Aflevering 11

Gepubliceerd op 14 maart 2023

NTFR 2023/387 - Beroepseed voor belastingadviseurs?

Aflevering 11, gepubliceerd op 14-03-2023 geschreven door mr. F. van Horzen
Op 14 december 2022 publiceerden de leden van de Tweede Kamer Van der Lee (GroenLinks) en Nijboer (PvdA) de ‘Initiatiefnota Aanpak van Nederland als belastingparadijs’.1 Het doel van de initiatiefnota is om de aanpak van belastingontwijking verder te brengen en ervoor te zorgen dat Nederland niet langer spil is in het internationale web van belastingontwijking. De nota bevat daartoe verschillende voorstellen. Enerzijds gaat het om voorgestelde wijzigingen in het Nederlandse fiscale stelsel zelf. Anderzijds gaat het om voorstellen om de fiscale transparantie en integriteit te verhogen. Een van de voorstellen om de integriteit te verhogen is de invoering van een beroepseed voor belastingadviseurs.2 In deze opinie ga ik nader in op de voorgestelde beroepseed.

NTFR 2023/391 - A-G Wattel concludeert over terugwerkende kracht sectorindeling premieheffing werknemersverzekeringen

ECLI:NL:PHR:2023:193, datum uitspraak 17-02-2023, publicatiedatum 03-03-2023
Aflevering 11, gepubliceerd op 14-03-2023 met annotatie van mr. D. Westerman
Belanghebbende is een uitzendbedrijf dat horecapersoneel uitleent. Op 12 september 2017 heeft zij verzocht om voor de heffing van premies werknemersverzekeringen vanaf 1 mei 2017 ingedeeld te worden in vaksector 33 (horeca) in plaats van sector 52 (uitzendbedrijven). Zij heeft tegen de afwijzing van dat verzoek bezwaar gemaakt, dat bij uitspraak op bezwaar is afgewezen. Zij heeft daartegen geen beroep ingesteld, waardoor die uitspraak en die indeling onherroepelijk werden. In een vergelijkbare zaak heeft hof Arnhem-Leeuwarden kort daarna, op 18 december 2018 (ECLI:NL:GHARL:2018:10971, NTFR 2019/209) geoordeeld dat werkgevers zoals de belanghebbende moesten worden ingedeeld in sector 33, waar de staatssecretaris van Financiën in heeft berust. Belanghebbende heeft op 16 februari 2019 opnieuw verzocht om indeling in sector 33 met terugwerkende kracht naar 1 mei 2017. De inspecteur heeft dat gedaan, maar niet per 1 mei 2017, maar per 1 november 2018.

NTFR 2023/399 - Stand van zaken heffing overwinst elektriciteitsproducenten

Aflevering 11, gepubliceerd op 14-03-2023 geschreven door mr. P.S. Schouten
Minister Jetten informeert de Tweede Kamer over de stand van zaken van het tijdelijk verplicht plafond op marktinkomsten van elektriciteitsproducenten. De minister gaat in op de uitwerking in een wetsvoorstel, de evaluatie en consultatie van de Europese Commissie, het hoger vrijgesteld bedrag voor biogas en op een bijstelling van de geraamde opbrengst.

NTFR 2023/403 - Vennootschap op Jersey en vaste inrichting in Nederland leiden tot misbruik van recht, geen aftrek btw

ECLI:NL:RBGEL:2022:7071, datum uitspraak 20-12-2022, publicatiedatum 25-01-2023
Aflevering 11, gepubliceerd op 14-03-2023 met annotatie van mr. M.W.C. Soltysik
Jersey; misbruik recht; non performing loan; naheffing; boete; service letter agreement; SLA; NPL; vaste inrichting; v.i.; portefeuille purchase agreement; PPA; incasso; vordering; krediet; lening; kunstmatig; constructie; financiering; vrijstelling; portefeuille; schuldvordering; herdefiniëring; zorgvuldigheidsbeginsel; verdedigingsbeginsel; pleitbaar standpunt

NTFR 2023/408 - Geen belang bij cassatieberoep omdat dwangsom inmiddels is uitbetaald

ECLI:NL:HR:2023:331, datum uitspraak 03-03-2023, publicatiedatum 03-03-2023
Aflevering 11, gepubliceerd op 14-03-2023 met annotatie van mr. C.J.M. Perraud
Vanwege een teruggaaf OZB heeft de heffingsambtenaar de te vergoeden invorderingsrente vastgesteld op € 0,53. Belanghebbende heeft daartegen bezwaar gemaakt. Vervolgens heeft belanghebbende op 19 mei 2021 een ingebrekestelling gestuurd wegens het niet-tijdig doen van uitspraak op bezwaar. Bij uitspraak van 18 juni 2021 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar gegrond verklaard en de invorderingsrente op € 1 vastgesteld. Belanghebbende komt daartegen in beroep vanwege het niet-tijdig nemen van een beschikking over de verschuldigdheid van de dwangsom. De rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Volgens de Hoge Raad is de rechtbank daarbij ten onrechte ervan uitgegaan dat belanghebbende een dwangsom verlangde wegens het uitblijven van een dwangsombeschikking. Belanghebbende verlangde immers een dwangsom wegens het niet-tijdig doen van de uitspraak op bezwaar inzake de beschikking invorderingsrente. Tot cassatie kan dit echter niet leiden. Gebleken is immers dat de heffingsambtenaar de dwangsom inmiddels heeft uitbetaald, zodat belanghebbende geen belang meer heeft bij cassatie. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep niet-ontvankelijk.

NTFR 2023/413 - Civiele rechter niet bevoegd te oordelen over nakomen overeenkomst door Douane

ECLI:NL:RBDHA:2023:2132, datum uitspraak 01-03-2023, publicatiedatum 07-03-2023
Aflevering 11, gepubliceerd op 14-03-2023 met annotatie van mr. R.B.H. Beune
Tussen de douaneautoriteiten in de Europese Unie (EU) en importeurs heeft jarenlang verschil van inzicht bestaan over de tariefpost van de gecombineerde nomenclatuur (hierna: ‘GN-post’) waaronder bevroren en gezouten kippenvlees moet worden aangegeven en ingedeeld. Wanneer het bevroren kippenvlees als ‘gezouten’ kon worden aangemerkt, viel dit onder GN-post 0210, en als ‘ongezouten’ viel dit onder GN-post 0207. Dit verschil is relevant, omdat op GN-posten verschillende douanetarieven van toepassing waren. Het tarief voor de invoer van ongezouten kippenvlees is hoger dan het tarief voor gezouten kippenvlees.