Gerechtshof Amsterdam, 10-08-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:2559, 19/01314 tot en met 19/01325
Gerechtshof Amsterdam, 10-08-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:2559, 19/01314 tot en met 19/01325
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 10 augustus 2021
- Datum publicatie
- 1 september 2021
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2021:2559
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2022:832
- Zaaknummer
- 19/01314 tot en met 19/01325
Inhoudsindicatie
In geschil is of en zo ja, tot welke bedragen belanghebbende recht heeft op vergoeding van griffierechten, wettelijke rente, vergoeding van proceskosten en vergoeding voor geleden immateriële schade.
Uitspraak
Kenmerken 19/01314 tot en met 19/01325
10 augustus 2021
uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] , woonachtig te [Z] , belanghebbende,
(gemachtigde: G. Veldhuisen)
tegen de uitspraak van 19 juli 2019 in de zaken met de kenmerken AMS 17/1901, AMS 17/1902, AMS 17/1978, AMS 18/2577, AMS 18/2591, AMS 18/3801, AMS 18/3803 tot en met AMS 18/3805, AMS 18/3807, AMS 18/3847 en AMS 18/3850 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de heffingsambtenaar van de gemeente [Z] , de heffingsambtenaar
en
de Staat der Nederlanden (de Minister van Justitie en Veiligheid), de Staat.
1 Ontstaan en loop van het geding
2 Feiten
In het proces-verbaal van de zitting bij de rechtbank is, voor zover van belang, opgenomen:
“[Heffingsambtenaar]
Op 12 april 2019 heb ik de rechtbank laten weten dat ik tot de conclusie ben gekomen dat er bij [adres 1] per 1 januari 2015 sprake is van 2 WOZ-objecten: [adres 1] en [adres 2] . Het gevolg hiervan is dat de WOZ-beschikkingen en aanslagen 2015 tot en met 2018 zijn vernietigd. Het gaat in deze procedures dus alleen nog om vergoeding van de griffierechten, proceskosten en schadevergoeding in verband met overschrijding redelijke termijn. Alles is dus vernietigd. (...)
Rechter:
Gelet op de reactie van de heffingsambtenaar van 12 april 2019 geef ik de gemachtigde van eiser in overweging om de beroepen in te trekken. De rechtbank zal dan nog wel uitspraak doen met betrekking tot de proceskosten, griffierecht en immateriële schadevergoeding.
[Belanghebbende]:
Ik ga akkoord met uw voorstel om pkv uitspraak te doen per belastingjaar plus griffierecht en eventuele schadevergoedingen. Ik trek de beroepen in.”
In een uitspraak op bezwaar van 25 april 2018 heeft de heffingsambtenaar het volgende geschreven over de proceskostenvergoeding in de bezwaarfase:
“Proceskostenvergoeding bezwaarfase
In uw bezwaarschriften heeft u verzocht om een vergoeding van de kosten overeenkomstig artikel 7:15 Awb. Uw verzoek wordt toegekend. De berekening luidt als volgt:
Vergoeding voor |
Soort |
Tarief |
Opmerking |
Vergoeding |
Rechtskundige bijstand |
Bezwaarschriften: - [adres 2] - [adres 3] - [adres 1] - [adres 4] |
249 |
Wegingsfactor 1 |
249 249 249 249 |
Rechtskundige bijstand |
Hoorzittingen: - Hoorzitting 08-02-2017 - Hoorzitting 22-02-2018 - Hoorzitting 06-03-2018 |
249 |
Wegingsfactor 1 |
249 249 249 |
Totaal |
1743 |
”
3 Geschil in hoger beroep
4 Overwegingen van de rechtbank
5 Beoordeling van het geschil
6 Kosten
7 Beslissing
Voetnoten
ECLI:NL:HR:2015:252 r.o. 3.10.2. [Hof: ECLI:NL:HR:2016:252 r.o. 3.10.2]
Gepubliceerd in de Staatscourant, nr. 20210, van 18 juli 2014.