Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-11-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:9935, 18/1262 t/m 18/1269
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-11-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:9935, 18/1262 t/m 18/1269
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 21 november 2023
- Datum publicatie
- 1 december 2023
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2018:4896, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- 18/1262 t/m 18/1269
- Relevante informatie
- Art. 8:75 Awb
Inhoudsindicatie
VPB. OB. Compromis ter zitting.
Uitspraak
Locatie Arnhem
nummers BK-ARN 18/1262 tot en met 18/1269
uitspraakdatum: 21 november 2023
Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[belanghebbende] B.V. te [vestigingsplaats] (hierna: belanghebbende)
en het incidenteel hoger beroep van
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur)
tegen de uitspraak van rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) van 16 november 2018, nummers AWB 16/6985, 16/6987, 16/6988, 16/7177, 16/7178, 16/7278, 16/7279 en 17/3566 in het geding tussen belanghebbende en de Inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende zijn voor de jaren 2012, 2013 en 2014 aanslagen en over de jaren 2011 en 2012 navorderingsaanslagen vennootschapsbelasting opgelegd. Daarbij is telkens rente in rekening gebracht. Voorts zijn aan belanghebbende over de jaren 2011, 2012 en 2013 verzuim- en vergrijpboeten opgelegd.
Tevens zijn aan belanghebbende over de tijdvakken 2011, 2012 tot en met juni 2014, en september 2015 naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd waarbij, met uitzondering van de naheffingsaanslag over het tijdvak september 2015, rente is berekend. Daarbij zijn tevens voor de tijdvakken 2011 en 2012 tot en met juni 2014 aan belanghebbende vergrijpboeten opgelegd.
De daartegen door belanghebbende gemaakte bezwaren zijn door de Inspecteur bij uitspraken op bezwaar ongegrond verklaard, met uitzondering van het bezwaar tegen de naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak september 2015 welk door de Inspecteur gegrond is verklaard.
Belanghebbende heeft tegen die uitspraken beroep ingesteld bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft belanghebbende ten dele in het gelijk gesteld.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
De behandeling van het hoger beroep is op verzoek van belanghebbende verschillende keren aangehouden, onder meer in afwachting van de uitkomst van een met de onderhavige zaken samenhangende strafrechtelijke procedure.
Het eerste onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 17 mei 2023 te Arnhem. Aldaar zijn verschenen: [naam1] namens belanghebbende, alsmede [naam2] , [naam3] en [naam4] namens de Inspecteur.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt. Een afschrift hiervan is aan partijen toegezonden.
Het tweede onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 15 november 2023 te Arnhem. Aldaar zijn verschenen: belanghebbende en diens gemachtigde mr. M.C.J. Schoenmakers alsmede [naam2] en [naam3] namens de Inspecteur.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt. Een afschrift hiervan is aan deze uitspraak gehecht.
2 Beoordeling van het geschil
Partijen zijn ter zitting van het Hof van 15 november 2023 bij wijze van compromis overeengekomen dat de onderhavige (navorderings)aanslagen en naheffingsaanslagen zoals vastgesteld door de Rechtbank in stand blijven en dat de boetebeschikkingen (zowel betreffende verzuimen als vergrijpen) worden vernietigd. Voorts hebben partijen afgesproken dat belanghebbende geen vergoeding krijgt voor de proceskosten in hoger beroep.
Het Hof zal dienovereenkomstig beslissen.
3 Proceskosten
Aan belanghebbende wordt geen proceskostenvergoeding voor het hoger beroep toegekend.