Aflevering 7-8

Gepubliceerd op 21 augustus 2020

MBB 2020/24 - Toeslagen of negatieve inkomstenbelasting: what is in a name?

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 21-08-2020 geschreven door Arendonk, H.P.A.M. van
De toeslagenaffaire heeft veel ellende veroorzaakt bij de direct betrokkenen, maar heeft ook pijnlijk zichtbaar gemaakt de tekortkomingen van de overheid. Een cultuurverandering is zeer wenselijk en dat geldt niet alleen voor de Belastingdienst. Toeslagen is onderdeel van het inkomensbeleid c.q. armoedebeleid. In mijn bijdrage ga ik eerst terug in de tijd. Vijftig jaar geleden speelde reeds het onderwerp basisinkomen c.q. negatieve inkomstenbelasting, maar de politiek omarmde dit fenomeen niet. Vijfendertig jaar later werd in Nederland de toeslagen geïntroduceerd als een alternatief voor de negatieve inkomstenbelasting met een aparte dienst Toeslagen op Financiën. Ondertussen veranderde de rol van de inkomstenbelasting in Nederland en is deze heffing de laatste decennia steeds meer instrumenteel geworden. Een voorbeeld daarvan is het inkomensbeleid via de heffingskortingen dan wel arbeidsmarktbeleid via de arbeidskorting. Wanneer het politieke taboe op het verzilverbaar maken van heffingskortingen zou worden opgeheven, biedt dit nieuwe mogelijkheden om toeslagen verder te integreren in de inkomstenbelasting en te komen tot één Belastingdienst.

MBB 2020/25 - De toegevoegde waarde van de inkomensafhankelijke toeslagen in het stelsel van fiscaliteit en sociale zekerheid

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 21-08-2020 geschreven door Vonk, G.J., Bouwmeester, M. en Brink, B.
In deze bijdrage worden de inkomensafhankelijke toeslagen systematisch gepositioneerd ten opzichte van het systeem van fiscaliteit en sociale zekerheid. Ze blijken veel verwantschap te tonen met de wereld van de fiscal welfare, maar zijn niettemin eerder als socialezekerheidsregelingen te kwalificeren dan als fiscale regelingen. Binnen de sociale zekerheid vormen ze een belangrijke aanvulling op het tot dusver bestaande instrumentarium. Ze sluiten aan bij de keuze voor vraagsturing en marktwerking in de zorg, de huursector en de kinderopvang en zijn van belang in verband met de afkalvende inkomenspositie van werkende armen en het achterblijven van het niveau van het sociaal minimum voor degenen die geen werk hebben. Ook is het toeslagenstelsel uitgegroeid tot een van de belangrijkste instrumenten in het algehele inkomensbeleid in het kader waarvan de koopkrachtontwikkeling van diverse lagen van de bevolking in de gaten wordt gehouden. Door deze functies te vervullen, hebben de toeslagen zich geworteld als een niet zomaar weg te denken schakel in het systeem. Een toekomst zonder toeslag(en) lijkt daarom nog ver weg. Dit betekent dat het de moeite waard is om te blijven nadenken over verbeteringen van het toeslagenstelsel. Talloze varianten moeten worden verkend, ook waar het gaat om een loskoppeling van de hoogte van de inkomenssteun aan de concrete kosten en zelfs als het gaat om de invoering van inkomensonafhankelijke componenten.

MBB 2020/26 - Het toeslagenstelsel: van droom tot nachtmerrie naar nieuw realisme

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 21-08-2020 geschreven door Lejour, A.M.
Het toeslagenstelsel kraakt in haar voegen. Eenvoudige oplossingen zijn niet voorhanden zonder aan de uitgangspunten van het stelsel te tornen. Dit zijn de gerichtheid, de tijdigheid, het huishouden als toeslagontvanger en de eigen verantwoordelijkheid van de burger. Na een korte beschrijving van het stelsel, bespreekt dit artikel een aantal opties om het stelsel aan te passen. Deze opties kunnen het rondpompen van geld tussen overheid en huishoudens, en ook in relatie met ziektekostenverzekeraars, woningcorporaties en kinderopvangorganisaties, verminderen. De zorgtoeslag kan relatief eenvoudig gefiscaliseerd worden en ook de huurtoeslag en kindgebonden budget kunnen met de inkomstenbelasting geïntegreerd worden, als belastinguitkeringen mogelijk worden gemaakt. Daarnaast lijkt het verstandig, op basis van de inzichten uit de gedragseconomie, minder van de eigen verantwoordelijkheid van de burger uit te gaan.