De afgelopen jaren is de belangstelling voor kunstmatige intelligentie1 en de toepassing daarvan sterk toegenomen. De gebruiksmogelijkheden van deze techniek worden door velen aangeprezen, maar door anderen zoal niet verworpen, dan toch gevreesd. De geniale natuur- en sterrenkundige Stephen Hawking heeft erop gewezen dat KI zich veel sneller kan ontwikkelen dan de mens, en hem in de toekomst qua intellect kan voorbijstreven.2 Mocht KI dan oogmerken ontwikkelen die niet sporen met de belangen van de mens, dan ontstaat er een heel gevaarlijke situatie, aldus de geleerde. Preventieve ‘damage control’ is wenselijk onder het motto ‘non dormit, qui custodit’.3 Kortom: laat de ‘zelfdenkende’ techniek niet het roer in handen krijgen!4
Zover is het nog niet. Wel laten de reeds opgedane ervaringen zien dat KI ook nu al onwenselijke gevolgen kan hebben. Kort gezegd: KI kan een bedreiging vormen voor de goedwillende burger, maar kan de kwaadwillende kansen bieden ten nadele van de fiscus.