Aflevering 9

In deze bijdrage wordt het arrest van de Hoge Raad van 25 september 2009, nr. 07/13362, NTFR 2009/2155, inzake de heffingsrente, besproken en van commentaar voorzien.

In dit artikel zal in hoofdlijnen de verhuur van een onroerende zaak worden besproken en de regelgeving omtrent het recht op aftrek van voorbelasting. Daarnaast zal worden ingegaan op de splitsing van de voorbelasting bij gemengd gebruik (deels belaste en deels onbelaste verhuur) van een onroerende zaak en de verschillende wijzen waarop deze splitsing kan worden gemaakt.

Vanwege de economische situatie staan de inkomsten van gemeenten onder druk. De norm ‘samen trap op, samen trap af’Inhoudende dat de uitkeringen uit het Gemeentefonds – grofweg – een evenredig verloop hebben met de ontwikkeling van de rijksuitgaven. is (tijdelijk) komen te vervallen, waardoor de uitkeringen uit het Gemeentefonds niet zijn meegestegen met de hogere uitgaven van het Rijk ter bestrijding van de economische crisis. Dat is ‘slechts’ een stijging die is misgelopen. Het zogenoemde accres is voor 2010 en 2011 op nihil gesteldJunicirculaire Gemeentefonds 2010, Ministerie van BZK. en vanwege de voorgenomen bezuinigingsplannen is het maar de vraag of het daar in de jaren daarna bij blijft.Rapport: ‘Risico’s en zekerheden, Dertiende rapport Studiegroep Begrotingsruimte’, Dertiende Studiegroep Begrotingsruimte, april 2010, p. 69. De Studiegroep adviseert in algemene zin te kiezen voor een vaste voeding van begrotingsfondsen (waaronder het Gemeentefonds), waarbij de voeding is gebaseerd op het gewenste niveau van de uitgaven. Een heroverweging van de verdeelsystematiek kan denkelijk niet los worden gezien van de wens om te bezuinigen. Wie bepaalt het gewenste niveau van de uitgaven? Daarnaast hebben gemeenten vanwege dezelfde reden teruglopende inkomsten uit grondexploitatie. Veel voorgenomen bouwprojecten zijn immers vanwege de economische situatie in de ijskast gezet. Vele gemeenten willen voorzieningen plegen om het woon- en werkklimaat binnen hun territoir op peil te houden of te verbeteren. Dat moet worden bekostigd, maar hoe?

De antimisbruikbepalingen behorende bij de diverse fusie- en splitsingsfaciliteiten uit de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting zijn met ingang van het jaar 2001 gestroomlijnd. Deze antimisbruikbepalingen zijn gebaseerd op de antimisbruikbepaling uit de Fusierichtlijn. Door recente jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (zaak Zwijnenburg) en een tweetal arresten van de Hoge Raad is meer duidelijkheid ontstaan over het toepassingsbereik van genoemde antimisbruikbepalingen. De auteur bespreekt en analyseert deze jurisprudentie uitgebreid en geeft hiermee een overzicht van de recente ontwikkelingen die zich op het gebied van deze antimisbruikbepalingen hebben voorgedaan.