Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 31-10-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:9250, 21/931 t/m 21/934
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 31-10-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:9250, 21/931 t/m 21/934
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 31 oktober 2023
- Datum publicatie
- 10 november 2023
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2021:2538, Overig
- Zaaknummer
- 21/931 t/m 21/934
- Relevante informatie
- Art. 8:29 Awb
Inhoudsindicatie
Verzoek beperkte kennisneming (art. 8:29 Awb).
Uitspraak
locatie Arnhem
nummers BK-ARN 21/931 tot en met 21/934
uitspraakdatum: 31 oktober 2023
Beslissing van de vierde meervoudige belastingkamer (geheimhoudingskamer)
op het verzoek op grond van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur)
in het geding tussen de Inspecteur en
[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 17 juni 2021, nummers LEE 17/2180 tot en met 17/2184, ECLI:NL:RBNNE:2021:2538.
1 Ontstaan en loop van het geding
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor de tijdvakken 1 januari tot en met 31 december 2010, 1 januari tot en met 31 december 2011, 1 januari tot en met 31 december 2013, 1 januari tot en met 31 december 2014 en 1 januari tot en met 28 februari 2015 in totaal vijf naheffingsaanslagen in de omzetbelasting opgelegd. Daarbij is bij beschikkingen voor de tijdvakken 1 januari 2010 tot en met 31 december 2011 heffingsrente berekend en voor de tijdvakken 1 januari 2013 tot en met 31 december 2014 belastingrente.
Bij in één geschrift verenigde uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur de naheffingsaanslagen en de beschikkingen heffingsrente/belastingrente gehandhaafd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld.
De rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank) heeft de beroepen gegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
De Inspecteur heeft incidenteel hoger beroep ingesteld.
Het Hof heeft de Inspecteur bij brief van 12 juni 2023 bericht dat het Hof heeft geconstateerd dat de Inspecteur geanonimiseerde stukken heeft verstrekt aan de Rechtbank en dat het Hof dit opvat als een impliciet verzoek om de geheimhoudingsprocedure, als bedoeld in artikel 8:29 van de Awb, toe te passen.
Bij brief van 25 juli 2023 heeft de Inspecteur aan het Hof ongeschoonde stukken verstrekt in een gesloten doos, waarvoor een beroep op geheimhouding wordt gedaan als bedoeld in artikel 8:29 Awb (hierna: 8:29-stukken). Het gaat om de stukken die de Inspecteur in de procedure bij de Rechtbank heeft overgelegd als bijlage X tot en met XIV bij zijn brief van 23 januari 2020. De Inspecteur heeft in een afzonderlijk aangeboden brief een motivering gestuurd waarin hij heeft toegelicht wat de gewichtige reden is van het ‘afdekken’ van gegevens.
Bij brief van 1 augustus 2023 heeft het Hof belanghebbende in de gelegenheid gesteld op de motivering van de Inspecteur van 25 juli 2023 te reageren.
Bij brief van 3 augustus 2023 heeft de Inspecteur een hernieuwde geschoonde bijlage X ingestuurd.
Bij brief van 23 augustus 2023 heeft de Inspecteur de motivering van het verzoek om geheimhouding aangevuld en bijlage XIV, nummers 1, 3, 4 en 5 in ongeschoonde vorm verstrekt.
Belanghebbende heeft in een nader stuk van 24 augustus 2023 gereageerd op de in 1.8 genoemde motivering van de Inspecteur van 25 juli 2023.
Op 30 augustus 2023 heeft de Inspecteur - in reactie op het stuk van belanghebbende van 24 augustus 2023 - het Hof verzocht om herstel van de geschoonde ‘8:29-stukken’.
Op 4 september 2023 heeft het Hof de Inspecteur verzocht om zo spoedig mogelijk een nieuwe set geschoonde ‘8:29-stukken’ aan te leveren en heeft het Hof partijen bericht dat de geheimhoudingskamer naar deze nieuwe stukken zal kijken om te zorgen dat geen verwarring ontstaat.
Bij brief van 7 september 2023 heeft de Inspecteur een nieuwe, volledige set geschoonde ‘8:29-stukken’ ingediend (bijlagen X tot en met XIV), voorzien van een hernieuwde motivering voor het ‘afdekken’ van gegevens en een catalogus.
