Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-07-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:5101, 13/01153

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-07-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:5101, 13/01153

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
7 juli 2015
Datum publicatie
31 juli 2015
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2015:5101
Formele relaties
Zaaknummer
13/01153

Inhoudsindicatie

Omzetbelasting. Terbeschikkingstelling van artsen aan ziekenhuizen. Vrijgestelde prestatie?

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 13/01153

uitspraakdatum: 7 juli 2015

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] BV te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 26 september 2013, nummer AWB 12/249, in het geding tussen belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Belanghebbende heeft over het tijdvak tweede kwartaal 2011 aangifte omzetbelasting gedaan en daarbij een bedrag van € 59.291 op aangifte voldaan. Tegen het bedrag dat op aangifte is voldaan, heeft belanghebbende bezwaar gemaakt.

1.2

De Inspecteur heeft het bezwaar bij uitspraak op bezwaar ongegrond verklaard.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 26 september 2013 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 april 2014 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord [A] , middellijk directeur van belanghebbende, en mr. [B] als de gemachtigde van belanghebbende. Namens de Inspecteur is verschenen en gehoord mr. [C] , bijgestaan door [D] .

1.7

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt waarvan partijen op 3 juli 2014 een afschrift is toegezonden.

1.8

Bij brief van 3 juli 2014 heeft de griffier van het Hof partijen bericht dat het Hof het onderzoek op grond van artikel 8:68 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) heeft heropend, teneinde partijen in de gelegenheid te stellen te reageren op de arresten van de Hoge Raad van 3 juni 2014, nummer 12/02960, ECLI:NL:HR:2014:1374 en nummer 13/00282, ECLI:NL:HR:2014:1376.

1.9

Belanghebbende heeft op 2 december 2014 een schriftelijke reactie toegezonden. De Inspecteur heeft gereageerd bij brief van 10 december 2014.

1.10

Nadat partijen het Hof daartoe toestemming hadden verleend, heeft het Hof met toepassing van artikel 8:64, vijfde lid van de Awb, bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft, waarna het Hof het onderzoek heeft gesloten en bepaald dat schriftelijk uitspraak zal worden gedaan.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, heeft met verschillende ziekenhuizen en klinieken zogenoemde overeenkomsten van dienstverlening gesloten (hierna: de overeenkomsten). Belanghebbende maakt bij de dienstverlening gebruik van BIG-geregistreerde artsen die bij haar in dienstbetrekking werkzaam zijn. Het betreft basisartsen en medisch specialisten (hierna: de artsen). De werkzaamheden worden verricht in ziekenhuizen en klinieken (hierna: de ziekenhuizen). De overeenkomsten worden aangegaan voor de duur van een maand tot een jaar. Belanghebbende is voor deze werkzaamheden aangemerkt als ondernemer als bedoeld in de Wet op de omzetbelasting (hierna: de Wet OB).

2.2

In de in 2.1 bedoelde overeenkomsten, waarin belanghebbende is aangeduid als opdrachtneemster en de ziekenhuizen als opdrachtgever, is onder meer het volgende vermeld:

“(...)

nemen het volgende in aanmerking:

( a) Partijen hebben elk vanuit hun professionele doelstelling te maken met patiënten respectievelijk cliënten die gezondheidszorg (GZ) behoeven;

( b) Opdrachtneemster biedt deze ondersteuning aan in de vorm van het beschikbaar stellen van expertise op het niveau van BIG geregistreerde artsen;

(...)

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1 Opdrachtverlening

Opdrachtgever geeft opdrachtneemster opdracht tot het verlenen van diensten op het gebied van gezondheidszorg ten behoeve van de ondersteuning van de opdrachtgever,

(...)

Artikel 2 Opdracht

2.1

Na het aangaan van deze overeenkomst zal dhr./mw. (...), woonachtig te (…), verder te noemen arts, onder handhaving van zijn/haar arbeidsovereenkomst met werkgever, in het organisatorisch verband van opdrachtgever worden geplaatst, voor het verrichten van GZ.

