Aflevering 38

Gepubliceerd op 18 september 2024

NTFR 2024/1444 - KI: bedreiging voor burger en fiscus

Aflevering 38, gepubliceerd op 18-09-2024 geschreven door prof. dr. mr. R.E.C.M. Niessen
De afgelopen jaren is de belangstelling voor kunstmatige intelligentie1 en de toepassing daarvan sterk toegenomen. De gebruiksmogelijkheden van deze techniek worden door velen aangeprezen, maar door anderen zoal niet verworpen, dan toch gevreesd. De geniale natuur- en sterrenkundige Stephen Hawking heeft erop gewezen dat KI zich veel sneller kan ontwikkelen dan de mens, en hem in de toekomst qua intellect kan voorbijstreven.2 Mocht KI dan oogmerken ontwikkelen die niet sporen met de belangen van de mens, dan ontstaat er een heel gevaarlijke situatie, aldus de geleerde. Preventieve ‘damage control’ is wenselijk onder het motto ‘non dormit, qui custodit’.3 Kortom: laat de ‘zelfdenkende’ techniek niet het roer in handen krijgen!4

NTFR 2024/1447 - Belastingdienst publiceert Handboek Scheiden

Aflevering 38, gepubliceerd op 18-09-2024
Het Handboek Scheiden gaat in op onderwerpen die kunnen spelen bij ‘het uit elkaar gaan’ en die belastingen of toeslagen raken. Het doel is om meer informatie toegankelijk te maken over de fiscale consequenties van de meest uiteenlopende, maar vaak voorkomende situaties bij echtscheiding of uit elkaar gaan.

NTFR 2024/1455 - Duits Publikums-Sondervermögen heeft noch onder teruggaafregeling noch onder afdrachtverminderingsregeling recht op dividendbelastingteruggaven

ECLI:NL:HR:2024:1176, datum uitspraak 13-09-2024, publicatiedatum 13-09-2024
Aflevering 38, gepubliceerd op 18-09-2024 met annotatie van mr. D.C. Simonis
Belanghebbende, een Duits Publikums-Sondervermögen, heeft dividend ontvangen op belangen van minder dan 5% in diverse Nederlandse vennootschappen. Over dit dividend is door Nederland 15% dividendbelasting geheven. De verzoeken om teruggaaf van deze dividendbelasting zijn door de inspecteur afgewezen. Hof Den Bosch (18 januari 2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:67, NTFR 2023/189) heeft de inspecteur in het gelijk gesteld. De Hoge Raad stelt voorop - kort gezegd - dat tot en met 2007 wettelijk een teruggaafregeling gold en vanaf 2008 een afdrachtverminderingsregeling.

NTFR 2024/1456 - Hoge Raad blijft bij prejudiciële beslissing NTFR 2020/3011; geen teruggaaf dividendbelasting aan Duits beleggingsfonds wegens ontbreken ‘vervangende betaling’

ECLI:NL:HR:2024:1112, datum uitspraak 06-09-2024, publicatiedatum 06-09-2024
Aflevering 38, gepubliceerd op 18-09-2024 met annotatie van dr. M.J. van Hulten LLM
Belanghebbende, een Duits beleggingsfonds (icbe), heeft belegd in ‘Nederlandse’ aandelen. Over het uitgekeerde dividend is door Nederland 15% dividendbelasting geheven. Belanghebbende heeft verzocht om teruggaaf hiervan. De inspecteur heeft de verzoeken afgewezen. Vervolgens zijn in beroep prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld die bij prejudiciële beslissing van 23 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020: 1674, NTFR 2020/3011 zijn beantwoord, nadat op verzoek van de Hoge Raad (bij arrest van 3 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:342, NTFR 2017/686) het HvJ een prejudiciële beslissing heeft gegeven in het arrest van 30 januari 2020, Köln-Aktienfonds Deka, zaak C-156/17, ECLI:EU:C:2020:51, NTFR 2020/485.

