Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 24-01-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:668, 21/00835 en 21/00836

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 24-01-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:668, 21/00835 en 21/00836

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
24 januari 2023
Datum publicatie
3 februari 2023
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2023:668
Formele relaties
Zaaknummer
21/00835 en 21/00836
Relevante informatie
Art. 117 lid 1 Wschw, Art. 122d lid 1 Wschw, Art. 8:78 Awb

Inhoudsindicatie

Zuiveringsheffing en watersysteemheffing. Opbrengstlimiet.

Uitspraak

locatie Leeuwarden

nummers BK-ARN 21/00835 en 21/00836

uitspraakdatum: 24 januari 2023

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 27 mei 2021, nummers LEE 19/459 en LEE 21/971, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van het Noordelijk Belastingkantoor (hierna: de heffingsambtenaar)

alsmede de Minister van Justitie en Veiligheid.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikkingen van 28 februari 2018 in één geschrift aan

belanghebbende voor het jaar 2018 een aanslag zuiveringsheffing en een aanslag watersysteemheffing ingezetenen opgelegd.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de opgelegde aanslagen gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 27 mei 2021 ongegrond verklaard, de heffingsambtenaar veroordeeld tot het betalen van een immateriële schadevergoeding aan belanghebbende tot een bedrag van € 214, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf vier weken na de datum waarop de uitspraak is gedaan tot aan de dag van voldoening, de Minister van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot het betalen van een immateriële schadevergoeding aan belanghebbende tot een bedrag van € 1.286, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf vier weken na de datum waarop de uitspraak is gedaan tot aan de dag van voldoening, de heffingsambtenaar en de Minister van Justitie en Veiligheid opgedragen ieder voor de helft het betaalde griffierecht aan belanghebbende te vergoeden en de heffingsambtenaar en de Minister van Justitie en Veiligheid ieder voor de helft veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 oktober 2022 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord [naam1] , als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [naam2] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door [naam3 ] . Ter zitting zijn de beroepen gelijktijdig en gezamenlijk behandeld met de beroepen van [naam4] met zaaknummers BK-ARN 21/00837 tot en met 21/00842.

1.6

De heffingsambtenaar heeft een pleitnota voorgedragen en overgelegd.

1.7

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

De hiervoor – onder 1.1 – bedoelde aanslag zuiveringsheffing is gebaseerd op de Verordening zuiveringsheffing Hunze en Aa’s 2018 (hierna: Verordening zuiveringsheffing).

2.2

De hiervoor – onder 1.1 – bedoelde aanslag watersysteemheffing ingezetenen is gebaseerd op de Verordening op de watersysteemheffing Hunze en Aa’s 2018 (hierna: Verordening watersysteemheffing).

2.3

De begroting 2018 van het waterschap Hunze en Aa’s (hierna: de begroting) is op 15 november 2017 door de vergadering van het algemeen bestuur van het waterschap Hunze en Aa’s vastgesteld. In de begroting zijn onder meer de verwachte baten en lasten en netto exploitatiekosten opgenomen, evenals de geplande investeringsuitgaven en de staat van de reserves en de voorzieningen.

2.4

Over de zuiveringsheffing is in de begroting op pagina 34 onder meer het volgende opgenomen:

“Begroting 2018 zuiveringsheffing

(bedragen x € 1.000)

begroting 2018

Netto kosten

37.959

Bedrag voor onvoorzien

49

Kosten kwijtschelding

1.522

Algemene opbrengsten (bespaarde rente)

-49

Saldo: te ontvangen via belastingheffing

39.481

Inzet algemene reserve

0

Te ontvangen belastingopbrengst

39.481

2.5

Over de watersysteemheffing is in de begroting op pagina 33 onder meer het volgende opgenomen:

“Begroting 2018 watersysteemheffing

(bedragen x € 1.000)

begroting 2018

Netto kosten

46.553

Bedrag voor onvoorzien

57

Kosten kwijtschelding

695

Algemene opbrengsten (bespaarde rente)

-722

Onttrekking bestemmingsreserves

-1.056

Saldo: te ontvangen via belastingheffing

45.526

Inzet algemene reserve

-1.865

Te ontvangen belastingopbrengst

43.661

2.6

Over de tarieven is in de begroting op pagina 34 en 35 onder meer het volgende opgenomen:

“Categorie

Tarief 2018 (Begroting)

Belastingopbrengst 2018

Ingezetenen

€ 71,76

€ 12.924.717

Gebouwd (basis)

0,05105%

€ 21.442.149

Gebouwd (buitendijks)

0,01470%

€ 8.677

Ongebouwd (basis)

€ 57,66

€ 7.803.463

Ongebouwd (buitendijks)

€ 15,05

€ 3.387

Ongebouwd (wegen)*

€ 114,47

€ 1.018.841

Natuur

€ 3,32

€ 112.407

Verontreinigingsheffing

€ 73,18

€ 347.609

Zuiveringsheffing

€ 73,18

€ 39.481.127

Totaal belastingopbrengst

€ 83.142.377”

2.7

In de raming naar beleidsproducten 2018 van het waterschap Hunze en Aa’s zijn de te dekken lasten als volgt gespecificeerd:

“RAMING NAAR BELEIDSPRODUCTEN 2018

bedragen * € 1.000 (afgerond)

Beleidsproduct

Watersysteem-

beheer

Zuiverings

-beheer

Totaal

Planvorming

Eigen plannen

1.256

136

1.392

Plannen van derden

328

36

364

1.584

172

1.756

Aanleg en onderhoud van waterkeringen

Aanleg en onderhoud van waterkeringen

5.864

5.864

Beheersinstrumenten waterkeringen

634

634

Dijkbewaking en calamiteitenbestrijding

110

110

6.608

0

6.608

Inrichting en onderhoud watersystemen

Aanleg verbetering en onderhoud watersystemen

22.366

22.366

Baggeren en saneren waterlopen

2.365

2.365

Beheer hoeveelheid water

6.910

6.910

Beheersinstrumenten watersystemen

423

423

Calamiteitenbestrijding watersystemen

50

50

Monitoring watersystemen

1.773

1.773

33.887

0

33.887

Bouw en exploitatie zuiveringstechnische werken

Afvalwaterbehandeling door derden

10.529

10.529

Getransporteerd afvalwater

4.008

4.008

Gezuiverd afvalwater

18.032

18.032

Verwekt slib

796

796

0

33.364

33.364

Inrichting en onderhoud vaarwegen en havens

Aanleg en onderhoud vaarwegen en havens

833

833

Beheersinstrumenten vaarwegen en havens

0

0

Verkeersregeling en verkeersveiligheid vaarwegen en havens

9

9

842

0

842

Vergunningverlening en handhaving keur

Handhaving keur

601

601

Keur

239

239

Repressieve handhaving

63

63

Verguninningen en keurontheffingen

141

141

1.043

0

1.043

Beheersing van lozingen

Aanpak diffuse emissies derden

181

181

Handhaving WVO

817

266

1.083

Rioleringsplannen en subsidies lozingen

300

293

593

WVO-vergunningen en meldingen

220

72

291

1.518

630

2.148

Heffing en invordering

Belastingheffing en invordering

2.083

1.313

3.396

2.083

1.313

3.396

Bestuur en externe communicatie

Bestuur

2.011

1.770

3.781

Externe communicatie

309

302

611

2.320

2.072

4.393

Dekkingsmiddelen

Dekkingsmiddelen

-6.225

1.929

-4.296

-6.225

1.929

-4.296

Totaal

43.661

39.481

83.142

2.8

Het beleidsproduct dekkingsmiddelen is door de heffingsambtenaar in het verweerschrift in eerste aanleg als volgt toegelicht:

“Het beleidsproduct dekkingsmiddelen is als volgt te specificeren (bedragen x € 1.000):

Watersysteem-beheer

Zuiverings-beheer

Totaal

Post onvoorzien

57

49

106

Kwijtschelding

695

1.522

2.217

Raming oninbare belastingdebiteuren

211

407

618

Bespaarde rente eigen financieringsmiddelen

-723

-49

-772

Lozingen eigen zuiveringen op oppervlaktewater

-4.600

-4.600

Aanwending algemene reserve watersysteembeheer

-1.865

-1.865

Totaal

-6.225

1.929

4.296”

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is of de opbrengstlimieten die zijn opgenomen in artikel 117, eerste lid, en artikel 122d, eerste lid, van de Waterschapswet zijn overschreden en of om die reden de Verordening watersysteemheffing en de Verordening zuiveringsheffing van waterschap Hunze en Aa’s (gedeeltelijk) onverbindend dienen te worden verklaard. Voorts is in geschil of de Rechtbank de vergoeding wegens immateriële schade tot een te laag bedrag heeft vastgesteld, of de Rechtbank ten onrechte de heffingsambtenaar onderscheidenlijk de Minister van Justitie en Veiligheid niet heeft veroordeeld tot het vergoeden van de wettelijke rente over de vergoeding van het griffierecht in eerste aanleg en over de proceskosten van belanghebbende en of de Rechtbank in strijd met artikel 8:78 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) de bestreden uitspraak niet openbaar gemaakt heeft, althans dat de Rechtbank in strijd met artikel 8:78 van de Awb de bestreden uitspraak eerst openbaar gemaakt heeft nadat deze aan partijen was verzonden.

3.2

Belanghebbende beantwoordt deze vragen bevestigend en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vernietiging van de bestreden aanslagen.

3.3

De heffingsambtenaar beantwoordt de hiervoor – onder 3.1 – vermelde vragen ontkennend en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

3.4

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten en griffierecht

6 Beslissing