Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-10-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:7697, 200.102.268

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-10-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:7697, 200.102.268

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
15 oktober 2013
Datum publicatie
28 oktober 2013
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2013:7697
Formele relaties
Zaaknummer
200.102.268
Relevante informatie
Burgerlijk Wetboek Boek 2 [Tekst geldig vanaf 13-03-2024 tot 01-01-2025], Burgerlijk Wetboek Boek 2 [Tekst geldig vanaf 13-03-2024 tot 01-01-2025] art. 9, Burgerlijk Wetboek Boek 2 [Tekst geldig vanaf 13-03-2024 tot 01-01-2025] art. 11, Burgerlijk Wetboek Boek 6 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-10-2024], Burgerlijk Wetboek Boek 6 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-10-2024] art. 162

Inhoudsindicatie

Bestuurdersaansprakelijkheid van een tweedegraadsbestuurder

Uitspraak

locatie Arnhem

afdeling civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.102.268

(zaaknummer rechtbank Arnhem 185631)

arrest van de eerste kamer van 15 oktober 2013

in de zaak van

[appellant] ,

wonende te [woonplaats], gemeente Duiven,

appellant in het principaal hoger beroep,

geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep,

hierna: [appellant],

advocaat: mr. F.A.M. Knüppe,

tegen:

de vennootschap naar buitenlands recht

Le Roux Fruit Exporters (PTY) Ltd.,

gevestigd te Northern Paarl, Zuid-Afrika,

geïntimeerde in het principaal hoger beroep,

appellante in het incidenteel hoger beroep,

hierna: Le Roux,

advocaat: mr. H.T. Verhaar.

1 Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van 2 september 2009, 20 januari 2010, 17 maart 2010, 29 december 2010 en 14 december 2011 die de rechtbank Arnhem heeft gewezen tussen Le Roux als eiseres en [appellant] als gedaagde (alsmede Impala Fruit B.V., Holding [appellant] B.V. en W.P.M. [appellant] als medegedaagden; ten opzichte van beide laatstgenoemden is het vonnis van 14 december 2011 een eindvonnis). In het tussen Le Roux en [appellant] (en Impala Fruit B.V.) gewezen tussenvonnis van 14 december 2011 heeft de rechtbank bepaald dat tussentijds hoger beroep mocht worden ingesteld.

2 Het geding in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 20 januari 2012,

- de memorie van grieven met producties,

- de memorie van antwoord/tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep met producties,

- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep,

- de pleidooien op 11 juli 2013 overeenkomstig de pleitnotities door mr. J.P. Hellinga voor [appellant] en door mr. H.T. Verhaar en mr. J. Lastochkina voor Le Roux.

2.2

Na afloop van de pleidooien heeft het hof arrest bepaald (met instemming van [appellant] op het dossier van Le Roux).

3 De vaststaande feiten

Het hof gaat in hoger beroep uit van de feiten zoals beschreven in de rechtsoverwegingen 2.1 tot en met 2.11 van het tussenvonnis van 29 december 2010. Voor zover de feitenvaststelling volgens grief I in het principaal appel onvolledig zou zijn, wordt de grief verworpen omdat [appellant] niet concreet heeft opgegeven welke vaststaande feiten ontbreken en wat het belang daarvan is.

4 De motivering van de beslissing in hoger beroep

5 Slotsom

6 De beslissing