Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-03-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:2429, 19/00793 en 19/00794

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-03-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:2429, 19/00793 en 19/00794

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
17 maart 2020
Datum publicatie
27 maart 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:2429
Zaaknummer
19/00793 en 19/00794

Inhoudsindicatie

Uitspraak na verwijzing. Zuiveringsheffing bedrijven. In een bijlage bij de belastingverordening is verwezen naar NEN-normen. Is met betrekking tot deze normen voldaan aan de kenbaarheidseisen?

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers 19/00793 en 19/00794

uitspraakdatum: 17 maart 2020

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] B.V. (voorheen [Y] B.V.) te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 28 september 2017, nummers AWB 16/4093 en 16/4178, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Limburg (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende voor het jaar 2015 een voorlopige aanslag zuiveringsheffing bedrijven opgelegd.

1.2.

De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende voor het jaar 2015 een aanslag zuiveringsheffing bedrijven opgelegd.

1.3.

De heffingsambtenaar heeft de bezwaren tegen beide belastingaanslagen bij uitspraken op bezwaar ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Limburg (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.6.

Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft het hoger beroep bij uitspraak van 6 september 2018 ongegrond verklaard.

1.7.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep bij arrest van 7 juni 2019 gegrond verklaard, de uitspraak van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch vernietigd en het geding verwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (hierna: het Hof).

1.8.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 februari 2020. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is producent van houdbare champignons. Zij loost water dat in haar bedrijf is gebruikt via de gemeentelijke riolering, waarna het wordt gezuiverd door de afvalwaterzuiveringsinstallatie van het Waterschap Limburg (hierna: het Waterschap).

2.2.

Aan belanghebbende is voor het adres [a-straat] 84 te [Z] voor het jaar 2015 een voorlopige aanslag zuiveringsheffing opgelegd van € 1.255.305 naar 26.500 vervuilingseenheden en een definitieve aanslag van € 1.230.999,45 naar 25.986,9 vervuilingseenheden. Tevens is aan belanghebbende voor het adres [b-straat] 8 te [A] voor het jaar 2015 een aanslag opgelegd van € 34.935,38 naar 737,5 vervuilingseenheden.

2.3.

In het arrest van de Hoge Raad is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:

“2.4.4. In het arrest van 19 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1669, heeft de Hoge Raad geoordeeld dat indien in een belastingverordening wordt verwezen naar een normblad NEN, aan de kenbaarheidseisen van de artikelen 139 en 217 van de Gemeentewet, mede naar hun strekking, is voldaan indien de gemeente die normen bekendmaakt door terinzagelegging op de wijze die in artikel 139, lid 3, van de Gemeentewet is voorzien voor bijlagen, en desgevraagd papieren afschriften van die normen verstrekt tegen betaling van bedragen die niet hoger zijn dan de tarieven die de gemeente hanteert voor het verstrekken van papieren afschriften van besluiten die algemeen verbindende voorschriften inhouden.

2.4.5.

In het arrest van de Hoge Raad van 1 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:143, is daaraan toegevoegd dat in het algemeen ook aan die kenbaarheidseisen zal zijn voldaan indien een belastingverordening voor dergelijke normen verwijst naar een in de Staatscourant gepubliceerde tekst daarvan, en in die belastingverordening de correcte volledige titel van die tekst alsmede het publicatiejaar en -nummer van de Staatscourant worden vermeld. Tevens is in dat arrest geoordeeld dat in een geval waarin vaststaat dat de normen in de Staatscourant zijn gepubliceerd maar het publicatiejaar en -nummer niet in de belastingverordening zijn vermeld, van geval tot geval moet worden beoordeeld of desalniettemin aan de kenbaarheidseisen is voldaan.

2.4.6.

In dit geval staat vast dat de verordening geen verwijzing bevat naar een publicatiejaar en –nummer van de Staatscourant waarin de in de verordening vermelde NEN-normen zijn gepubliceerd.

2.4.7.

Uit het hiervoor overwogene volgt dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven. Verwijzing moet volgen.

2.5.

Het verwijzingshof moet beoordelen of die NEN-normen ter inzage zijn gelegd op de in het arrest van 19 juni 2015 vermelde wijze, dan wel met betrekking tot die normen desalniettemin aan de kenbaarheidseisen is voldaan. Daarbij heeft dan als uitgangspunt te gelden dat aan de kenbaarheidseisen alleen is voldaan indien de normen zodanig zijn gepubliceerd dat zij voor een ieder toegankelijk zijn, zowel in het jaar waarvoor de belasting is geheven als in de daarop volgende jaren, en de authenticiteit van die gepubliceerde normen buiten twijfel is.”

3 Geschil

In geschil is of is voldaan aan de onder rechtsoverweging 2.5. van het arrest geformuleerde voorwaarden.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing