Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-02-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:900, 16/00216

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-02-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:900, 16/00216

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
7 februari 2017
Datum publicatie
17 februari 2017
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2017:900
Formele relaties
Zaaknummer
16/00216

Inhoudsindicatie

Kansspelbelasting. Duitse loterij. Naheffing terecht?

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 16/00216

uitspraakdatum: 7 februari 2017

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 21 januari 2016, nummer AWB 15/66, ECLI:NL:RBGEL:2016:199, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Eindhoven (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag kansspelbelasting opgelegd van € 1.015.492.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de naheffingsaanslag gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft een nader stuk overgelegd.

1.6.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende heeft op 28 april 2012 (tezamen met drie anderen) de hoofdprijs in de Westdeutsche Lotterie gewonnen, ter grootte van € 3.501.699,60. Dit bedrag is op 7 mei 2012 op de rekening van belanghebbende gestort.

2.2.

Van de inleg van de Westdeutsche Lotterie wordt circa 50% als prijzengeld uitgekeerd.

2.3.

De deelstaten van de Bondsrepubliek Duitsland heffen een Lotteriesteuer van 162/3% van de totale verkoopwaarde van alle loten (exclusief Lotteriesteuer). De Lotteriesteuer wordt berekend voordat de loten worden verkocht, wat betekent dat de Lotteriesteuer ook is verschuldigd over de nominale waarde van loten die niet worden verkocht. Daarnaast heffen de deelstaten een Konzessionsbeitrag van 24% van de totale inleg als vergoeding voor het bezit van een vergunning voor het organiseren van het kansspel. De Lotteriesteuer en de Konzessionsbeitrag worden geheven van de organisator van het kansspel. De opbrengsten vloeien in de kas van de deelstaten, die de gelden verplicht of niet verplicht besteden aan goede doelen, sport en cultuur.

3 Het geschil

In geschil is het antwoord op de volgende vragen:

  1. Is artikel 52 van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 (hierna: Bvdb) van toepassing?

  2. Is de naheffingsaanslag opgelegd in strijd met het vertrouwensbeginsel?

  3. Is de naheffingsaanslag opgelegd in strijd met het gelijkheidsbeginsel?

  4. Is de naheffingsaanslag opgelegd in strijd met de vrijheid van dienstenverkeer als bedoeld in artikel 56 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VwEU)?

  5. Is de naheffingsaanslag opgelegd in strijd met artikel 1 van het Eerste Protocol van het EVRM (hierna: EP)?

Belanghebbende beantwoordt de hiervoor genoemde vragen bevestigend en de Inspecteur ontkennend.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing