Belanghebbende houdt een (indirect) ab in bv (art. 81.1 Wet RO)

Belanghebbende houdt een (indirect) ab in bv (art. 81.1 Wet RO)

Gegevens

Nummer
2024/1616
Publicatiedatum
4 oktober 2024
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:1385
Rubriek
Aanmerkelijk belang/Directeur-grootaandeelhouder
Relevante informatie

Belanghebbende is sinds 11 oktober 2013 enig aandeelhouder en bestuurder van B bv. Op 14 oktober 2013 zijn de aandelen in C bv verkocht en geleverd aan B bv. Belanghebbende heeft voor de jaren 2014 tot en met 2017 nihilaangiften ingediend. Naar aanleiding van meerdere boekenonderzoeken heeft de inspecteur aan belanghebbende navorderingsaanslagen over de jaren 2014 tot en met 2017 met vergrijpboetes opgelegd. De inspecteur heeft hierbij onder meer op het inkomen uit aanmerkelijk belang en het gebruikelijk loon gecorrigeerd. In geschil is onder meer of belanghebbende een (middellijk) aanmerkelijk belang heeft in C bv. Zowel de rechtbank als het hof (hof Den Haag 8 november 2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:2330, NTFR 2023/17) oordeelt dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende een (indirect) aanmerkelijk belang houdt in C bv. Belanghebbende heeft zijn stelling dat de aandelen in C bv niet rechtsgeldig zouden zijn overgedragen aan B bv niet aannemelijk gemaakt. Ook de door belanghebbende in hoger beroep ingebrachte akte van levering van 14 oktober 2013 is daarvoor onvoldoende bewijs. Uit art. 8 van deze akte van levering volgt zelfs dat partijen hebben afgezien van het recht om de koopovereenkomst te ontbinden dan wel te vernietigen. Ook het door belanghebbende overgelegde onderzoeksrapport van een registeraccountant acht het hof onvoldoende. In dit onderzoek is namelijk niet onderzocht wat de feitelijke bevindingen van het onderzoek betekenen voor de rechtsgeldigheid van de aandelenoverdracht. Uit de gedingstukken volgt dat alle partijen steeds hebben gehandeld alsof de aandelenoverdracht wél rechtsgeldig tot stand is gekomen en hebben zich ook als zodanig naar buiten gepresenteerd. Aldus houdt belanghebbende in de jaren 2014 tot en met 2017 een aanmerkelijk belang in C bv. Het hof vernietigt wel een deel van de vergrijpboetes.

De Hoge Raad heeft het ingestelde cassatieberoep ongegrond verklaard onder verwijzing naar art. 81.1 Wet RO.