NTFR 2024/1457 - Arubaanse dividendbelasting niet strijdig met non-discriminatiebepaling uit Vriendschapsverdrag met de VS (1956)

ECLI:NL:PHR:2024:752, datum uitspraak 12-07-2024, publicatiedatum 09-08-2024
Aflevering 38, gepubliceerd op 18-09-2024 met annotatie van mr. R. van der Wilt LLM
Belanghebbende is een nv, opgericht naar Arubaans recht en gevestigd in Aruba. Zij exploiteert daar een schoonheidssalon, een sauna en een massagefaciliteit en zij handelt in massagebenodigdheden. In 2017 heeft belanghebbende een dividend ad Afl 890.000 uitgekeerd aan haar 100%-aandeelhouder, een LLC opgericht naar Amerikaans recht en gevestigd in de VS. Belanghebbende heeft 10% dividendbelasting ingehouden en afgedragen. In geschil is of die belasting terecht is geheven. Meer in het bijzonder is in geschil of de heffing in strijd is met de non-discriminatiebepaling in art. XI lid 1 van het Vriendschapsverdrag tussen Nederland en de VS uit 1956 (Verdrag). Volgens het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie in hoger beroep is dat niet het geval.

NTFR 2024/1460 - Kennisgroepstandpunt FGR en overgangsrecht. Vervreemding belang binnen drie jaar door één van de inbrengende partijen

Aflevering 38, gepubliceerd op 18-09-2024 geschreven door drs. R. van Haperen
De Kennisgroep overdrachtsbelasting geeft antwoord op de vraag of de aandelenfusievrijstelling op grond van het overgangsrecht in art. VIII van de Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling komt te vervallen indien één van de inbrengers een deel van de aandelen vervreemdt en zo ja, voor welk deel.

NTFR 2024/1461 - Kennisgroepstandpunt cv en overgangsrecht. Vervreemding belang binnen drie jaar door één van de inbrengende partijen

Aflevering 38, gepubliceerd op 18-09-2024 geschreven door drs. R. van Haperen
De Kennisgroep overdrachtsbelasting geeft antwoord op de vraag of de aandelenfusievrijstelling op grond van het overgangsrecht in art. XV van de Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen komt te vervallen indien één van de inbrengers de helft van zijn soortgelijk belang vertegenwoordigende aandelen vervreemdt en zo ja, voor welk deel.

NTFR 2024/1462 - Uitleg door Hoge Raad van criterium ‘financiële verwevenheid’ voor fiscale eenheid is volgens A-G Ettema Unierechtelijk te streng

ECLI:NL:PHR:2024:796, datum uitspraak 26-07-2024, publicatiedatum 16-08-2024
Aflevering 38, gepubliceerd op 18-09-2024 met annotatie van prof. mr. dr. J.B.O. Bijl
In deze zaak is de financiële verwevenheid voor de vorming van een fiscale eenheid voor de omzetbelasting in geschil. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad is bij aandelenvennootschappen sprake van financiële verwevenheid indien de meerderheid van de aandelen – waaronder de daaraan verbonden zeggenschap – (on)middellijk in dezelfde handen is. Nu de aandeelhouder van belanghebbende in de onderhavige zaak slechts beschikt over 50% van de aandelen en de daaraan verbonden juridische zeggenschap, hebben rechtbank Zeeland-West-Brabant (ECLI:NL:RBZWB:2021:2618) en hof Den Bosch (ECLI:NL:GHSHE:2023:143) overeenkomstig dit criterium van de Hoge Raad geoordeeld dat in casu niet is voldaan aan het vereiste van financiële verwevenheid.

