Aflevering 2

Gepubliceerd op 1 maart 2014

TFB 2014, afl. 2 - Bewuste spelverruwing of onbewuste bewustwording?

Aflevering 2, gepubliceerd op 01-03-2014 geschreven door Mr. R.S. Bekker
In TFB 2013/6-7 beschrijft Poelmann een trend in de literatuur die hij kwalificeert als ‘spelverruwing’. Zo verwijst hij naar een artikelenstrijd tussen Van Horzen en Happé.NTFR 2013/1038, NTFR 2013/1621. Heithuis wordt te ruw taalgebruik verweten, zonder dat hij de effecten ervan inziet.WFR 2013/510, WFR 2012/354. Voorts wordt een artikel van ondergetekendeWFR 2013/931. opgevoerd als voorbeeld gebracht van spelverruwend copycat-gedrag. Ik herken mij niet in het verwijt van Poelmann, van ruw taalgebruik ben ik mij niet direct bewust en van kopiërend gedrag al helemaal niet. Waar Poelmann, als ik hem goed versta, terecht aandacht voor vraagt, is het vrije debat over fair share en moralisme.Een dergelijke discussie lijkt mij veel interessanter dan mogelijk gekrenkte gevoelens. Een stukje etiquette past daar wellicht bij? In die zin denkt Poelmann vooruit. Het artikel van Poelmann lezende, leek het mij goed om mijn gedachten over dit onderwerp eens aan het papier toe te vertrouwen. Mijn faire duit, de oproep van Poelmann indachtig, aan de buitenwereld toevertrouwend, neem ik de gelegenheid te baat enkele opmerkingen te plaatsen bij de kritiek op de rechter, alsmede het debat aangaande de moraliteit en belastingheffing. Ik schrijf dit uit het hart van een bescheiden fiscalist. Let wel, het zijn mijn gedachten, gevormd door fiscale geschriften. De lezer hoeft het er totaal niet mee eens te zijn.

TFB 2014, afl. 2 - De beperkte houdbaarheid van de onbeperkte navorderingstermijn in de Successiewet 1956 (deel 1)

Aflevering 2, gepubliceerd op 01-03-2014 geschreven door Drs. B.M. van der Sar
Met ingang van 1 januari 2012 is, ter bestrijding van de zogeheten ‘Edelweissroute’, art. 66, lid 3, Successiewet 1956 (hierna: SW 1956) ingevoerd, waarin – kort gezegd – is bepaald dat de huidige twaalfjaarstermijn van art. 16, lid 4, Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) niet van toepassing is ingeval geen of een onjuiste aangifte erfbelasting is gedaan over een bestanddeel dat in het buitenland wordt gehouden of is opgekomen.Wet Overige fiscale maatregelen 2011, 23 december 2010, Stb. 2010, 873. Kamerstukken II, 2010-2011, 32 505 en Wet Overige fiscale maatregelen 2012, 22 december 2011, Stb. 2011, 640. Kamerstukken II, 2011-2012, 33 004.In deel 1 van deze bijdrage wordt, ruim twee jaar na inwerkingtreding van de bepaling, in vogelvlucht stilgestaan bij het doel, de voorwaarden en de ontwikkelingen bij navordering (par. 1) en de maatregelen en achtergronden van de ‘Edelweissroute’ (par. 2). In deel 2, dat in de volgende aflevering van dit tijdschrift verschijnt, wordt ingegaan op de verschillende navorderingstermijnen en fraudebestrijding (par. 3), rechtszekerheid, eigendomsrecht (par. 4 en 5) en het gelijkheidsbeginsel (par. 6). Deze bijdrage wordt afgerond in paragraaf 7.

TFB 2014, afl. 2 - De introductie van het depot-stelsel en uitbreiding van de inlenersaansprakelijkheid

Aflevering 2, gepubliceerd op 01-03-2014 geschreven door J.H.P.M. Raaijmakers
Er komt een einde aan het gebruik van de aloude g-rekening en van het zogeheten rechtstreeks storten. Per 1 juli 2014 komt daarvoor in de plaats het zogeheten depotstelsel (art. 57a Invorderingswet 1990, hierna: IW 1990). Gekoppeld aan de invoering van het depotstelsel is een uitbreiding van de inlenersaansprakelijkheid (art. 34a IW 1990). In deze bijdrage behandel ik kort het gebruik van de g-rekening en het rechtstreeks storten (par. 1). In paragraaf 2 behandel ik het depotstelsel en in paragraaf 3 geef ik aan of er sprake is van een verbetering of verslechtering. In paragraaf 4 wordt ingegaan op de uitbreiding van de inlenersaansprakelijkheid en ik sluit af met een conclusie (par. 5).

