MBB 2023/30 - Naar een prikkelarme financiering van rechtsbijstand: no cure, still pay
Aflevering 11, gepubliceerd op 18-08-2023 geschreven door mr. E.D. PostemaIn het bestuursprocesrecht is het uitgangspunt dat als een bestreden besluiten wordt vernietigd, het bestuursorgaan de proceskosten van de belanghebbende vergoedt. Art. 7:15 Awb en art. 8:75 Awb. Anders dan voor de beroepsfase, geldt voor de bezwaarfase dat sprake moet zijn van een aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. Wordt bij de behandeling van de zaak de redelijke termijn overschreden, dan bestaat recht op een immateriële schadevergoeding. Deze twee elementen (proceskostenvergoeding en immateriële schadevergoeding) hebben een grote aantrekkingskracht op bedrijven die werken op ‘no-cure-no-pay’-basis. Het verdienmodel van no cure no pay (ncnp)-bedrijven bestaat namelijk uit het binnenhalen deze vergoedingen. Niet zelden worden door deze bedrijven, die voornamelijk werkzaam zijn op het gebied van de WOZ en BPM, in procedures enkel formele argumenten aangedragen om ervoor te zorgen dat een bezwaar of (hoger) beroep gegrond wordt verklaard en een proceskostenvergoeding met eventueel een immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn wordt uitgekeerd. Dit kost de maatschappij veel geld, terwijl het eventuele voordeel voor de belastingplichtigein deze procedures vaak beperkt is. Het zorgt er bovendien voor dat de belastingrechtspraak vastloopt. Jaarverslag Rechtspraak 2022, NTFR 2023/1055. Al enige tijd is een beweging gaande om dit verdienmodel te beteugelen.