Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-10-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:6424, 23/1059 en 23/1060
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-10-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:6424, 23/1059 en 23/1060
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 15 oktober 2024
- Datum publicatie
- 25 oktober 2024
- Annotator
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2023:780, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 23/1059 en 23/1060
- Relevante informatie
- Art. 220f Gemw
Inhoudsindicatie
OZB en rioolheffing. Compensatieregeling. Bevoegdheid belastingrechter. Tarief.
Uitspraak
locatie Leeuwarden
nummers BK-ARN 23/1059 en 23/1060
uitspraakdatum: 15 oktober 2024
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 24 februari 2023, nummers LEE 21/3712 en 21/3713, ECLI:NL:RBNNE:2023:780 in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van het Noordelijk Belastingkantoor (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft, in één geschrift vervat, voor het jaar 2021 aan belanghebbende met betrekking tot de onroerende zaak [adres] te [woonplaats] aanslagen opgelegd in de onroerendezaakbelasting (OZB) en rioolheffing ten bedrage van € 301,86 respectievelijk € 237,00.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de aanslagen gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 september 2024. Daarbij is namens de heffingsambtenaar [naam1] verschenen en gehoord. Namens belanghebbende is met kennisgeving aan het Hof niemand verschenen. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van een woning, gelegen aan de [adres] te [woonplaats] (hierna: de onroerende zaak), in de voormalige gemeente Loppersum. Per 1 januari 2021 is de gemeente Loppersum als gevolg van een gemeentelijke herindeling samengevoegd met de gemeenten Appingedam en Delfzijl tot de nieuwe gemeente Eemsdelta.
De aanslag OZB voor het jaar 2021 ten bedrage van € 301,86 (waarbij is uitgegaan van een WOZ-waarde van € 156.000) is gebaseerd op de Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen Eemsdelta 2021 zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Eemsdelta op 31 maart 2021 (hierna: Verordening OZB 2021). De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021. Voor het jaar 2020 was aan belanghebbende voor de onroerende zaak een aanslag OZB opgelegd van € 250,99 (WOZ-waarde € 145.000), gebaseerd op de oude verordening van de toenmalige gemeente Loppersum.
De tarieven voor de heffing van de OZB bedroegen in 2020 (vóór de gemeentelijke herindeling) en in 2021 (gemeente Eemsdelta) op grond van de belastingverordeningen van de betreffende gemeenten:
2020 Appingedam |
2020 Delfzijl |
2020 Loppersum |
2021 Eemsdelta |
|
Eigenarenbelasting woning |
0,2426% |
0,2065% |
0,1731% |
0,1935% |
Eigenarenbelasting niet-woning |
0,4530% |
0,5145% |
0,1779% |
0,5139% |
Gebruikersbelasting niet-woning |
0,3525% |
0,4261% |
0,1342% |
0,4360% |
De raad van de gemeente Eemsdelta heeft op 31 maart 2021 de Verordening compensatieregeling onroerende-zaakbelastingen Eemsdelta (hierna: Verordening compensatieregeling OZB) vastgesteld. De regeling werkt terug tot 1 januari 2021. Hierin is – voor zover van belang – het volgende vermeld:
“Overwegende dat:
1. de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum vanaf 1-1-2021 zijn toegetreden tot de nieuwe gemeente Eemsdelta;
2. dat de gemeenteraad van Eemsdelta een Verordening onroerende-zaakbelastingen heeft vastgesteld;
3. dat toepassing van de in deze verordening opgenomen tarieven voor een deel van de eigenaren en gebruikers van niet-woningen gelegen binnen het grondgebied van de gemeente Eemsdelta leidt tot onevenredige, buiten het normaal maatschappelijk risico vallende, schade;
4. dat het gewenst is een verordening vast te stellen waarin de compensatie van het nadeel geregeld wordt;
(...)
Artikel 2 Doelstelling
Eigenaren en gebruikers van niet-woningen gelegen in Eemsdelta van wie of waarvan de aanslag OZB 2021 meer dan € 250 hoger is (zijn) dan de aanslag OZB 2020 hebben voor de belastingjaren 2021, 2022 en 2023 recht op compensatie van het bedrag boven deze € 250, dat de aanslag OZB 2021 uitgaat boven de aanslag OZB 2020.
Artikel 3 Voorwaarden voor de compensatie
De compensatie wordt uitsluitend verleend indien:
a. de aanslag OZB 2020 op dezelfde naam staat als de aanslagen OZB 2021, OZB 2022, OZB 2023 of OZB 2024;
b. de aanslag OZB 2020 betrekking heeft op dezelfde niet-woning als de aanslagen OZB 2021, OZB 2022, OZB 2023 of OZB 2024.
Artikel 4 Hoogte van de compensatie
1. De compensatie bedraagt:
a. Voor het belastingjaar 2021: 80% van het bedrag, waarmee het verschil tussen de aanslag OZB 2021 en aanslag OZB 2020 het bedrag van € 100 te boven gaat;
b. voor het belastingjaar 2022: 60% van het bedrag, waarmee het verschil tussen de aanslag OZB 2021 en aanslag OZB 2020 het bedrag van € 100 te boven gaat;
c. voor het belastingjaar 2023: 40% van het bedrag, waarmee het verschil tussen de aanslag OZB 2021 en aanslag OZB 2020 het bedrag van € 100 te boven gaat;
d. voor het belastingjaar 2024: 20% van het bedrag, waarmee het verschil tussen de aanslag OZB 2021 en aanslag OZB 2020 het bedrag van € 100 te boven gaat;
2. Het maximumbedrag van de compensatie bedraagt € 1.500 per aanslag per jaar.
Artikel 5 Uitvoering
De compensatie wordt zo spoedig mogelijk na de dagtekening van de aanslagen(en) OZB actief uitbetaald. In voorkomende gevallen kan door een belastingplichtige zelf een aanvraag
worden gedaan.”
De aanslag rioolheffing voor het jaar 2021 ten bedrage van € 237,00 is gebaseerd op de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing Loppersum 2021 zoals vastgesteld op 29 oktober 2020 door de raad van de toenmalige gemeente Loppersum (hierna: Verordening rioolheffing 2021). De datum van ingang van de heffing is 31 december 2020. Voor het jaar 2020 was aan belanghebbende voor de onroerende zaak een aanslag rioolheffing opgelegd van € 345,65, gebaseerd op de oude verordening waarin – kort gezegd – huurders niet als belastingplichtige voor de rioolheffing waren aangemerkt.
In de Verordening rioolheffing 2021 is – voor zover van belang – het volgende vermeld:
“Artikel 2. Belastbaar feit en belastingplicht
1. De belasting wordt geheven van de persoon die een perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt, verder te noemen: gebruikersdeel.
(…)
Artikel 5. Belastingtarieven
1. De belasting bedraagt per perceel € 237.”
Het college van burgemeester en wethouders van de toenmalige gemeente Loppersum (hierna: het college van B&W) heeft op 13 oktober 2020 de Uitvoeringsregeling compensatie rioolheffing Eemsdelta 2021-2024 (hierna: Uitvoeringsregeling compensatie rioolheffing) vastgesteld. Hierin is – voor zover van belang – het volgende vermeld:
“overwegende dat:
de gemeente Loppersum vanaf 1-1-2021 met de gemeenten Appingedam en Delfzijl zal samengaan tot de nieuwe gemeente Eemsdelta;
er na de herindeling in sommige gevallen een stijging in de belastingdruk optreed voor de gebruikers van woningen en niet-woningen op het huidige grondgebied van [woonplaats] ;
de gebruikers van woningen en niet-woningen in [woonplaats] zich hier in onvoldoende mate op hebben kunnen voorbereiden;
de Raadsklankbordgroep Eemsdelta het gewenst vindt de gebruikers van woningen en niet-woningen op het huidige grondgebied van [woonplaats] in de belastingjaren 2021 – 2024 tegemoet te komen, waardoor hen deze stijging in geleidelijkheid wordt toegerekend;
BESLUIT
vast te stellen de:
Uitvoeringsregeling compensatie rioolheffing Eemsdelta 2021-2024
(…)
Artikel 1 Voorwaarden
1. De compensatie wordt verleend voor woningen en niet-woningen gelegen in de gemeente Loppersum die overgaan naar de gemeente Eemsdelta.
2. Voor deze compensatieregeling komen in aanmerking belastingplichtigen van woningen en niet-woningen gelegen in het huidige grondgebied van de gemeente Loppersum, waarvan de aanslagregel voor de rioolheffing 2021 ten opzichte van de aanslagregels 2020 is toegevoegd.
3. De toevoeging van de aanslagregel rioolheffing heeft betrekking op hetzelfde object.
4. De aanslag rioolheffing voor het belastingjaar 2020 in de gemeente Loppersum staat op dezelfde naam als de aanslag in de gemeente Eemsdelta in het belastingjaar 2021, 2022, 2023 en 2024.
Artikel 2 Compensatie
De compensatie bedraagt:
-
Voor het jaar 2021 € 189,60
-
Voor het jaar 2022 € 142,20
-
Voor het jaar 2023 € 94,80
-
Voor het jaar 2024 € 47,40
Artikel 3 Uitvoering
1. De compensatie zal zo spoedig mogelijk na dagtekening van de aanslag actief door de gemeente Eemsdelta worden uitbetaald.
2. In voorkomende gevallen kan door een belastingplichtige zelf een aanvraag worden gedaan. Deze aanvraag dient uiterlijk in het betreffende belastingjaar te zijn ingediend.”
3 Geschil
In geschil is of de aanslagen OZB en rioolheffing tot te hoge bedragen aan belanghebbende zijn opgelegd. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de – onder 2.4 en 2.7 genoemde – compensatieregelingen in strijd komen met het gelijkheidsbeginsel en discriminatieverbod van artikel 1 van de Grondwet en of de differentiatie in de tarieven door deze compensatieregelingen verder gaat dan de Gemeentewet mogelijk maakt.
Belanghebbende beantwoordt deze vragen bevestigend en concludeert, naar het Hof begrijpt, tot vermindering van de aanslagen.
De heffingsambtenaar beantwoordt deze vragen ontkennend en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.