Het beroep op toepassing van artikel 8:29 Awb is ter zitting van de geheimhoudingskamer behandeld op 12 oktober 2023. Aldaar zijn verschenen en gehoord mr. P.A. Caljé als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [naam1] en [naam2] namens de Inspecteur. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze beslissing is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende is met zijn eenmanszaak [naam3] , waarmee hij onder meer handelde in telefoons en diverse computercomponenten, naar voren gekomen in een strafrechtelijk onderzoek naar btw-carrouselfraude. Mede naar aanleiding van dit onderzoek heeft de Inspecteur aan belanghebbende naheffingsaanslagen in de omzetbelasting opgelegd. De Inspecteur neemt het standpunt in dat belanghebbende door gebruik te (laten) maken van zijn btw-identificatienummer intracommunautaire verwervingen heeft verricht als bedoeld in artikel 17b, lid 2, van de Wet op de omzetbelasting 1968, dat hij ter zake daarvan btw is verschuldigd en dat op grond van artikel 30 van die wet geen teruggaaf van die btw kan worden verleend. De Inspecteur heeft daarnaast in de naheffingsaanslagen het door belanghebbende toegepaste 0%-tarief voor intracommunautaire leveringen gecorrigeerd, omdat belanghebbende wetenschap zou hebben van de btw-carrouselfraude.
In zijn brief van 25 juli 2023 in het kader van het verzoek om geheimhouding (zie 1.8) heeft de Inspecteur aan het Hof geschreven:
“Bij brief van 12 juni 2023 hebt u mij verzocht om stukken in te dienen bij de geheimhoudingskamer in de procedure van [belanghebbende] , bij u bekend onder de hiernaast vermelde procedurenummers.
Het gaat om de stukken die destijds door mijn collega zijn aangeboden aan rechtbank Gelderland als bijlage X tot en met XIV bij haar brief van 23 januari 2020. In de gesloten doos treft u aan de ongeschoonde versie van deze stukken.”
In zijn brief van 7 september 2023 (zie 1.15) heeft de Inspecteur onder meer geschreven:
“Belanghebbende heeft op mijn brieven met dagtekening 24 augustus 2023 gereageerd. Naar aanleiding daarvan heb ik uw Hof met dagtekening 30 augustus 2023 een brief gestuurd. In reactie hierop heeft u mij op 4 september 2023 verzocht om de nieuwe set met stukken voor de geheimhoudingskamer zo spoedig mogelijk aan te leveren. Als bijlage bij deze brief ontvangt u daarom de nieuwe (geanonimiseerde) stukken (bijlagen X tot en met XIV).
Belanghebbende heeft terecht opgemerkt dat er inconsistenties in de afdekkingen hebben plaatsgevonden (in het ene documentnummer afgedekt en in het andere documentnummer prijsgegeven) en dat dit niet geverifieerd kan worden. Herstel van deze inconsistenties brengt in dit specifieke geval mee dat ik bepaalde gegevens alsnog zichtbaar heb gemaakt. Daarnaast heb ik aan het verzoek van belanghebbende gehoor gegeven om de namen van de belastingambtenaren te nummeren waarbij ik ook duidelijk aangeef wanneer het om een buitenlandse dan wel een binnenlandse ambtenaar gaat. Ook heb ik voor wat betreft bijlage X de afdekkingen van ‘X5’ ongedaan gemaakt en zijn in alle bijlagen de contactgegevens van [naam4] en [naam5] consequent prijsgegeven.
Volledigheidshalve heb ik een nieuwe catalogus gemaakt behorende bij deze nieuwe geanonimiseerde bijlagen X tot en met XIV. (…) Wellicht ten overvloede merk ik op dat ik deze stukken overleg in het kader van een verzoek tot beperkte kennisneming (artikel 8:29, lid 1, Awb). Dit brengt mee dat een afschrift van deze geanonimiseerde stukken in de vorm waarin ze bij deze brief zijn gevoegd ook aan belanghebbende kan worden verstrekt. (…)
De gewichtige redenen voor het afdekken van deze gegevens is dat het om persoonsgegevens gaat. Het belang bij bescherming van persoonsgegevens en de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer weegt aanzienlijk zwaarder dan het belang dat belanghebbende heeft bij kennisneming van deze gegevens. Dit betreft:
X1 = naam van behandelend ambtenaar
X2 = email-adres van behandelend ambtenaar
X3 = telefoonnummer van behandelend ambtenaar
X4 = faxnummer van behandelend ambtenaar
Bovenstaande gegevens zijn in de overgelegde documenten om die reden afgedekt. Sommige namen van behandelend ambtenaren (X1) waren reeds incidenteel prijs gegeven. Deze (reeds prijsgegeven) namen heb ik daarom consequent prijs gegeven in alle documenten.
Op bepaalde punten wijk ik van deze ‘standaard’ af. In onderstaande tabel heb ik per document vermeld of sprake is van een afwijking van deze standaard en heb ik gemotiveerd waarom ik dit heb gedaan. (…)”
De bijlagen X tot en met XIV bestaan uit Standing Committee on Administrative Cooperation (SCAC)-verzoeken, formulieren, brieven en e-mailcorrespondentie in het kader van internationale uitwisseling van gegevens. Bijlage X bestaat uit 131 documenten, hoofdzakelijk SCAC-verzoeken. Bijlage XI bestaat uit vier ambtsberichten van ambtenaren [naam6] en [naam5] . Bijlage XII bestaat uit 25 e-mails. Bijlage XIII bevat een viertal stukken uit het OB-systeem van de Belastingdienst die het Hof alleen in geschoonde vorm heeft ontvangen. Bijlage XIV bestaat uit zes overige documenten, waarvan het Hof het laatste document alleen in geschoonde vorm heeft ontvangen.
3 Strekking en reikwijdte van het verzoek tot geheimhouding
De Inspecteur heeft ter zitting toegelicht dat zijn beroep op artikel 8:29 Awb inhoudt dat de hoofdkamer die de zaak inhoudelijk zal gaan behandelen kennis mag nemen van de passages die op grond van dat artikel geheim mogen blijven, maar belanghebbende niet (beperkte kennisneming).
Ten aanzien van de volgende gegevens heeft belanghebbende tijdens de zitting bij de geheimhoudingskamer aangegeven dat hij er geen bezwaar tegen heeft dat deze voor hem geheim blijven:
- de namen, e-mailadressen, telefoonnummers en faxnummers (X1 tot en met X4) van buitenlandse ambtenaren,
- de namen van derden, zoals in bijlage X, nummer 113, en bijlage XIV, nummer 5, en
- de weggelakte gegevens in bijlage X, nummer 122.
Dit betekent dat er tussen partijen in zoverre geen geschil bestaat over het door de Inspecteur gedane verzoek om beperkte kennisneming.
Ter zitting hebben partijen verklaard dat, anders dan zou kunnen worden afgeleid uit het nader stuk van belanghebbende van 24 augustus 2023 of uit de catalogus van stukken van de Inspecteur van 7 september 2023, in de volgende stukken uitsluitend namen, e-mailadressen, telefoonnummers en/of faxnummers (X1 tot en met X4) van ambtenaren zijn afgedekt:
- bijlage X, nummer 5
- bijlage X, nummers 15 en 16
- bijlage X, nummer 28
- bijlage X, nummer 53
- bijlage X, nummers 66 en 71
- bijlage X, nummer 118
- bijlage XI
- bijlage XIV, nummers 1, 2 en 3.
Tussen partijen is niet in geschil dat er geen gewichtige redenen zijn om de in bijlage XIII weggelakte gegevens geheim te houden, maar dat de Inspecteur niet over een ongeschoonde versie van de stukken in deze bijlage beschikt. Aangezien dit geen verzoek in het kader van artikel 8:29 Awb betreft, laat de geheimhoudingskamer deze bijlage hierna verder buiten beschouwing. Ook laat het Hof bijlage XIV, nummer 6 buiten beschouwing omdat de Inspecteur onweersproken heeft gesteld dat hij dit document niet in ongeschoonde vorm in bezit heeft.
Het voorgaande (3.2, 3.3 en 3.4) betekent dat van het Hof uitsluitend ten aanzien van de volgende gegevens een artikel 8:29 Awb-beslissing wordt verlangd:
- de namen, e-mailadressen, telefoonnummers en faxnummers (X1 tot en met X4) van Nederlandse ambtenaren in de bijlagen X, XI, XII en XIV;
- de afdekkingen achter “assessment” en achter “ [naam7] ” in bijlage X, nummer 26; en
- de afdekking achter “assessment” in bijlage XIV, nummer 4.