2.2

De opdrachtneemster verplicht zich jegens de opdrachtgever om gedurende de in artikel 3.1 genoemde periode voor (…) uur per week, te verdelen over (…) werkdagen per week van ieder (…) uur, de arts GZ te laten verlenen bij de opdrachtgever.

(…)

Artikel 4 Dienstverlening

4.1

Opdrachtneemster levert gezondheidszorgdienstverlening aan de opdrachtgever. (...)

4.2

Meer in het bijzonder houdt de dienstverlening in:

a. het geven van ondersteuning aan opdrachtgever in de uitoefening van de zorg aan patiënten die ingeschreven staan bij de opdrachtgever;

c. het begeleiden van patiënten die onder behandeling van de opdrachtgever zijn en het geven van gezondheidszorg in de ruimste zin des woords.

4.3

De GZ wordt feitelijk verricht door artsen die in dienst zijn van de opdrachtneemster (...) en wel op uurbasis. De werkzaamheden worden verricht in het ziekenhuis van opdrachtgever.

Artikel 5 Omvang van de opdrachten

5.1

Afrekening geschied op basis van een uurvergoeding met een gegarandeerd minimum aantal uren per maand plus toeslagen en overige emolumenten zoals vermeld in artikel 10.2. Leidend hierbij is de arbeidsvoorwaardenregeling voor medisch specialisten (AMS).

Artikel 6 Uitvoeren van de GZ

6.1

Meldingen van ziekten en herstel worden doorgegeven aan zowel de opdrachtgever als aan de opdrachtneemster.

(…)

6.3

Vastlegging en rapportage van de door arts verrichte werkzaamheden en van hun bevindingen, vindt plaats in het geautomatiseerde systeem van de opdrachtgever. Deze vastlegging geschiedt door en onder verantwoordelijkheid van de opdrachtgever, waarbij deze door de betreffende arts zal worden bijgestaan.

Indien de opdrachtgever dat wenst, zal die vastlegging feitelijk geschieden door deze arts onverminderd de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever.

(…)

Artikel 7 Langdurige ziekte/arbeidsongeschiktheid arts

7.1

Indien de arts door ziekte dan wel arbeidsongeschiktheid verhinderd is om de overeengekomen werkzaamheden te verrichten, dan is de opdrachtneemster gerechtigd om de arts voor de duur van zijn ziekte dan wel arbeidsongeschiktheid te vervangen door een tweede arts, indien de ziekte dan wel de arbeidsongeschiktheid van de arts één week heeft geduurd en volledig herstel niet binnen twee weken na aanvang van de ziekte dan wel arbeidsongeschiktheid wordt verwacht. De opdrachtneemster zal zich ten volle inspannen om een tweede arts ter tijdelijke vervanging aan te kunnen bieden, doch kan zulks niet garanderen, zodat de opdrachtgever geen rechten kan ontlenen aan het niet kunnen aanbieden van een tweede arts door de opdrachtneemster.

Indien de opdrachtgever deze (tweede) arts aanvaardt, dan wordt de overeenkomst onverkort nagekomen. Zodra de eerste arts hersteld dan wel arbeidsgeschikt is, stopt de vervanging door de tweede arts en hervat de eerste arts zijn werkzaamheden.

7.2

Indien de opdrachtgever de in artikel 7.1 genoemde tweede arts niet wilt aanvaarden, dan wel indien de opdrachtneemster ondanks gerede inspanningen binnen een termijn van ……….. geen adequate en gekwalificeerde tweede arts ter vervanging aan opdrachtgever kan aanbieden, zal de uitvoering van de overeenkomst worden opgeschort voor de duur van de ziekte dan wel arbeidsongeschiktheid van de arts. Zodra de arts hersteld dan wel arbeidsgeschikt is, herleeft de overeenkomst met alle rechten en verplichtingen daaraan verbonden. Dit betekent dat de arts zijn werkzaamheden vanaf dat moment hervat en dat de opdrachtgever betaling van de op grond van artikel 10 aan de opdrachtneemster verschuldigde bedragen hervat.

(…)

Artikel 9 Urenverantwoordingsstaat

9.1

De arts zal steeds op de laatste werkdag van de werkmaand een urenverantwoordingsstaat bij de opdrachtgever indienen.

(…)

9.3

De door de opdrachtgever ondertekende urenverantwoordingsstaat zal tussen partijen gelden als bewijs van de door de arts verrichte werkzaamheden.

Artikel 10 Vergoedingen

10.1

Het basistarief bedraagt (…) per uur. Opdrachtgever garandeert dat zij aan opdrachtneemster een minimum van (…) werkbare uren per week zal vergoeden.

10.2 (...)

Ziekte uren zijn, met inachtneming van tien wachtdagen per jaar per kandidaat, voor rekening van de opdrachtneemster.

(…)

10.5

De GZ van opdrachtneemster is vrijgesteld van BTW-heffing. Indien op enig moment onverhoopt blijkt dat ter zaken van deze GZ wel BTW is verschuldigd (...) komt de verschuldigde BTW voor rekening van opdrachtgever.

Artikel 14 Bescherming tegen gevaren

14.1

De opdrachtgever zal de lokalen, werktuigen en gereedschappen waarin of waarmee hij de arts werkzaamheden laat verrichten zodanig inrichten en onderhouden en voor het verrichten van de werkzaamheden van arts zodanige maatregelen treffen en aanwijzingen verstrekken als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de arts bij het verrichten van zijn werkzaamheden in ruimste zin des woords schade lijdt.

(...)

14.4

De opdrachtgever zal aan de arts vergoeden alle schade (...) die de arts in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, (...)

14.5

De opdrachtgever zal aan de arts vergoeden alle schade (...) die de arts lijdt doordat een aan de arts toebehorende en door hem in het kader van de opgedragen te verrichten werkzaamheden gebezigde zaak is beschadigd of teniet is gegaan. De opdrachtgever zal opdrachtneemster tegen alle aanspraken ter zake vrijwaren.

(...)

Artikel 15 Uitsluiting aansprakelijkheid

15.1

De opdrachtneemster is tegenover de opdrachtgever niet aansprakelijk voor schaden en verliezen die de arts toebrengt aan de opdrachtgever of aan derden.

15.2

De opdrachtneemster is tegenover de opdrachtgever niet aansprakelijk voor verbintenissen die de arts is aangegaan met opdrachtgever of derden, al dan niet met toestemming van de opdrachtgever of die derden. Evenmin is opdrachtneemster tegenover de opdrachtgever aansprakelijk voor verbintenissen die voor de arts zijn ontstaan jegens opdrachtgever of die derden, al dan niet met toestemming van de opdrachtgever of die derden.

15.3

De opdrachtgever vrijwaart opdrachtneemster voor elke aansprakelijkheid (...) van opdrachtneemster als werkgever van de werknemer (...) voortvloeiende uit schaden en verliezen die de arts toebrengt aan de opdrachtgever of aan derden.

15.4

De opdrachtgever vrijwaart opdrachtneemster voor elke aansprakelijkheid (...) van opdrachtneemster als werkgever van de werknemer (...) die uit verbintenissen ontstaan die de arts is aangegaan met opdrachtgever of met derden, met of voor hen zijn ontstaan, al dan niet met toestemming van de opdrachtgever of die derden.

(...)

15.7 (…)

draagt de opdrachtgever zorg voor de volledige naleving van de regels betrekking hebbende op (buitenlands) medisch personeel en dus van de te detacheren arts. (…) De opdrachtgever vrijwaart opdrachtneemster tegen op deze bepaling gebaseerde vorderingen of aanspraken van derden op opdrachtneemster of de arts.

