Aflevering 3

Enige opmerkingen inzake de woonplaats van natuurlijke personen, bezien zowel vanuit art. 4 AWR als art. 4 OECD-Modelverdrag, met het oog op emigratie en/of terugkeer.

Het kan u bijna niet ontgaan zijn: vanaf 25 mei 2018 is de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) een feit en nemen we afscheid van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Deze bijdrage richt zich op de verplichtingen van de Belastingdienst die uit de AVG voortvloeien en op het gebruik van de persoonsgegevens van belastingplichtige natuurlijke personen door de Belastingdienst.

Op 28 oktober 2016 besliste de belastingkamer van de Hoge Raad dat de appelrechter de omvang van een opgelegde boete ambtshalve moet herbeoordelen. De Hoge Raad volgde daarmee een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep uit 2014.

In EHRM 15 november 2016, nr. 24130/11 en 29758/11 (A. and B. v. Norway) heeft het EHRM een forse klap uitgedeeld aan het ne bis in idem-beginsel. Vervolgens is het HvJ EU in de zaken C-524/15 (Luca Menci), C-537/16 (Garlsson Real Estate SA and Others), C-596/16 en C-597/16 (Di Puma) geconfronteerd met de vraag om deze beslissing van het EHRM al dan niet te volgen.

Op 9 februari 2018 verdedigde Marlies van Eck haar proefschrift: ‘Geautomatiseerde ketenbesluiten & rechtsbescherming: een onderzoek naar de praktijk van geautomatiseerde ketenbesluiten over een financieel belang in relatie tot rechtsbescherming’.

Beschrijving van de ontwikkelingen in het fiscale boeterecht in de periode 25 maart 2017 tot en met 6 april 2018.