Aflevering 2

Gepubliceerd op 23 januari 2023

MBB 2023/4 - Wet toekomst pensioenen aangenomen: een analyse van de fiscale aspecten

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-01-2023 geschreven door dr. Dieleman
De Wet toekomst pensioenen is eind december aangenomen door de Tweede Kamer en treedt naar verwachting per 1 juli 2023 in werking. De Wet toekomst pensioenen voorziet in tal van aanpassingen van de fiscale pensioenwetgeving. Vanzelfsprekend raakt dit de hoogte van de pensioenpremie en het ouderdomspensioen. Daarnaast wijzigen de fiscale bepalingen voor het partnerpensioen en voor lijfrenten en voorziet de wet in fiscaal overgangsrecht. Ook kleven er fiscale aspecten aan compensatie en is de wet van invloed op de vrijstelling van btw voor vermogensbeheer. In deze bijdrage analyseert de auteur de belangrijkste fiscale aspecten van de Wet toekomst pensioenen.

MBB 2023/5 - De deceptie van de onlinebestelling – hopelijk geen deceptie voor de btw – deel I EU-afstandsverkopen

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-01-2023 geschreven door prof. mr. dr. M.M.W.D. Merkx
Binnen e-commerce komen retourzendingen regelmatig voor. In deze bijdrage wordt ingegaan op de btw-gevolgen van dergelijke retourzendingen indien het gaat om EU-afstandsverkopen. Naast het verwerken van de retourzending als correctie komen onder andere de gevolgen voor de overbrenging van eigen goederen en de eventueel verschuldigde verzendkosten aan de orde.

MBB 2023/6 - Het imputeren van een borgstelling door de uiteindelijke moederentiteit: een oplossing voor de verrekenprijsproblematiek van intra-groep leningen?

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-01-2023 geschreven door mr. dr. A.J. van Herwaarden
De Australische rechtszaken Chevron en SingTel vormen de inspiratiebron voor dit artikel dat een beschouwing bevat over de mogelijkheid en wenselijkheid om bij een intra-groep lening voor verrekenprijsdoeleinden te veronderstellen dat een borgstelling door de uiteindelijke moederentiteit is verstrekt. De auteur beargumenteert dat het imputeren van een borgstelling door de uiteindelijke moederentiteit geen goede oplossing voor de verrekenprijsproblematiek van intra-groep leningen is. Het is complex om te bepalen in welke situaties in zakelijke verhoudingen zo’n borgstelling zou zijn verstrekt. De verrekenprijsproblematiek wordt ook niet voorkomen, want deze verschuift van het vaststellen van een zakelijk rentepercentage naar het vaststellen van een zakelijke borgstellingsvergoeding.