Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-01-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:764, 15/01393 en 15/01394

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-01-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:764, 15/01393 en 15/01394

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
16 januari 2018
Datum publicatie
26 januari 2018
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2018:764
Formele relaties
Zaaknummer
15/01393 en 15/01394

Inhoudsindicatie

BPM. Handelaar in gebruikte auto’s. Teruggaaf bij export. Wijziging ministeriële regeling inzake afschrijvingstabel per 1 juli 2012. Onmiddellijke werking. Goedkeuring voor omzetbelasting. Schending gelijkheidsbeginsel?

Uitspraak

Locatie Arnhem

nummers 15/01393 en 15/01394

uitspraakdatum: 16 januari 2018

uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] BV te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) van 15 september 2015, nummers AWB 14/4148 en 14/4149, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Almere (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende zijn op haar verzoek bij beschikkingen teruggaven verleend van belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: bpm) ten bedrage van € 6.011 onderscheidenlijk € 8.581.

1.2.

Na daartegen door belanghebbende gemaakt bezwaar, heeft de Inspecteur bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de beschikkingen gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraken op bezwaar beroep ingesteld. De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Tot de stukken van het geding behoren voorts de van de Rechtbank ontvangen dossiers die op deze zaken betrekking hebben.

1.6.

Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgehad op 14 december 2017 te Arnhem. Aldaar zijn verschenen en gehoord: [A] , [B] en mr. [C] namens belanghebbende. De Inspecteur is, zonder kennisgeving aan het Hof, niet verschenen.

1.7.

Belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd.

1.8.

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt. Een afschrift hiervan is aan deze uitspraak gehecht.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende handelt in gebruikte auto’s. Zij koopt onder meer op grote schaal gebruikte auto’s in van leasemaatschappijen. Deze auto’s worden vervolgens door belanghebbende verkocht en geleverd aan afnemers – zowel ondernemers als particulieren – in andere lidstaten van de Europese Unie. Bij de prijsvorming (zowel inkoop als verkoop) door belanghebbende speelt voor haar de hoogte van de teruggaaf van de rest-bpm op de voet van artikel 14a van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (hierna: de Wet BPM) een belangrijke rol.

2.2.

Een personenauto met kenteken [00-YY-YY] (hierna: auto 1) is op 5 oktober 2007 als nieuwe auto geregistreerd in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden kentekenregister op naam van een ander dan belanghebbende. Die ander heeft ter zake van die registratie op aangifte een bedrag van € 21.984 aan bpm voldaan. Auto 1 was destijds bestemd voor duurzaam gebruik in Nederland. Belanghebbende heeft auto 1 op 28 juni 2012 gekocht. Zij heeft vervolgens auto 1 verkocht en de registratie van auto 1 per 6 juli 2012 doen beëindigen met het oog op het definitief overbrengen van de auto naar Roemenië.

2.3.

Een personenauto met kenteken [00-YYY-0] (hierna: auto 2) is op 21 juli 2008 als nieuwe auto geregistreerd in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden kentekenregister op naam van een ander dan belanghebbende. Die ander heeft ter zake van die registratie op aangifte een bedrag van € 26.196 aan bpm voldaan. Auto 2 was destijds bestemd voor duurzaam gebruik in Nederland. Belanghebbende heeft auto 2 op 1 augustus 2012 gekocht. Zij heeft vervolgens auto 2 verkocht en de registratie van auto 2 per 13 augustus 2012 doen beëindigen met het oog op het definitief overbrengen van de auto naar Polen.

2.4.

Op verzoek van belanghebbende heeft de Inspecteur op de voet van artikel 14a Wet BPM bij voor bezwaar vatbare beschikkingen als bedoeld in artikel 4a, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (hierna: de teruggaafbeschikkingen), aan belanghebbende teruggaven van bpm verleend van € 6.011 voor auto 1 en € 8.581 voor auto 2. Deze bedragen heeft de Inspecteur berekend door de hiervoor in 2.2 en 2.3 vermelde bedragen aan bpm te verminderen met inachtneming van de sommen van de onderscheiden afschrijvingspercentages die ter zake van de duur van het gebruik van de auto’s zijn vermeld in de in artikel 8d, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 opgenomen afschrijvingstabel zoals deze geldt met ingang van 1 juli 2012 (hierna: de nieuwe afschrijvingstabel).

2.5.

De nieuwe afschrijvingstabel is bij ministeriële regeling van 18 juni 2012, nr. DV 2012/209M tot stand gekomen. Deze gewijzigde regeling is op 28 juni 2012 in de Staatscourant (2012, nr. 12860) gepubliceerd en per 1 juli 2012 in werking getreden. Op grond van de nieuwe afschrijvingstabel is – vanwege ten opzichte van de oude, vóór 1 juli 2012 van toepassing zijnde tabel gewijzigde afschrijvingspercentages – de zogenoemde rest-bpm op uitgevoerde auto’s lager dan de rest-bpm die volgde uit de oude, vóór 1 juli 2012 geldende tabel.

2.6.

De Staatssecretaris van Financiën heeft op 11 juli 2012 (in zijn hoedanigheid van uitvoerder van de wet) het Besluit met nr. BLKB 2012/639M dat betrekking heeft op de omzetbelasting uitgevaardigd (hierna: het Besluit). In paragraaf 2.8 van het Besluit is het volgende opgenomen:

2.8. Overgangsregeling in verband met aanpassing BPM-tabel

Per 1 juli 2012 is de forfaitaire afschrijvingslijn in de BPM (hierna: BPM-tabel) aangepast. Deze wordt ook gebruikt voor de berekening van de verschuldigde omzetbelasting in geval van levering van gebruikte motorrijtuigen. De betrokken ondernemers zullen daartoe in veel gevallen hun geautomatiseerde systemen moeten aanpassen. Om daarvoor voldoende tijd te bieden keur ik, voor zover nodig op grond van artikel 65 AWR, goed dat de BPM-tabel zoals deze geldt op 30 juni 2012 nog tot en met 30 september wordt gebruikt.

Goedkeuring

Ik keur goed dat de BPM-tabel zoals die gold op 30 juni 2012 nog tot en met 30 september 2012 wordt toegepast voor het vaststellen van de vergoeding waarover omzetbelasting is verschuldigd bij levering van gebruikte motorrijtuigen.

(…)”.

2.7.

Belanghebbende heeft vergeefs bezwaar en beroep aangetekend tegen de teruggaafbeschikkingen.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Tussen partijen is in hoger beroep in geschil of de teruggaafbeschikkingen tot de juiste bedragen zijn vastgesteld. Belanghebbende beantwoordt die vraag ontkennend en de Inspecteur bevestigend.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de stukken. Voor hetgeen belanghebbende daaraan ter zitting heeft toegevoegd, wordt verwezen naar het proces-verbaal van de zitting en de pleitnota.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, van de uitspraken op bezwaar, tot vaststelling van teruggaafbeschikkingen ten bedrage van € 6.595 respectievelijk € 9.366.

3.4.

De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing