Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-08-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:6885, 18/00082

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-08-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:6885, 18/00082

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
27 augustus 2019
Datum publicatie
30 augustus 2019
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:6885
Formele relaties
Zaaknummer
18/00082

Inhoudsindicatie

Belanghebbende heeft recht op vergoeding van wettelijke rente over het griffierecht en de vergoeding van immateriële schade.

Uitspraak

locatie Leeuwarden

nummer 18/00082

uitspraakdatum: 27 augustus 2019

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 21 december 2017, nummer LEE 15/4307, ECLI:NL:RBNNE:2017:4997, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratieve processen/Team Auto BPM/Kantoor Doetinchem (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is met dagtekening 11 maart 2015 een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (bpm) opgelegd. Gelijktijdig is bij beschikking belastingrente berekend.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar gegrond verklaard en de naheffingsaanslag verminderd tot € 3.705. Tevens is aan belanghebbende een bedrag van € 488 voor proceskosten vergoed.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar, de naheffingsaanslag en de beschikking belastingrente vernietigd. Tevens zijn de Inspecteur en de Minister voor Rechtsbescherming veroordeeld tot vergoeding aan belanghebbende van immateriële schade ten bedrage van € 105 respectievelijk € 895, is de Inspecteur opgedragen het griffierecht van € 167 aan belanghebbende te vergoeden en is de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 990.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 mei 2019. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Met dagtekening 11 maart 2015 heeft de Inspecteur aan belanghebbende een naheffingsaanslag in de bpm opgelegd ten bedrage van € 5.172 en bij beschikking belastingrente berekend.

2.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag en beschikking belastingrente. Op 1 oktober 2015 heeft een hoorgesprek plaatsgevonden. Bij uitspraak op bezwaar is de naheffingsaanslag verminderd tot € 3.705 en aan belanghebbende een bedrag van € 488 (2 punten à € 244) voor proceskosten vergoed.

2.3.

De Rechtbank heeft de uitspraak op bezwaar, de naheffingsaanslag en de beschikking belastingrente vernietigd. Naar het oordeel van de Rechtbank heeft de Inspecteur bij het opleggen van de onderhavige naheffingsaanslag het Unierechtelijk verdedigingsbeginsel geschonden. Tevens heeft de Rechtbank de Inspecteur en de Minister voor Rechtsbescherming veroordeeld tot vergoeding aan belanghebbende van immateriële schade ten bedrage van € 105 respectievelijk € 895, de Inspecteur opgedragen het griffierecht van € 167 aan belanghebbende te vergoeden en de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 990.

3 Geschil

Tussen partijen is in geschil of: (i) de zaak dient te worden teruggewezen naar de Inspecteur, (ii) belanghebbende recht heeft op vergoeding van de werkelijke proceskosten, (iii) de rechter die de hoofdzaak behandelde ten onrechte ook heeft geoordeeld over het verzoek om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn, (iv) belanghebbende recht heeft op vergoeding van rente over het griffierecht en de vergoeding van immateriële schade, en (v) of van belanghebbende te veel griffierecht is geheven.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing