Naheffing parkeerbelasting doordat aanvraag voor kentekenwijziging nog niet was afgerond (art. 81.1 Wet RO)

Belanghebbende beschikt over een geldige parkeervergunning die was verleend voor zijn oude auto. Deze auto stond op het moment van opleggen van de naheffingsaanslag al op de sloop en het kenteken stond ook niet meer op naam. Belanghebbende heeft geprobeerd om het kenteken te wijzigen op de website van de gemeente. Door een technische storing is deze aanvraag echter niet afgerond. Belanghebbende heeft geparkeerd met zijn nieuwe auto. Nadat een naheffingsaanslag was opgelegd heeft belanghebbende opnieuw een aanvraag gedaan, dit keer met succes. Omdat de parkeervergunning voor het hele jaar is betaald en ten tijde van oplegging van de aanslag maar één kenteken op naam van belanghebbende stond, vindt hij dat de naheffingsaanslag ten onrechte is opgelegd. Hof Amsterdam (23 mei 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:1325, NTFR 2023/1047) onderschrijft de afwegingen van de rechtbank dat van parkeren met een digitale bewonersvergunning sprake is als bij het parkeren wordt voldaan aan de voorwaarden van die vergunning en als de belasting is voldaan. Blijkens de overgelegde stukken is een van de voorwaarden dat het kenteken waarmee wordt geparkeerd is opgegeven bij de gemeente. Op het moment van oplegging van de naheffing heeft belanghebbende echter zijn digitale aanvraag om het kenteken te wijzigen niet afgerond. Omdat niet is voldaan aan één van de voorwaarden voor de bewonersvergunning, is dan ook geen sprake van parkeren met vergunning. De keuze om na een mislukte poging het kenteken te wijzigen en verder geen actie te ondernemen is voor eigen rekening en risico. De naheffingsaanslag is terecht opgelegd, als het hof.

De Hoge Raad heeft het ingestelde cassatieberoep ongegrond verklaard onder verwijzing naar art. 81.1 Wet RO.