Aflevering 3

Gepubliceerd op 3 april 2020

MBB 2020/8 - De heffing van btw bij e-commerce-transacties met goederen uit derde landen

Aflevering 3, gepubliceerd op 03-04-2020 geschreven door Merkx, M.M.W.D.
Per 1 januari 2021 veranderen de btw-regels bij e-commerce met goederen ingrijpend. In dit artikel gaat de auteur specifiek in op de btw-regels voor afstandsverkopen met goederen afkomstig uit derde landen of derdelands gebieden en de samenloop met de douaneregelgeving. Voor een volledig overzicht van de wijzigingen verwijs ik naar M.M.W.D. Merkx, ‘Nieuwe btw-regels bij e-commerce’, WFR 2018/146. Allereerst worden hiertoe de huidige btw-regels bij e-commerce met goederen afkomstig van buiten de EU uiteengezet. Vervolgens worden de per 1 januari 2021 in werking tredende regels besproken. In paragraaf 4 wordt aandacht besteed aan de relevante regelgeving uit het douanerecht. Daarna wordt in paragraaf 5 ten slotte aandacht besteed aan de samenloop van deze regelingen en de mogelijkheden tot controle van de btw-regels bij afstandsverkopen van goederen uit derde landen of derdelands gebieden. In paragraaf 6 wordt afgesloten met een conclusie.

MBB 2020/9 - De Deense misbruikzaken en de deelnemingsvrijstelling: aanpassing geboden

Aflevering 3, gepubliceerd op 03-04-2020 geschreven door Hennevelt, M.T.M.
De op 26 februari 2019 gewezen Deense misbruikzaken hebben veel stof doen opwaaien in het internationale fiscale landschap. In Nederland heeft daarbij de focus gelegen op de dividendbelasting en de buitenlandse belastingplicht in aanmerkelijkbelangsituaties. De auteur concludeert in deze bijdrage, na een analyse van de Deense misbruikzaken in de context van de Nederlandse deelnemingsvrijstelling, dat ook laatstgenoemde regeling zou moeten worden aangepast. De auteur doet vervolgens enkele verkennende suggesties om aan dit EU-rechtelijke gebrek tegemoet te komen.

MBB 2020/10 - De ‘Germaanse’ wortels van de Nederlandse loonbelasting

Aflevering 3, gepubliceerd op 08-04-2020 geschreven door Sande, M. van de
De bezetting door nazi-Duitsland van grote delen van het Europese vaste land van 1939 tot en met 1945 heeft op fiscaal gebied, ook voor Nederland, ingrijpende gevolgen Dank aan mr. T. Mertens voor zijn hulp bij de totstandkoming van dit artikel en dank aan prof. dr. Albrecht Ritschl (LSE) en prof. dr. Mark Spoerer (Universität Regensburg) voor hun hulp bij het onderzoek naar de Duitse belastingpolitiek vanaf het Interbellum.. De invoering van een nieuw belastingsysteem waar de loonbelasting onderdeel van is, vormt hier een voorbeeld van. Een vraag die echter gesteld moet worden is of deze niet ook in verband moet worden gebracht met de eerdere Nederlandse plannen in de jaren dertig omtrent de invoering daarvan, of dat dit als een zuiver product van de Duitse bezettingspolitiek dient te worden gezien. Voor de inval van de nazi’s in mei 1940 werd in toenmalig Nederlands-Indië namelijk al geëxperimenteerd met een loonbelasting. Zie ook: G.C.D. Grauss, ‘De loonbelasting: een zakelijke of persoonlijke heffing?’, Maandblad Belasting Beschouwingen 2012/4. In diens artikel uit 2012 ging Gerhard Grauss in op de grondslagen en de inhoud van de Nederlands-Indische loonbelasting van 1934. Mede naar aanleiding van de positieve ervaringen met deze belasting aldaar onderzocht de commissie-Bodenhausen de mogelijkheden tot invoering van een loonbelasting in Nederland. Tal van ontwikkelingen verhinderden echter dat het nog voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog tot de invoering ervan in Nederland komt. De nazi’s slagen daar in het eerste jaar van de bezetting echter wel in en voeren een voor Nederland geheel nieuw stelsel in. De auteur vraagt zich in deze bijdrage af in hoeverre de Nederlandse loonbelasting, zoals deze vanaf 1941 op last van de nationaalsocialistische bezetter van kracht is, berust op de dan al bestaande Duitse Lohnsteuer en dus niet per se voortvloeit uit de vooroorlogse voorstellen van de commissie-Bodenhausen.

MBB 2020/11 - Op naar een meer legitiem belastingsamenwerkingsmodel?!

Aflevering 3, gepubliceerd op 06-04-2020 geschreven door Kingma, S.
Na de uitbraak van de mondiale kredietcrisis hebben verschillende internationale organisaties actie ondernomen om belastingontwijking en -ontduiking aan te pakken. Dit heeft geleid tot ongeëvenaarde ontwikkelingen op het gebied van belastingbeleid en -samenwerking. In deze bijdrage wordt stilgestaan bij deze ontwikkelingen en wordt onderzocht welke verbeteringen er moeten worden aangebracht aan het institutioneel kader van belastingsamenwerking om de legitimiteit hiervan te verbeteren. Er wordt geconcludeerd dat er in de afgelopen jaren grote stappen zijn gezet om de legitimiteit van het internationale besluitvormingsproces omtrent belastingen te verbeteren, maar dat er nog ruimte voor verbetering is.