Aflevering 1

Gepubliceerd op 4 januari 2024

MBB 2024, afl. 1 - Dankwoord

Aflevering 1, gepubliceerd op 04-01-2024 geschreven door prof. dr. mr. A.C.G.A.C. de Graaf
Een publiekelijk eerbetoon aan emeritus professor Henk van Arendonk, voor wat hij voor MBB heeft betekend, heeft lang, te lang, op zich laten wachten. De Coronapandemie en het door Henk schuwen van schijnwerpers maakten het voor de kernredactie en de uitgever niet makkelijk om op een passende wijze eer te betonen aan Henk. Maar nu eindelijk hebben zij het moment en de vorm gevonden om Henk te danken voor zijn onuitwisbare bijdrage aan dit tijdschrift.

MBB 2024, afl. 1 - Voorwoord

Aflevering 1, gepubliceerd op 24-01-2024 geschreven door L. de Vries
Het heeft om meerdere redenen wat langer geduurd om deze publieke hommage vorm te geven en inmiddels kunnen we met trots zeggen dat er een prachtige speciale MBB-editie voor u ligt. Dit is een eerbetoon aan emeritus professor Henk van Arendonk, de langstzittende hoofdredacteur die maar liefst 36 jaar lang (van 1982 tot 2018) de scepter zwaaide over het tijdschrift Belasting Beschouwingen sinds haar oprichting in 1932. Inmiddels is MBB een volledig digitale uitgave geworden en heeft MBB zich al jaren een belangrijke positie verworven als een vooraanstaand Nederlandstalig peer review tijdschrift op het gebied van de belastingwetenschap.

MBB 2024/1 - De WOZ-beschikking: het schip begint te wenden

Aflevering 1, gepubliceerd op 05-01-2024 geschreven door dr. J.C.K.W. Bartel
In zijn WFR-artikel ‘De WOZ-beschikking: het roer moet om’ uit 2018 heeft de auteur de aanslag-, bezwaar- en beroepsfase van de WOZ-procedure geanalyseerd. Hij kwam daarbij tot de aanbeveling de WOZ-procedure meer op algemeen bestuursrechtelijke leest te schoeien. In deze bijdrage beschrijft de auteur de laatste ontwikkelingen. Er zijn verbeteringen op het terrein van de gegevensverstrekking en het taxatieverslag te constateren. De conclusie blijft echter staan dat de WOZ-procedure zelf moet wijzigen om deze weer toegankelijk te maken voor de woningeigenaar die zijn eigen belangen behartigt. Daarbij kan het gras voor de voeten van no-cure-no-paybureaus weggemaaid worden. De heffingsambtenaren dienen hierbij het voortouw te nemen.

MBB 2024/2 - Een halve eeuw oudedagsvoorzieningen: de weg van de geleidelijkheid

Aflevering 1, gepubliceerd op 04-01-2024 geschreven door prof. dr. G.J.B. Dietvorst
Deze bijdrage gaat over ontwikkeling van het fiscaal kader voor oudedagsvoorzieningen in de afgelopen halve eeuw. Als de auteur het heeft over oudedags- en nabestaandenvoorzieningen dan bedoelt hij daar werknemerspensioen, beroepspensioen, pensioen van de directeur-grootaandeelhouder (dga-pensioen), lijfrente, fiscale oudedagsreserve en stakingslijfrente mee. De auteur zal eerst kijken wat er niet is veranderd, daarna gaat hij in op de karakteristieken en de ontwikkeling van de stamrechtvrijstelling, de fiscale oudedagsreserve, de lijfrente, het werknemerspensioen, de beroepspensioenregeling en het dga-pensioen. De verschillende ideeën en voorstellen die in de loop der tijd zijn gedaan om pensioen en lijfrente meer gelijk te maken alsmede het huidige fiscale kader in de Wet toekomst pensioenen passeren vervolgens de revue. De bijdrage wordt afgesloten met een conclusie, een blik naar de toekomst en de vraagstukken die er nog liggen.

MBB 2024/3 - Zijn we toe aan een negatieve inkomstenbelasting?

Aflevering 1, gepubliceerd op 04-01-2024 geschreven door mr. dr. J.J.M Jansen
In dit artikel gaat de auteur in op een aantal aspecten van een negatieve inkomstenbelasting. Daarbij staat de vraag centraal of een negatieve inkomstenbelasting meerwaarde heeft voor het bestaande fiscaal armoedebeleid. Deze vraag is actueel omdat armoedebeleid op dit moment hoog op de politieke agenda staat. De auteur gaat kort in op de bevindingen van de Commissie sociaal minimum. Daarna wordt aandacht besteed aan de verschillende vormen van een negatieve inkomstenbelasting. Vervolgens komen de uitvoeringstechnische aspecten van een negatieve inkomstenbelasting aan de orde. Een belangrijke vraag waarop de auteur ingaat, is of een negatieve inkomstenbelasting toegevoegde waarde heeft ten opzichte van de al bestaande instrumenten. Het artikel wordt afgesloten met een slotbeschouwing.

MBB 2024/5 - Is het gemeentelijke belastinggebied toe aan een onderhoudsbeurt?

Aflevering 1, gepubliceerd op 04-01-2024 geschreven door mr. dr. J.A. Monsma
In deze bijdrage stelt de auteur de vraag of het gemeentelijke belastinggebied met het oog op de uitdagingen waarvoor gemeenten staan nog adequaat is samengesteld, of er verbeteringen aan bestaande heffingen gewenst zijn en of nieuwe heffingsmogelijkheden kunnen worden overwogen. De auteur focust op de ozb (in samenhang met de WOZ). Voorts wijdt de auteur enkele woorden aan de ingezetenenbelasting als mogelijke nieuwe belasting en aan enkele bestaande belastingen. Ook doet de auteur een suggestie voor een nieuwe Woonwijk Verduurzamingsheffing (WWVH).

MBB 2024/6 - Inwonerschap van entiteiten onder belastingverdragen en de onderworpenheidseis

Aflevering 1, gepubliceerd op 04-01-2024 geschreven door prof. mr. F.P.G. Pötgens
In deze bijdrage wordt naar aanleiding van het Besluit toepassing voorschriften internationaal belastingrecht in de winstsfeer (hierna: het ‘Besluit IBR’) nader ingegaan op het inwonerschap van vrijgestelde entiteiten onder belastingverdragen. Het Besluit IBR neemt het verdrag tussen Nederland en Zuid-Afrika (2005) als uitgangspunt. De specifieke vermelding van een vrijgesteld pensioenfonds als een verdragsinwoner doet de vraag rijzen welke impact zij heeft op het verdragsinwonerschap van andere vrijgestelde entiteiten die niet expliciet in het verdrag worden genoemd. In paragraaf 2 wordt ingegaan op de visie die de Hoge Raad in zijn jurisprudentie heeft ontvouwd over verdragsinwonerschap van entiteiten en meer in het bijzonder over de onderworpenheid die art. 4 lid 1 eerste volzin van het OESO-Modelverdrag ter zake vergt. Paragraaf 3 besteedt aandacht aan de benaderingswijzen die het OESO-Commentaar noemt met betrekking tot onderworpenheid in de zin van art. 4 lid 1 eerste volzin van het OESO-Modelverdrag en wat in dezen de te onderschrijven visie zou moeten zijn. Paragraaf 4 gaat in op de reactie van de Staatssecretaris van Financiën in de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011 en de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2020. Paragraaf 5 gaat na of de oplossingen in deze notities ook in afdoende mate effectief zijn. Besloten wordt met een conclusie (paragraaf 6).

MBB 2024/7 - De weg terug naar een sterke fiscale rechtsstaat

Aflevering 1, gepubliceerd op 05-01-2024 geschreven door L. Stevens
Na de val van het kabinet-Rutte IV is de uitdagende beleidsopdracht de gehavende fiscale rechtsstaat zo snel mogelijk te herstellen door wetgeving beter af te stemmen op de uitvoerbaarheid en uitvoeringsambtenaren meer manoeuvreerruimte te geven om de wet te veredelen tot recht. Tegelijkertijd vragen grensoverschrijdende milieu- en klimaatproblemen om een internationaal geharmoniseerde aanpak waarbij het fiscale instrumentarium steeds belangrijker wordt. Daarbij komt het draagkrachtbeginsel steeds sterker onder druk te staan van het beginsel dat de vervuiler betaalt. Dat maakt de verdeling van de belastingdruk complex. Opportunistische partijpolitieke wensen hebben geleid tot scheefgroei in de inkomens- en vermogensverhoudingen en de geloofwaardigheid van de belastingheffing ondermijnd. Zelfs aan de onderkant van het inkomensgebouw kan de impliciete marginale belastingdruk gemakkelijk oplopen tot 70 à 80%. Aansluitingsgebreken in de aan elkaar verwante draagkrachtheffingen moeten dringend worden hersteld. Dat geldt ook voor de inkomensafhankelijke ondersteuningsregelingen en eigenbijdragesystemen. Systemische vereenvoudiging is haalbaar en nodig. Globaal evenwicht in de inkomsten- en winstbelastingen blijft een centraal beleidsthema. Zo kan een internationaal concurrerend belastingstelsel worden gebouwd en verstorende belastingarbitrage worden ingedamd. Dit artikel analyseert de mogelijkheden.