Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13-02-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:1094, 23/1166

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13-02-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:1094, 23/1166

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
13 februari 2024
Datum publicatie
23 februari 2024
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:1094
Zaaknummer
23/1166
Relevante informatie
Art. 219 Gemw, Art. 223 Gemw

Inhoudsindicatie

Forensenbelasting. Heffingsmaatstaf.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer BK-ARN 23/1166

uitspraakdatum: 13 februari 2024

Uitspraak van de veertiende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende1] en [belanghebbende2] te [woonplaats] te (hierna: belanghebbenden)

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 13 maart 2023, nummer ZWO 22/745, in het geding tussen belanghebbenden en

de heffingsambtenaar van de gemeente Ommen (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbenden voor het jaar 2021 een aanslag forensenbelasting opgelegd.

1.2.

Op het bezwaarschrift van belanghebbenden heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de aanslag gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbenden zijn tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbenden hebben tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 januari 2024. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende [belanghebbende2] en [naam1] namens de heffingsambtenaar. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbenden zijn eigenaar van een gemeubileerde woning gelegen aan de [adres1] te [plaats1] , gemeente Ommen (hierna: de woning). Belanghebbende hebben hun hoofdverblijf buiten de gemeente Ommen, namelijk in de gemeente [de gemeente] .

2.2.

De gemeenteraad van de gemeente Ommen heeft op 22 oktober 2020 de Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting 2021 (hierna: de Verordening) vastgesteld. Volgens de Verordening wordt door de gemeente Ommen een forensenbelasting geheven van natuurlijke personen die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden. Blijkens artikel 4 van de Verordening wordt, voor zover van belang, de belasting geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen (hierna: de WOZ-waarde) die geldt voor de woning voor het betreffende belastingjaar. Bij een WOZ-waarde van € 140.000 of meer bedraagt de forensenbelasting € 1.352.

2.3.

Met dagtekening 31 januari 2022 heeft de heffingsambtenaar op naam van [belanghebbende1] een aanslag forensenbelasting voor het jaar 2021 van € 1.352 opgelegd.

3 Geschil

In geschil is of de aanslag forensenbelasting terecht aan belanghebbenden is opgelegd. Niet in geschil is dat in 2021 is voldaan aan de voorwaarden die in de Verordening zijn gesteld aan de heffing van forensenbelasting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing