Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 06-06-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:4801, 22/01082
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 06-06-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:4801, 22/01082
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 6 juni 2023
- Datum publicatie
- 16 juni 2023
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2022:1839, Bekrachtiging/bevestiging
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2024:419
- Zaaknummer
- 22/01082
- Relevante informatie
- Art. 17 Wet WOZ, Art. 22 Wet WOZ
Inhoudsindicatie
Wet Woz. Behandeling door enkelvoudige kamer. Waardevaststelling woning.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer BK-ARN 22/01082
uitspraakdatum: 6 juni 2023
Uitspraak van de vijfde enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 7 april 2022, nummer UTR 21/3606, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [adres1] 10b te [plaats1] (hierna: de onroerende zaak), per waardepeildatum 1 januari 2020 en naar de toestand op die datum, voor het kalenderjaar 2021 vastgesteld op € 187.000 (hierna: de beschikking). Tegelijk met de beschikking is de aanslag onroerendezaakbelasting 2021 voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld op € 185,34.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij in één geschrift verenigde uitspraken op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft op 13 april 2023 een nader stuk ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 mei 2023. Daarbij zijn verschenen en gehoord mr. R. van der Weide als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede, namens de heffingsambtenaar, [naam1] en [naam2] , taxateur.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak. De onroerende zaak is een in 1928 gebouwde bovenwoning met een dakterras/balkon. De gebruiksoppervlakte is 65 m2.
3 Geschil
In geschil is de waarde van de onroerende zaak.
De heffingsambtenaar staat een waarde voor van € 187.000.
Belanghebbende staat een waarde voor van € 166.000.