomen in een register van geautoriseerde belastingadviseurs. Het register zal worden beheerd door een organisatie die ook voor tuchtrecht zal zorgen en voor passende consequenties in het geval een belastingadviseur duidelijk tegen de eed ingaat. Dit voorstel wordt gezien als een verzekering dat de belastingadviseur in de toekomst niet alleen kijkt naar wat er expliciet is toegestaan of verboden in juridische zin, maar zich ook afvraagt of het uit te brengen advies in moreel opzicht wenselijk is. Een en ander zou in wetgeving moeten worden neergelegd.

Klimaatverandering ook voor belastingadviseurs

Het voorstel voor een beroepseed voor belastingadviseurs past in een bredere trend van de afgelopen jaren waarin ondernemingen, ondernemersorganisaties en beroepsorganisaties van belastingadviseurs tax governance codes formuleren over hun fiscale gedrag.3 Het belangrijke verschil is echter dat waar het bij de tax governance code om zelf opgelegde principes gaat, de initiatiefnota is gebaseerd op regulering door de overheid. Gelet daarop kan de initiatiefnota worden gezien als een voorsorteren op de uitkomsten van het in de zomer van 2022 door de Europese Commissie gestarte ‘SAFE’-initiatief, waar in de initiatiefnota overigens niet naar wordt verwezen.4 De initiatiefnota besteedt evenmin aandacht aan bijvoorbeeld de door de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs aan haar leden voorgeschreven Tax Principles.5 Het is niet duidelijk of dit het gevolg is van een gebrek aan vertrouwen in de NOB of dat de opstellers van de initiatiefnota de geformuleerde principes of de controle op de naleving ervan te vrijblijvend vinden. Het is mijns inziens ook mogelijk om het voorstel te plaatsen in de context van de discussie over de menselijke maat. Het begrip menselijke maat is gedefinieerd als het recht doen aan de belangen van burgers bij de totstandkoming en uitvoering van beleid, wet- en regelgeving.6 Met wat overdrijving kunnen belastingadviseurs worden omschreven als laboranten in het ‘Frankenstein laboratory of global capitalism’.7 Een overheid die rekening houdt met de menselijke maat dient te worden beschermd tegen in dat laboratorium geconstrueerde monsters, een laboratorium waarin als arbeidsvitamine Lou Reed met de woorden ‘I have no morals … I’m the aggressor’ uit de luidsprekers galmt.8

De inhoud van de eed nader verkend

Hoewel de tekst van de af te leggen eed niet expliciet wordt geformuleerd, kan ervan uit worden gegaan dat kernonderdelen van de eed zullen zijn dat de adviseur zich niet zal wagen aan agressieve taxplanning en zich bij de advisering zal laten leiden door een maatschappelijk kompas. Het begrip agressieve taxplanning is niet nader gedefinieerd en dientengevolge vaag9, maar het is wat mij betreft duidelijk dat in de beleving van de opstellers van de discussienota adviezen en structuren die niet in strijd zijn met doel en strekking van de wet toch als agressief kunnen worden aangemerkt. Zo kan ik mij voorstellen dat de opstellers van de initiatiefnota het zodanig structureren dat een ‘triple-dip’ ontstaat als agressief zullen kwalificeren, hoewel volgens de Hoge Raad geen sprake was van strijd met doel en strekking van de Wet Vpb 1969.10 De vraag is dan wel of de agressiviteitsgrens pas bij een triple-dip wordt overschreden of reeds eerder. Is een advies dat tot meldingsplicht onder de werking van DAC6 leidt per definitie agressief of leidt de melding tot het vervallen van de kwalificatie agressief? Deze vragen nemen niet weg dat een poging zou kunnen worden ondernomen om het begrip ‘agressieve’ planning nader te omschrijven. Mogelijk kan bij de uitleg van het begrip agressief aansluiting worden gevonden bij de uitleg van het evenredigheidsbeginsel uit art. 3:4 lid 2 Awb, op grond waarvan de voor een belanghebbende nadelige gevolgen van een besluit niet onevenredig mogen zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.11 Een advies zou dan als agressief kunnen worden aangemerkt als het nadelige gevolg van het advies voor de maatschappij onevenredig is in verhouding tot het individuele belang van de belastingplichtige. Daarmee wordt tegelijkertijd invulling gegeven aan het begrip maatschappelijk kompas. Het blijft dan nog steeds vaag, maar dat geldt voor de inhoud van alle tax governance codes en principles.

Kanttekeningen bij het voorstel

Mijn belangrijkste punt van kritiek op het voorstel vormt de afwezigheid in de initiatiefnota van de afnemer van de diensten van een belastingadviseur: de belastingplichtige, afgezien dan van de mkb-ondernemer. Wie beperkingen oplegt aan de inhoud van het door een belastingadviseur uit te brengen advies op straffe van het geschrapt worden uit het register, beperkt de rechten van belastingplichtigen. Voor die beperking bestaat geen wettelijke basis zolang wordt gehandeld in overeenstemming met doel en strekking van de wet. De opstellers van de initiatiefnota hebben zeker een punt wanneer zij opmerken dat sommige adviseurs het als een spel zien om complexe structuren te bedenken. Maar er zijn ook belastingplichtigen die het spel graag spelen. Uiteindelijk is het aan de belastingplichtige welke route zal worden gevolgd. Wel is het de verantwoordelijkheid van de adviseur om de klant te wijzen op de eventuele gevolgen en risico’s die verbonden zijn aan de keuze, waaronder de eventuele negatieve maatschappelijke gevolgen. Dit staat bijvoorbeeld ook in de paragraaf ‘Maatschappelijke Aspecten’ van de voor NOB-leden geldende tax principles.

De psychologie van de agressor

Meer dan 100 jaar geleden heeft Walther Rathenau erop gewezen dat bij het maken van fiscale wetten de wetgever rekening dient te houden met de psychologie van de belastingbetaler. Rathenau formuleerde dit uitgangspunt in het kader van de hervorming van het Duitse belastingstelsel na WO I. Volgens Rathenau moest de wetgever belastingplichtigen ervan kunnen overtuigen dat iedereen gelijk werd behandeld en dat men niet opdraaide voor het feit dat een grote groep zich aan hun verplichtingen onttrok. Als die boodschap niet kon worden overgebracht, dreigde volgens Rathenau de belastingheffing gevoelsmatig te transformeren in onteigening of zelfs roof.12 De indieners van de initiatiefnota zullen opmerken dat dit ook juist de bedoeling van hun initiatief is. Mijns inziens is echter het wezenlijke verschil dat in de benadering van Rathenau de boodschap niet was gericht op degenen die zich onttrokken aan hun verplichtingen, terwijl de initiatiefnemers de als agressief gepercipieerde adviseurs en daarmee hun klanten in het vizier hebben. De vraag is of psychologische druk van buitenaf het beoogde opvoedende of sturende effect kan hebben op de patiënt met een ‘aggression disorder’ of dat de oplossing anders moet worden vormgegeven. Dat brengt mij bij een schrijver die zich intensief heeft beziggehouden met de psychologie van de mens, de 19e-eeuwse Russische schrijver Dostojevski, die sinds de Russische inval in Oekraïne in sommige kringen bijna net zo’n slechte pers heeft als belastingadviseurs.13

De zware last van de vrije wil

Inkeer

In plaats van een eed