Navorderingsaanslag te hoog vastgesteld omdat inspecteur is uitgegaan van te veel Nederlandse werkdagen

Navorderingsaanslag te hoog vastgesteld omdat inspecteur is uitgegaan van te veel Nederlandse werkdagen

Gegevens

Nummer
2025/713
Publicatiedatum
23 april 2025
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2025:2002
Rubriek
Internationaal en Europees
Relevante informatie

Belanghebbende was in 2018 woonachtig in Tanzania en in Nederland buitenlands belastingplichtig. Hij heeft in 2018 loon genoten van een Tanzaniaanse organisatie ten bedrage van € 104.868. In het kader van die dienstbetrekking heeft hij in 2018 zes dagen in Nederland werkzaamheden verricht. De inspecteur heeft op grond van een tijdsevenredige berekening het loon toerekenbaar aan de Nederlandse dagen vastgesteld op € 3.058. Belanghebbende betoogt dat het niet kan dat hij als niet-inwoner, onderworpen aan Tanzaniaanse wetgeving, werkend voor en uitgezonden door een Tanzaniaanse organisatie in Nederland belasting moet betalen over een deel van zijn loon. De rechtbank overweegt dat op grond van art. 7.2 lid 2 onderdeel b Wet IB 2001 het loon voor verrichten van werkzaamheden in Nederland inkomen uit werk en woning in Nederland is. Omdat er geen belastingverdrag met Tanzania is, wordt voornoemde bepaling niet door het verdrag terzijde geschoven. Het loon toerekenbaar aan werkzaamheden verricht in Nederland is aan Nederlandse inkomstenbelasting onderworpen. De rechtbank berekend het loon op grond van de tijdsevenredige berekening op € 2.621. Dat is lager dan de berekening van de inspecteur. Het beroep is gegrond.

(Beroep gegrond.)