TFB 2014, afl. 2 - Strafrechtelijke deelnemingsvormen in fiscalibus: een crime voor de belastingadviseur?

Aflevering 2, gepubliceerd op 01-03-2014 geschreven door C. van Asperen den Boer
Met de invoering van de Vierde tranche Awb medio 2009 werden via art. 5:1 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) medeplegen en feitelijk leidinggeven mede beboetbaar in fiscale sferen. In januari 2014 kwam daar met art. 67o Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) specifiek voor de fiscus bovendien nog de beboetbaarheid van de doen pleger, uitlokker en medeplichtige bij. Hiermee zijn alle strafrechtelijke deelnemingsvormen inmiddels in fiscalibus geïntroduceerd. Fiscaalrechtelijke advocaten en adviseurs zijn bezorgd dat de fiscus met de medepleegmogelijkheid uit 2009Zie hierover mr. P.J.G. Tiemessen, Medeplegen in het fiscale boeterecht, Fiscale geschriften talentenreeks, Sdu Uitgevers, Den Haag 2012. en al helemaal de medeplichtigheidsvariant van begin dit jaar snel een belastingadviseur kan beboeten voor strafbare betrokkenheid bij valse aangiften of andere fiscale delicten.Zie de weblogs van Arthur Kan van Jaeger Advocaten (www.jaeger.nl/blog/tag/pleitbaar-standpunt/Steeds meer invloed strafrecht op fiscaal boeterecht, geplaatst op 27 januari 2014), Boezelman en De Boer van Hertoghs (http://boezelman-deboer.tumblr.com/post/70373688062/week-51-overtredersbegrip- wordt-uitgebreid-in-fiscale) en Nuyens van Taxence (www. taxence.nl/eenheid-in-bestuursrecht-een-wassen-neus-meer.68137.lynkx).

TFB 2014, afl. 2 - Tour d’horizon fiscaal strafrecht anno 2013

Aflevering 2, gepubliceerd op 01-03-2014 geschreven door Prof.mr. G.J.M.E. de Bont en Mr. J.M. Sitsen
De afgelopen tijd volgde het ene nieuwsbericht over belastingontwijking/belastingontduiking het andere op. Wat daarbij opvalt, is dat er geen onderscheid meer lijkt te worden gemaakt tussen ontwijking en ontduiking, terwijl de definities van deze begrippen strafrechtelijk toch bijzonder grote verschillen laten zien. Zo begon het jaar 2013 met het op 6 december 2012 gepresenteerde actieplan van de Europese Commissie voor een effectievere aanpak van belastingontduiking en -ontwijking in de Europese Unie (EU) (aanpak van agressieve ‘tax planning’ en belastingparadijzen). De OESOOESO-rapport 12 februari 2013, ‘Addressing Base Erosion and Profit Shifting (BEPS)’. en de Europese Commissie willen beide belastingontduiking via brievenbusfirma’s aanpakken. De namen Starbucks en Google werden zo vaak in de media genoemd, dat deze welhaast eerder worden geassocieerd met de (agressieve) minimalisatie van heffingen dan met koffie en internet. Ten slotte was 2013 het jaar van de fraude met toeslagen, de zogeheten ‘Bulgarenfraude’, die begin 2014 zelfs leidde tot het aftreden van de staatssecretaris van Financiën, en tevens het jaar van de ‘misdaadondernemers’.Brief van 28 oktober 2013 (DGB/2013/5665 U – Antwoorden op vragen van de leden Groot en Recourt (PvdA) aan de staatssecretaris van Financiën en de minister van Veiligheid en Justitie over belastingontduiking door misdaadondernemers (ingezonden 22 oktober 2013).

TFB 2014, afl. 2 - Verslag symposium Formeel belastingrecht te Nijmegen

Aflevering 2, gepubliceerd op 01-03-2014 geschreven door Mr.dr. R.M.P.G. Niessen-Cobben
Donderdag 13 februari 2014 vond voor de zevende maal het symposium Formeel Belastingrecht plaats bij de Radboud Universiteit. Doelstelling van dit symposium is om aandacht te schenken aan ontwikkelingen in het formele belastingrecht. Een doelstelling die vanwege het grote aantal wijzigingsvoorstellen en de steeds verdergaande invloed van (Europese) jurisprudentie op het formele terrein elk jaar een ruime keuze aan onderwerpen biedt.