Allereerst de vraag: wat zijn ‘incourante aandelen’? Dit zijn niet zozeer aandelen die niet verhandelbaar zijn (zoals geblokkeerde aandelen), maar vooral aandelen waarvan geen externe prijs bekend is, bijvoorbeeld omdat er nog nooit of niet recentelijk (genoeg) een onafhankelijke aandelentransactie heeft plaatsgevonden, waardoor dus niet onomstotelijk bekend is ‘wat de markt ervoor geeft’ (gecorrigeerd voor ‘de gek’).
Incourante aandelen gaan echter geregeld van de hand tussen niet-onafhankelijke partijen. Denk bijvoorbeeld aan een opvolgingstraject bij een off-marketbedrijf (box 2 & SW), een personeelsaandelenronde (loonbelasting en inkomstenbelasting), of een management buy-in. De relevantie van de aandelenwaarde is dan bijvoorbeeld een box 2-afrekening en/of schenkingsgebeurtenis, de brutering van enige al dan niet impliciete inkoopkorting als loon in natura, of een aan te geven waarde voor de box 3-heffing.
De te pinpointen waarde wordt geduid als de waarde in het economische verkeer (WEV) en deze term komt in meerdere wetten terug: ‘notably’ vijfenvijftig keer in de Wet IB 2001, negen keer in de Wet LB en vier keer in de SW. Hoe hoger die WEV, hoe kostbaarder de fiscale gevolgtrekkingen. Instinctief of wensdenkelijk menen de bij zo’n transactie betrokken belastingplichtigen (voor zover er geen tegengestelde belangen spelen) dan ook vaak dat de historische performance of het opgeofferde bedrag voor het incourante aandeel de logische WEV is, mede omdat dit de afwezigheid van goodwill impliceert. Dus: ‘that what has been put into or taken out of the company’.
De Belastingdienst is het daarmee terecht oneens. Uit ge-Woo’d beleid1 blijkt dat de Belastingdienst economische (prospectieve) waarderingsmethoden en niet boekhoudkundige (retrospectieve) waarderingsmethoden dé weg vindt naar een accurate vaststelling van de WEV zoals de Belastingdienst die parafraseert, namelijk ‘het geschatte bedrag waartegen een object tussen een bereidwillige koper en een bereidwillige verkoper na behoorlijke marketing in een zakelijke transactie zou worden overgedragen op de taxatiedatum, waarbij de partijen met kennis van zaken, prudent en niet onder dwang zouden hebben gehandeld’.2
Terecht, meen ik, want een prudente koper zou zich er voornamelijk voor interesseren welk economisch rendement hij ná transactiedatum uit de aandelen kan verwachten, en toch in veel mindere mate welk rendement de verkoper reeds heeft genoten. Met andere woorden: wanneer ik een aandeel GameStop zou willen kopen, boeit het mij beduidend minder welke dividenden de verkoper reeds ontving, en veel meer welke dividenden ik na overname nog verwacht.