NTFR 2024/1465 - Voor rente op achterstallen ter zake van bij invoer verschuldigde btw bestaat een wettelijke grondslag

ECLI:NL:HR:2024:1177, datum uitspraak 13-09-2024, publicatiedatum 13-09-2024
Aflevering 38, gepubliceerd op 18-09-2024 met annotatie van mr. B.A. Kalshoven
De inspecteur heeft van belanghebbende, een direct vertegenwoordiger van een in Nederland gevestigde importeur, invoerrechten en omzetbelasting nagevorderd. Volgens de inspecteur is belanghebbende over zowel de invoerrechten als de omzetbelasting rente op achterstallen verschuldigd vanaf de dag waarop de douaneschulden zijn ontstaan tot de dag waarop deze schulden aan belanghebbende zijn meegedeeld. De rente op achterstallen over de nagevorderde omzetbelasting is in geschil. Rechtbank Noord-Holland (ECLI:NL:RBNHO:2023:4900, NTFR 2023/1091) heeft daarover de volgende prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld:

NTFR 2024/1466 - Forse tariefsverhoging forensenbelasting 2020 van gemeente Gulpen-Wittem is strijdig met evenredigheidsbeginsel

ECLI:NL:HR:2024:1178, datum uitspraak 13-09-2024, publicatiedatum 13-09-2024
Aflevering 38, gepubliceerd op 18-09-2024 met annotatie van mr. drs. C.M. Dijkstra
Belanghebbende is aangeslagen in de forensenbelasting van de gemeente Gulpen-Wittem. In 2019 werd door deze gemeente forensenbelasting geheven naar een vast tarief van € 129 en een variabel tarief van 0,23% over de WOZ-waarde van de woning. Voor 2020 zijn die tarieven verhoogd naar een vast tarief van € 280 en een variabel tarief van 0,56% over de WOZ-waarde. Hof Den Bosch (ECLI:NL:GHSHE:2023:246) heeft deze aanslag in stand gelaten.

NTFR 2024/1472 - Kennisgroepstandpunt toepassing art. 21bis Uitv besl IB 2001

Aflevering 38, gepubliceerd op 18-09-2024
De Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH aanslag heeft een standpunt ingenomen over de toepassing van art. 21bis Uitv besl IB 2001. Meer specifiek over de vraag of een inwoner van Duitsland die (mede) door toepassing van de regelingen ‘Besteuerungsanteil’ of ‘Ertragsanteil’ in Duitsland geen inkomstenbelasting verschuldigd is, kan worden aangemerkt als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige.

NTFR 2024/1473 - Europese Commissie verzoekt Nederland buitenlandse beleggingsinstellingen een vermindering van Nederlandse dividendbelasting te verlenen

Aflevering 38, gepubliceerd op 18-09-2024 geschreven door prof. mr. dr. P.G.H. Albert
De Europese Commissie heeft Nederland in het kader van een inbreukprocedure een brief gestuurd over de afdrachtvermindering voor in Nederland gevestigde fiscale beleggingsinstellingen (fbi’s), waar vergelijkbare buitenlandse beleggingsfondsen zo’n voordeel niet ontvangen. De Nederlandse wetgeving voorziet in een afdrachtvermindering op de af te dragen dividendbelasting. Dit geldt voor fbi’s die dividenden ontvangen waarop reeds dividendbelasting of buitenlandse bronheffing is ingehouden. Op grond van de afdrachtvermindering kan een fbi de ten hare laste ingehouden dividendbelasting in mindering brengen op de door de fbi zelf af te dragen dividendbelasting. Buitenlandse beleggingsfondsen komen niet in aanmerking voor deze afdrachtvermindering, waardoor het voor buitenlandse beleggingsfondsen minder aantrekkelijk is om Nederlandse investeerders aan te trekken of te investeren in Nederlandse aandelen. Volgens de Commissie is dat in strijd met de vrijheid van kapitaalverkeer. Nederland heeft twee maanden om te reageren op de brief. Als Nederland geen bevredigend antwoord geeft, kan de Commissie besluiten tot een met redenen omkleed advies, de voorlaatste stap bij een inbreukprocedure.