Aflevering 1

In deze bijdrage spoort de auteur aan de hand van recente ontwikkelingen hiaten op in de ‘special’ en ‘general anti avoidance rules’ (SAAR en GAAR) in arbeidsrechtelijke, sociale zekerheidsrechtelijke en fiscaalrechtelijke context. Het onderzoek spitst zich toe op de binnen de EU gedetacheerde werknemer. Aan bod komen onder andere de meldingsplicht uit art. 8 Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers binnen de EU (WagWEU), de evaluatie van de Wet aanpak schijnconstructies (Was), het wijzigingsvoorstel in het kader van de sociale zekerheidsverordening Vo. 883/2004, de rapportage fiscale knelpunten grensarbeiders 2019, de ‘Mandatory Disclosure’-richtlijn (DAC 6) en recente misbruik van recht-jurisprudentie. De auteur pleit voor een holistische benadering van anti-misbruik. Daartoe draagt hij als conclusie een voorstel aan ter codificatie en implementatie van een EU-rechtelijke multidisciplinaire GAAR.

In dit artikel wordt onderzoek gedaan naar het voorstel van de Commissie voor een definitief btw-stelsel voor zover dit ziet op B2B-goederenleveringen tussen lidstaten. In dit onderzoek wordt het antwoord gezocht op de vraag of de doelstellingen van het voorstel van de Commissie kunnen worden behaald. Geconcludeerd wordt dat dit niet het geval is maar dat de doelstellingen met aanpassingen wel dicht benaderd kunnen worden. Onder andere wordt voorgesteld de gecertificeerd belastingplichtige uit het voorstel van de Commissie te schrappen en een informatieportaal te openen waarop informatie kan worden verkregen over de toepassing van het btw-stelsel van de verschillende lidstaten.

In de Europese Unie raken WTO-overeenkomsten de fiscale wetgeving, waaronder het douanerecht. Zo zijn de douanewaardebepalingen in het Douanewetboek van de Unie gebaseerd op een van de WTO-overeenkomsten: de Customs Valuation Agreement. Bepalingen uit deze overeenkomsten hebben in de Europese Unie in de regel geen rechtstreekse werking. Dit betekent dat marktdeelnemers zich voor de rechter niet op dergelijke bepalingen kunnen beroepen. In tijden van toenemende mondiale handelsspanningen rijst de vraag of deze situatie leidt tot ondermijning van de WTO. In deze bijdrage staat de auteur stil bij die vraag en plaatst hij rechtstreekse werking van WTO-bepalingen in een politiek-juridisch kader. Daarin wordt de huidige stand van zaken beoordeeld in termen van rechtvaardigheid, rechtszekerheid en uitvoerbaarheid. Tot slot wordt een blik geworpen op de toekomst van de WTO in haar huidige vorm.