Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-03-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:2534, 17/00703
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-03-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:2534, 17/00703
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 20 maart 2018
- Datum publicatie
- 30 maart 2018
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2018:2534
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2017:2997, Bekrachtiging/bevestiging
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2018:2276
- Zaaknummer
- 17/00703
Inhoudsindicatie
Overdrachtsbelasting. Maatstaf van heffing. Vergoeding voor uitgestelde levering.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 17/00703
uitspraakdatum: 20 maart 2018
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 6 juni 2017, nummer AWB 16/5763, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Leeuwarden (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Belanghebbende heeft op 2 maart 2016 op aangifte een bedrag van € 2.704.086 aan overdrachtsbelasting voldaan. Tegen deze voldoening op aangifte heeft belanghebbende bezwaar gemaakt.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 januari 2018. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Op 1 september 2015 heeft belanghebbende een koopovereenkomst gesloten, inhoudende de koop van een perceel met opstallen, gelegen aan de [a-straat 1] te [A] (hierna: de onroerende zaak). De onroerende zaak bestaat uit grond en verschillende opstallen, die deels zijn verhuurd en deels ontwikkeld werden of ontwikkelpotentieel hadden. De realisatie van appartementen had reeds een aanvang genomen.
Partijen zijn een koopprijs overeengekomen van € 44.175.000, exclusief een nader vast te stellen verhoging voor verhuurkosten ten behoeve van twee huurders en het realiseren van appartementen. De levering is bepaald op 1 december 2015.
In artikel 1 van de koopovereenkomst is het volgende bepaald:
“1. Omzetbelasting & overdrachtsbelasting, kosten, verhoging koopsom
1. De overdrachtsbelasting berekend over de als grondslag geldende waarde van het Verkochte, vermeerderd of verminderd als bepaald in de Wet op belastingen van rechtsverkeer, is voor rekening van koper.
2. Verkoper verklaart voor wat betreft het Verkochte dat hij ondernemer is in de zin van de Wet op de Omzetbelasting 1968. Partijen kwalificeren de levering van het Verkochte als een levering van een algemeenheid van goederen waarop artikel 37 d van de Wet op de Omzetbelasting van toepassing is. In het geval dat artikel 37 d van de Wet op de Omzetbelasting niet van toepassing blijkt te zijn, verklaart Verkoper hierbij dat de levering van het Verkochte niet van rechtswege belast wordt met Omzetbelasting.
3. Alle kosten, rechten en overdrachtsbelasting ter zake van deze koopovereenkomst alsmede de kosten van eigendomsoverdracht zijn voor rekening van koper.
4. De kosten voor het doorhalen van (hypothecaire) inschrijvingen zijn voor rekening van verkoper.
5. Koper erkent en aanvaardt dat de kosten die verkoper vanaf 12 augustus 2015 heeft gemaakt (i) ten gunste van de verhuur van het verkochte aan [B] en [C] en (ii) ten gunste van de in het B-gebouw te realiseren appartementen, bij de koopsom zullen worden opgesteld en op de datum van levering door koper aan verkoper voldaan zullen worden. Verkoper zal koper informeren over de te maken kosten en om de viertien [sic] dagen een geactualiseerd kostenoverzicht produceren en aan koper toezenden.
6. Koper heeft het recht de levering met ten hoogste één maand uit te stellen, dus van uiterlijk 1 december 2015 tot uiterlijk 1 januari 2016, door betaling van tweehonderdduizend euro aan verkoper uiterlijk op 1 december 2015. Koper heeft het recht, om na gebruikmaking van het hiervoorbedoelde recht, de levering voor de tweede keer met één maand uit te stellen, derhalve tot 1 februari 2016, door betaling van nogmaals tweehonderdduizend euro aan Verkoper, uiterlijk op 1 januari 2016. Koper heeft het recht om na gebruikmaking van voorenbedoelde twee rechten, de levering voor de derde keer met één maand uit te stellen, derhalve tot 1 maart 2016, door betaling van nogmaals tweehonderdduizend euro aan Verkoper, uiterlijk op 1 februari 2016.”
Op 29 februari 2016 is de akte van levering door partijen getekend. De verhoging van de koopprijs met de kosten voor de verhuur en het realiseren van appartementen wordt daarbij vastgesteld op € 293.114. Doordat belanghebbende de levering drie maal heeft uitgesteld is zij daarvoor een bedrag van € 600.000 aan verkoper verschuldigd. Voor de berekening van de verschuldigde overdrachtsbelasting gaat de notaris in de akte van levering uit van een totale tegenprestatie van € 45.068.100, te weten de koopprijs inclusief de verhuurkosten van € 293.114 en de vergoeding van € 600.000 voor de uitgestelde levering.
Na de voldoening van de overdrachtsbelasting heeft belanghebbende op 23 maart 2016 (op het bezwaarschrift is abusievelijk 2015 in plaats van 2016 vermeld) een bezwaarschrift ingediend tegen de voldoening op aangifte van overdrachtsbelasting tot een bedrag van € 36.000, zijnde 6% van de vergoeding van € 600.000 voor de uitgestelde levering. Het bezwaar van belanghebbende ziet niet op de overdrachtsbelasting die is voldaan over het gedeelte van de koopsom voor een bedrag van € 44.468.114.
3 Geschil
In geschil is het antwoord op de vraag of de vergoeding van € 600.000 voor de uitgestelde levering onderdeel is van de maatstaf van heffing als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer (hierna: WBR).
De Inspecteur beantwoordt deze vraag bevestigend, belanghebbende ontkennend. Niet in geschil is dat, indien de vraag bevestigend moet worden beantwoord, de € 600.000 belast is met 6% overdrachtsbelasting (€ 36.000).