Ab-verkrijgingsprijs bij remigratie wordt niet vermeerderd met waardeaangroei aandelen als vestigingsplaatsfictie van toepassing is

Ab-verkrijgingsprijs bij remigratie wordt niet vermeerderd met waardeaangroei aandelen als vestigingsplaatsfictie van toepassing is

Gegevens

Nummer
2024/1539
Publicatiedatum
20 september 2024
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:1243
Rubriek
Aanmerkelijk belang/Directeur-grootaandeelhouder
Relevante informatie
Art. 16 lid 3 Uitv. besl. IB 2001

Belanghebbende houdt alle aandelen in een Nederlandse bv. In 2001 is hij geëmigreerd naar het VK. In 2003 is belanghebbende verhuisd naar België. In 2004 is de werkelijke leiding van de bv verplaatst naar Curaçao. Op 10 januari 2017 is belanghebbende geremigreerd naar Nederland. Toen is ook de werkelijke leiding van de bv ‘terugverplaatst’ naar Nederland. België heeft geen belasting geheven. De inspecteur heeft – anders dan belanghebbende bepleit – bij de vaststelling van de step-up geen rekening gehouden met de waardeaangroei tussen het moment van verplaatsing van de werkelijke leiding van de bv van Nederland naar Curaçao en het moment waarop na deze verplaatsing tien jaren waren verstreken. Rechtbank Noord-Holland (19 oktober 2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:9413, NTFR 2021/3954) heeft de inspecteur in het gelijk gesteld. Ook in cassatie krijgt belanghebbende nul op het rekest. Na een uiteenzetting van het juridische kader oordeelt de Hoge Raad dat de vraag of een houder van een ab ter zake daarvan buitenlands belastingplichtig was in de periode voordat hij in Nederland komt wonen, moet worden beoordeeld naar de wettelijke regels betreffende de buitenlandse belastingplicht die golden in de desbetreffende periode. Op grond van die regels omvat de buitenlandse belastingplicht ter zake van een ab zowel het geval dat de vennootschap waarin het ab wordt gehouden, feitelijk in Nederland is gevestigd, als het geval dat die vennootschap ex art. 7.5 lid 6 Wet IB 2001 fictief in Nederland is gevestigd. De opvatting van belanghebbende dat deze vestigingsplaatsfictie niet is bedoeld om een ab-claim te vestigen op waardeaangroei ontstaan na verplaatsing van de werkelijke leiding van de vennootschap uit Nederland, is onjuist. Voor de duiding van het nationaalrechtelijke systeem is het Nederlandse verdragsbeleid niet relevant. De opvatting van belanghebbende dat de verkrijgingsprijs alleen niet wordt vermeerderd met waardeaangroei die is ontstaan in een periode dat de ab-houder voor zijn komst naar Nederland buitenlands belastingplichtig was op de grond dat de vennootschap feitelijk in Nederland was gevestigd, is dus onjuist.

(Cassatieberoep ongegrond.)