Home

Gerechtshof Amsterdam, 17-01-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:85, 18/00079 tot en met 18/00094

Gerechtshof Amsterdam, 17-01-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:85, 18/00079 tot en met 18/00094

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
17 januari 2019
Datum publicatie
20 februari 2019
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2019:85
Formele relaties
Zaaknummer
18/00079 tot en met 18/00094

Inhoudsindicatie

Parkeerbelasting; feitelijk parkeerder (HR 14 juli 2000; ECLI:NL:HR:2000:AA6508)? Niet aannemelijk is geworden dat X de feitelijk parkeerder was, zodat X bij deze procedure geen rechtens relevant belang heeft

Uitspraak

kenmerken 18/00079 tot en met 18/00094

17 januari 2019

uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te Amsterdam, ( [X] )

gemachtigde: mr. drs. J.M.C. Niederer

tegen de uitspraak van 23 februari 2018 in de zaken met kenmerken AMS 17/84, AMS 17/86, AMS 17/87, AMS 17/88, AMS 17/90, AMS 17/91, AMS 17/93, AMS 17/96, AMS 17/99, AMS 17/101, AMS 17/103, AMS 17/104, AMS 17/106, AMS 17/107, AMS 17/110 en AMS 17/112 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

[X]

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft aan [A] B.V. een zestiental hierna in 2.1 nader te specificeren naheffingsaanslagen parkeerbelasting opgelegd.

1.2.

Na daartegen gemaakte bezwaren, heeft de heffingsambtenaar deze bij uitspraken van

26 november 2016 met toepassing van artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. [X] heeft daartegen beroepen bij de rechtbank ingesteld.

1.3.

De rechtbank heeft bij de uitspraak van 23 februari 2018 de beroepen niet-ontvankelijk verklaard.

1.4.

[X] heeft tegen de uitspraak van de rechtbank op 24 februari 2018 hoger beroep bij het Hof ingesteld. De heffingsambtenaar heeft geen gebruik gemaakt van de hem geboden gelegenheid een verweerschrift in te dienen.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 januari 2019. Van de zijde van belanghebbende is niemand verschenen. Belanghebbendes gemachtigde is voor de zitting uitgenodigd bij aangetekende brief met dagtekening 29 november 2018. Volgens informatie van PostNL (‘Track & Trace’) is de brief op 30 november 2018 bezorgd op het adres van belanghebbendes gemachtigde. Namens de heffingsambtenaar is verschenen mr. H. Oderkerk. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De onderhavige zaak heeft betrekking op zestien naheffingsaanslagen parkeerbelasting, opgelegd in de periode van 18 augustus 2016 tot en met 16 september 2016. Chronologisch gerangschikt gaat het om de volgende naheffingen opgelegd omdat volgens de heffingsambtenaar is geparkeerd zonder dat de verschuldigde belasting is voldaan.:

aanslagnummer

datum

tijdstip

kenteken

merk

[xxx]

18/8/2016

11:08 uur

[kenteken A]

Mercedes-Benz

[xxx]

18/8/2016

15:31 uur

[kenteken B]

Hyundai

[xxx]

18/8/2016

15:54 uur

[kenteken A]

Mercedes-Benz

[xxx]

18/8/2016

16:11 uur

[kenteken B]

Hyundai

[xxx]

19/8/2016

10:57 uur

[kenteken A]

Mercedes-Benz

[xxx]

20/8/2016

17:43 uur

[kenteken B]

Hyundai

[xxx]

23/8/2016

03:19 uur

[kenteken C]

Mercedes-Benz

[xxx]

23/8/2016

22:20 uur

[kenteken A]

Mercedes-Benz

[xxx]

23/8/2016

23:09 uur

[kenteken D]

Mercedes-Benz

[xxx]

24/8/2016

14:32 uur

[kenteken E]

Mercedes-Benz

[xxx]

3/9/2016

22:20 uur

[kenteken F]

Mercedes-Benz

[xxx]

5/9/2016

14:47 uur

[kenteken G]

Renault

[xxx]

6/9/2016

17:45 uur

[kenteken G]

Renault

[xxx]

7/9/2016

21:21 uur

[kenteken H]

Opel

[xxx]

10/9/2016

19:59 uur

[kenteken I]

Volkswagen

[xxx]

16/9/2016

19:30 uur

[kenteken J]

Skoda

De kentekens van de in de hiervoor opgenomen tabel vermelde auto’s staan alle op naam van [A] B.V.

2.2.

Onder ‘Procesverloop’ heeft de rechtbank in haar uitspraak onder meer opgenomen:

“De rechtbank heeft het onderzoek op de zitting geschorst (onder meer) om [X] in de gelegenheid te stellen een getekend document over te leggen waaruit blijkt dat hij namens kentekenhouder [A] B.V. gerechtigd is om beroep in te stellen.

De rechtbank heeft hierop geen reactie ontvangen.

De rechtbank heeft [X] in een per aangetekende post verzonden brief van

20 september 2017 nogmaals in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken na de datum van verzending van die brief aan te tonen dat [X] namens [A] B.V. gerechtigd is om in deze zaken beroep in te stellen. De rechtbank heeft in deze brief meegedeeld dat zij de beroepen niet-ontvankelijk kan verklaren als [X] niet (of niet tijdig) aan dit verzoek voldoet. Uit informatie van PostNL (Track & Trace) is gebleken dat deze brief op 23 oktober 2017 door Niederer is afgehaald op een PostNL-locatie.

De rechtbank heeft ook op deze brief geen reactie ontvangen.”

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

In geschil is in de eerste plaats of de rechtbank terecht de beroepen niet-ontvankelijk heeft verklaard.

3.3.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Het oordeel van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing