A-G Koopman doet oproep aan Hoge Raad om jurisprudentie inzake tweede uitspraak op bezwaar te heroverwegen

In de aanloop naar het cassatieberoep is belanghebbende keer op keer niet-ontvankelijk verklaard. In de bezwaren tegen de op aangifte betaalde omzetbelasting is hij niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. In beroep is hij, na vereenvoudigde behandeling, niet-ontvankelijk verklaard omdat hij het griffierecht niet had betaald. En in verzet is belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard omdat hij volgens rechtbank Noord-Nederland (niet gepubliceerd) geen belang had. Tegen die laatste beslissing heeft belanghebbende cassatieberoep ingesteld.

In deze conclusie gaat A-G Kooman in op de vraag of een inspecteur een uitspraak op bezwaar kan intrekken en/of wijzigen, zonder dat die uitspraak door de rechter is vernietigd. In de uitspraak op het verzet gaat de rechtbank er namelijk vanuit dat die vraag bevestigend moet worden beantwoord.

Die bevestigende beantwoording is in overeenstemming met de rechtspraak van de overige hoogste bestuursrechters, maar niet in lijn met de jurisprudentie van de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft zijn jurisprudentie op dit punt uitdrukkelijk bevestigd in het arrest van 20 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BT1516, NTFR 2011/2178. In zijn conclusie voor dat arrest had A-G IJzerman de Hoge Raad opgeroepen om zich bij de rechtspraak van de overige hoogste bestuursrechters aan te sluiten, maar tevergeefs.

Vorig jaar heeft rechtbank Oost-Brabant (24 februari 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:97) de Hoge Raad opgeroepen zijn rechtspraak over de tweede uitspraak op bezwaar te heroverwegen. De rechtbank spreekt over knellende rechtspraak die leidt tot procedures die eenvoudig voorkomen hadden kunnen worden en zet dit af tegen de grote werkdruk in de rechterlijke macht en de diverse inspanningen die erop zijn gericht die druk te verlichten. In deze conclusie sluit A-G Koopman zich aan bij deze oproep van rechtbank Oost-Brabant.

In de onderhavige zaak concludeert de A-G tot gegrondverklaring van het cassatieberoep en tot verwijzing van zaak voor een hernieuwde behandeling van het verzet.