(…)

15.11

In geval de opdrachtneemster op enigerlei grond jegens opdrachtgever aansprakelijk is, is de aansprakelijkheid van de opdrachtneemster beperkt tot een bedrag gelijk aan het bedrag dat de opdrachtneemster de opdrachtgever gedurende vier werkweken van (…) uur per werkweek voor de door de arts verrichte werkzaamheden in rekening brengt.

Artikel 16 Medische verantwoordelijkheid, aansprakelijkheid en tuchtrecht

16.1

Wat betreft de relatie patiënt en opdrachtgever blijft laatstgenoemde de contractuele wederpartij van de patiënt en gelden opdrachtneemster alsmede de door haar ingeschakelde artsen als hulppersoon. De opdrachtgever heeft in die relatie derhalve als enige te gelden als hulpverlener in de zin van de wet, meer in het bijzonder in de zin van boek 7 titel 7 afdeling 5 van het burgerlijk wetboek (de overeenkomst inzake geneeskunde behandeling).

De opdrachtgever zal de patiënt daarover adequaat informeren. De in deze overeenkomst bedoelde GZ geschiedt aldus onder de medische verantwoordelijkheid van de opdrachtgever.

16.2

Opdrachtneemster en de door haar voor de uitvoering van deze overeenkomst ingeschakelde artsen zijn jegens de opdrachtgever niet aansprakelijk voor gedragingen die (direct of indirect) verband houden met de uitvoering van deze overeenkomst en/of schade die daaruit voortvloeit, tenzij die aansprakelijkheid contractueel niet uitgesloten kan worden.

De opdrachtgever vrijwaart opdrachtneemster en de door haar ingeschakelde personen als genoemd arts tegen aanspraak door derden waaronder patiënten.

(...)

16.4

Opdrachtgever en de arts artsen blijven, voor zover van toepassing, elk voor zichzelf medische tuchtrechtelijk verantwoordelijk.

(...)”.

2.3

Noch belanghebbende, noch de arts heeft een zelfstandig declaratierecht jegens de patiënten aan wie de gezondheidszorg wordt verleend. Het ziekenhuis zendt een factuur aan de patiënt voor de verleende gezondheidszorg. Belanghebbende wordt door het ziekenhuis op declaratiebasis betaald voor haar dienstverlening. Het tarief is in overeenstemming met de arbeidsvoorwaardenregeling voor Medisch Specialisten.

2.4

In het onderhavige kwartaal heeft belanghebbende € 238.652 aan de ziekenhuizen in rekening gebracht, vermeerderd met € 45.343 aan omzetbelasting.

2.5

De Rechtbank heeft geoordeeld dat de door belanghebbende verrichte diensten niet op grond van artikel 11, lid 1, eerste lid, letter c of letter g, van de Wet OB zijn vrijgesteld van omzetbelasting en dat de beroepen op het Besluit van de staatssecretaris van Financiën van 14 maart 2007, nr. CPP2007/347M, het gelijkheidsbeginsel en het fiscale neutraliteitsbeginsel moeten worden verworpen.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In hoger beroep is primair in geschil of de prestaties van belanghebbende zijn onderworpen aan de vrijstelling van artikel 11, lid 1, aanhef en letter g, onder 1°, a, van de Wet OB. Subsidiair is in geschil of het gelijkheidsbeginsel is geschonden, meer subsidiair of het unierechtelijke beginsel van de fiscale neutraliteit is geschonden en nog meer subsidiair of het vertrouwensbeginsel is geschonden. Belanghebbende beantwoordt deze vragen bevestigend, de Inspecteur ontkennend.

3.2

Beide partijen hebben voor hun standpunten aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

3.3

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en tot een teruggaaf van € 45.343 aan omzetbelasting.

3.4

De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing